Dubbelleven van een Turkse homo
Homo-activisten organiseerden een Pride Party nadat de politie op 25 juni 2017 de Gay Parade in Istanbul uit elkaar sloeg.
foto © Reporters
Homo zijn in de Turkse gemeenschap. Het kan niet, het mag niet, en het zorgt voor schrijnende toestanden… Een verhaal uit het leven gegrepen…
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZe legde de laatste hand aan haar make-up voor de spiegel in de verkleedkamer. Alle hulp om de vermoeidheid op haar gezicht weg te werken was welkom. Ze was het ritme om om 3 u ’s nachts te beginnen aan een werkdag al jaren gewoon, maar het was eerder de vermoeidheid van haar ziel die op haar gezicht sloeg. Binnen een paar minuten moest ze aan de check-in balie staan om een achthonderdtal passagiers uit te wuiven naar verschillende eilanden in de Middellandse Zee.
‘Waar blijft hij toch, verdomme!’
Ze keek geïrriteerd op de klok van haar smartphone. Levent, haar collega, was alweer te laat. Ze keek nog een laatste keer in de spiegel en gooide haar make-uptas in haar smalle locker. Op weg naar de check-in vroeg ze aan haar teamcoach, Bart, of hij iets van Levent had gehoord.
‘Je kent hem toch, Ayla, het is weekend, hij zal wel ergens in een bar met zijn laatste scharrel zitten feesten. Dit is voor mij de laatste keer, ik ga hem niet meer in bescherming nemen!’
Bart had gelijk: zijn personeelsbadge, zijn auto, zijn moeder, zijn vader, zijn kat, zijn hond… Bart kon geen smoesjes meer blijven verzinnen voor Levent om hem een ontslag te besparen.
‘En ik kan het ook niet meer opbrengen om hem telkens op te vangen als hij weer een liefdesbreuk moet verwerken. Hoe vaak kan je zeggen dat iemand de ware is?,dacht Ayla.
Ze nam nog een laatste slok van haar flauwe automaatkoffie en trok richting haar balie in de vertrekhal. De passagiers stonden al netjes in de rij: sommigen slaperig, anderen uitbundig, de kinderen hyper van de suikers die ze ’s nachts tot zich hadden genomen. Uitzonderlijke situaties vroegen om uitzonderlijke maatregelen. Zo ook bij kinderen, dra zou hun suikerroes uitwerken en zouden ze in het vliegtuig in slaap tuimelen. Wat een goed idee, dacht Ayla, en ze grinnikte als ze aan haar hyperactieve neefje moest denken. Wat een energie, wat een vreugde en geluk als hij er was. Maar ook wat een verademing als hij weer veilig en wel, liefst levend, terug bij zijn ouders was.
Een dubbelleven
‘Ik ben er, ik ben er, ik ben er!!!!’
Theatrale Levent kwam aangelopen met zijn hemd uit zijn broek, zijn das nog niet fatsoenlijk geknoopt, ongeschoren en met een walm van alcohol en sigaretten die een groep van 800 passagiers zou kunnen sederen gedurende een hele vlucht naar Tenerife.
Ayla keek hem aan maar hield haar gezicht in de plooi, ze wilde niet kwaad kijken naar Levent. De passagiers mochten geen getuige meer zijn van een zoveelste uitbarsting van Ayla. Levent was niet de enige die werd geviseerd door het management. Ook Ayla had meermaals een waarschuwing van Bart mogen ontvangen. In profiel zag ze dat Levents gezicht onder de schrammen zat. Ze keek naar zijn handen die duidelijke schaafwonden vertoonden. In zijn oor zag ze gedroogd bloed. Dit klopte niet.
Ze boog zich voorover en fluisterde: ‘wat heb jij meegemaakt?’
Levent keek verstrooid op en fronste met zijn wenkbrauwen.
‘Je gezicht, in je oor, je handen? Wat is er gebeurd?’
‘Oh dat, niks joh! Volgende, suivante, next!’, vervolgde hij en hij stond op om een vrouw met een veel te zware koffer te helpen.
Na de shift zaten ze samen in de verkleedkamer, Ayla ontsmette zijn wonden, Levent vertelde.
‘Weet je nog, die Hakan, over wie ik je verteld had? Nou, hij heeft gisteren opgebiecht dat hij getrouwd is met een importbruidje uit Turkije. Het arm schaapje blijkt hier al vijftien jaar te wonen maar is nog nooit buiten geweest.’
Ayla wist wat voor een klootzak Hakan was. Ze had hem nooit ontmoet maar ze wist wat voor type hij was. Overdag waren zulke types de perfecte huisvader en echtgenoot en ’s nachts leidden ze een dubbelleven, zochten ze de gay scenein grote steden op en hadden ze affaires met Turkse homo’s.
‘Je kent mij, Ayla, als ik verliefd ben doe ik rare dingen. Ik heb hem een ultimatum gegeven. Ofwel koos hij voor mij ofwel voor zijn gezin. En dat zinde hem niet. Hij begon eerst mij tegen de muur te duwen en dan begon hij met zijn vuisten te slaan. Hij heeft mij alle hoeken van mijn studio laten zien en alles kort en klein geslagen. En daarna…’
‘Verkracht?’
‘Ja… Ik schaam mij kapot.’
Levent begon te huilen met een kreun die diep door merg en been ging. Zijn tranen mengden zich met zijn snot die hij op zijn beurt aan de mouw van zijn hemd afveegde.
Een vriendendienst
Nadat hij uitgehuild was, klaarde zijn gezicht op en keek hij met stralende ogen naar Ayla.
‘Ik heb een verzoek, Ayla, zou je eens een goede vriendin willen zijn en mij een dienst bewijzen?’
‘Je ijlt, ik ben altijd een goede vriendin voor jou. Hoeveel geld heb je nu nodig?’
‘Ik zit niet in geldnood, maar eerder in een familiecrisis. Mijn ouders willen dat ik trouw met een Turks meisje. Ik heb gezegd dat ik een vriendin heb en dat zij Ayla heet…’
Hij lachte schaapachtig naar Ayla, mak als een lammetje wachtte hij op haar uitbarsting. Maar Ayla wist beter, ze had niet voor niets zoveel geld geïnvesteerd in haar therapie woedebeheersing.
‘Nou, wat wil je dat ik doe?’
‘Ik heb gezegd dat jij mijn collega bent, een romance op het werk, weet je wel. Ze vertrekken morgen naar Turkije en ze willen even passeren langs onze balie om jou te zien.’
‘Ik moet, met andere woorden, even een rolletje spelen?’
Ze liep vloekend naar haar auto: ze vervloekte haar vriendschap met Levent, ze vervloekte de Turken, de tradities, de bekrompenheid, ze vervloekte haar bijdrage om de schone schijn op te houden. Ze reed naar de winkel om ingrediënten te kopen voor een lekkere homemade pizza. Vanavond was de finale van De Molop tv en ze wilde gewoon op haar bank zitten en ontspannen. Weg van alle drama, dissociëren, misschien even kunnen concentreren in een boek. Hoe lang was het geleden dat ze nog een boek had gelezen?
De hoop van een moeder
De volgende nachtshift begon weer met de gewoonlijke drukte en stress die vakantie met zich meebracht. Het was alsof passagiers moeilijk afstand konden nemen van stress. Als Ayla met vakantie vertrok, leek het wel alsof ze een hele strip Xanax had ingeslikt, zo ontspannen kon ze zijn. Levent stond te blinken in zijn uniform en lachte samenzweerderig naar Ayla. Binnen een paar uur zou ze kennismaken met ‘haar toekomstige schoonouders’. Ze haatte het om deze rol op zich te nemen, ze haatte het om een moeder en vader valse hoop te geven. Ze baalde voor Levent dat hij een dubbelleven moest leiden. Na de check-in van een vlucht naar de Canarische Eilanden liepen ze rustig naar een broodjeszaak om een ontbijt te halen.
‘Mama!’, riep Levent.
Ayla kwam oog in oog te staan met een gesluierde vrouw die meteen naar haar liep en haar in haar armen sloot.
‘Dus jij bent Ayla, je bent nog mooier in het echt, mijn zoon was heel karig met zijn omschrijving en liet maar één wazige foto zien, masallah’, zei de moeder van Levent.
De vader van Levent naderde en bood zijn hand aan, Ayla boog zich voorover om zijn hand te kussen. Een traditie die ze haatte.
‘Welkom in de familie, mijn dochter, we moeten snel kennismaken met je ouders’, zei Levents vader.
De moeder van Levent keek naar Ayla. Ze keken in elkaars ogen alsof de moeder iets wilde zeggen. Ayla kreeg kippenvel en zette een stap achteruit.
‘Heel aangenaam, dank je, we moeten onze volgende vlucht halen, Levent’, stamelde ze.
Ze kreeg de moeder van Levent maar niet uit haar hoofd. Die blik wilde iets zeggen, maar ze kon er de vinger niet op leggen.
In case of emergency
Weken verstreken en Levent was weer te laat op het werk. Bart, de teamcoach, ijsbeerde rond in zijn bureau.
‘Dit is de laatste keer, Ayla, hij ligt er uit.’
Ayla haalde haar schouders op en kon Bart alleen maar gelijk geven. Ook zij was het beu om zich over Levent te ontfermen, op hem te babysitten. De check-inprocedure was al halverwege toen haar telefoon ging: een onbekend nummer. Zou het iets te maken hebben met Levent die nog niet op het werk was opgedaagd? Het was toch onmogelijk om nu 700 passagiers te laten wachten voor een privételefoontje. Negeren en verderwerken, dacht ze.
De display van haar mobieltje flikkerde op. Een berichtje: ‘Dag, ik ben de buurman van Levent, kan u mij eens terugbellen aub?’
Dit was niks voor Levent, ze moest een manier vinden om toch de oproep te kunnen beantwoorden. Ze vroeg naar een vervanger voor haar check-inbalie en rolde gemaakt verontschuldigend met haar ogen naar de vluchtverantwoordelijke, alsof ze wilde zeggen dat vrouwenproblemen nooit ophouden en rende naar het toilet voor mensen met een beperking om daar niet gestoord te worden. Ze belde naar het nummer dat in het berichtje stond. Een onbekende mannenstem nam op.
‘Mevrouw, in het mobieltje van Levent staat uw nummer als ICE opgeslagen. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik weet niet hoe ik het moet zeggen. Ik heb de hele nacht geruzie gehoord, mijn kinderen konden niet slapen door het lawaai. Het was alsof heel het appartementsgebouw aan het daveren was. Het was net een bokswedstrijd zonder beeld, snapt u? En toen hoorden we voetstappen en een deur die met luide knal dichtsloeg. Mijn vrouw en ik zijn meteen aan de deur van Levent gaan kloppen. Hij deed zijn deur op een kier open. Levent was heel zwaar toegetakeld, bijna onherkenbaar. We wilden de politie bellen, hem verzorgen, hem troosten. Hij sloeg alle hulp af, zei dat hij met rust gelaten wilde worden.’
Zijn stem brak, Ayla hoorde hem luid snikken, de stem van zijn vrouw op de achtergrond die hem probeerde te kalmeren.
‘Waar is hij nu?, Ayla begon lichtjes te hyperventileren. Deels door de kleine ruimte waar zij al een tijd in zat, deels door het antwoord dat zou komen.
‘Ik wilde hem deze ochtend zien, voordat ik naar het werk vertrok. Maar hij deed de deur niet open. Dus ik begon in te beuken op zijn deur. Ik panikeerde, misschien had hij een inwendige bloeding ofzo door de vele slagen, of lag hij gewoon te slapen, snapt u? Ik kon toch niet doen alsof gisteren niet gebeurd was?’
Zijn stem sloeg over, gekreun, gesnik, gevloek zelfs.
Zijn vrouw nam over: ‘mevrouw, het spijt mij dat ik even overneem, maar Levent is er niet meer. Mijn man heeft het touw doorgesneden en het levenloze lichaam van Levent op zijn armen gedragen. We hebben de ambulance en de politie gebeld. Zijn lichaam is overgebracht naar het mortuarium van het ziekenhuis.’
Een bekentenis
Ayla begon zwaar te ademen en te beven over haar lichaam. Ze gooide zichzelf uit het andersvalidentoilet en liep met haar hoge hakken in haar handen naar Bart. Hij had maar een seconde nodig om te begrijpen dat het over Levent ging. Hij knikte wat voor Ayla een bevestiging was om het werk te verlaten en naar het ziekenhuis te gaan.
Aangekomen in de koele, donkere gangen van het mortuarium hoorde ze luide snikken. Ze ontwaarde een groep van mannen en vrouwen. Eén vrouw gooide zich op de grond en sloeg op de borst van een man met haar gebalde vuisten, luid roepend dat ze er niet was geweest voor haar zoon. De omstaanders, familieleden, probeerden haar te kalmeren. Plots draaiden alle hoofden naar Ayla: een vreemde voor de familieleden, een bekende voor de ouders van Levent. De moeder maakte haar sluier los en droogde haar tranen op aan de tippen van de sluier. Ze kwam naar Ayla, haar armen uitgestrekt, haar ogen beangstigend opengesperd en gericht op de jonge vrouw die zogezegd verloofd was met haar zoon.
‘Ik heb het altijd geweten, mijn kind. Een moeder weet zulke dingen. Ik heb hem niet kunnen beschermen. Ik heb mijn kind in alle eenzaamheid doen sterven’, fluisterde de moeder in het oor van Ayla.
Dit verhaal is jammer genoeg waargebeurd. Ik moest heel veel zaken verdoezelen of in een andere context schetsen om de anonimiteit van de familie te waarborgen. Maar er lopen steeds meer Turkse moeders mee tijdens de verboden gay prides in Turkije. Ze dragen borden waarop de volgende boodschap staat: ‘als je commentaar hebt, wend je maar tot mij. Ik ben zijn moeder!’ Eén van hen is de moeder van Levent…
Categorieën |
---|
Pinar Akbas (1980) uit Hasselt is een verpleegkundige van opleiding. Een Vlaamse Turkse, actief in de politiek en met een mening over integratie, participatie, gelijke kansen en gender.
Na meer dan twee decennia lig ik nog wakker van het schuldgevoel dat maar blijft knagen aan mijn geweten.
Een groep vrienden woont op een ruw eiland voor de kust van IJsland de begrafenis van een medestudente bij, maar al snel volgen er vreemde gebeurtenissen.