JavaScript is required for this website to work.
post

Onderwijs en politiek: gebuisd!

Vlaanderen uit de top tien in de rankings

Pieter Van den Bossche11/12/2020Leestijd 3 minuten

foto © pixabay.com

De daling van onze onderwijskwaliteit ligt aan de politiek, onze onderwijsverstrekkers en de lerarenopleiding. Simple comme bonjour.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Niet normaal moeilijk.’ Dat was de commentaar die ondergetekende opving in de wandelgangen na het proefwerk Latijn. Vreemd. Na de lockdown vorig schooljaar en de week onderwijstijd die ons door de neus werd geboord dit schooljaar, had ik nochtans oprecht enige clementie nagestreefd bij het opstellen van vernoemd examen. Intussen lopen de resultaten binnen en die zijn effectief niet schitterend. Wat blijkbaar, nog maar eens, ook geldt voor het onderwijs in het algemeen.

Zinkende onderwijstanker

Onze leerlingen doen het verbijsterend slecht in internationale studies. Vlaanderen buitelt uit de top tien in een evolutie die weinig goeds doet vermoeden voor toekomstige rankings. Onze leerlingen weten geen blijf meer met moeilijker behapbare teksten, tonen weinig tot geen interesse meer in wiskunde (toegegeven, dat is misschien een oud zeer) en hebben bijna tot geen wetenschappelijk inzicht meer. Wie gisteren even teveel tijd had en  de voorbeeldvragen bekeken heeft, is ongetwijfeld tot de constatatie gekomen dat die belachelijk gemakkelijk waren.

Bevoegde politici zijn elkaar in de commissie onderwijs in de haren gevlogen over de zinkende onderwijstanker. Met als voornaamste resultaat dat ze het niet goed wisten. De vernietigende commentaar van Bart Brinckman in De Standaard zegt meer dan genoeg. Blijkbaar weten onze verkozen dames en heren niet zo goed waaraan het te wijten valt, die zinkende onderwijstanker. Blijkbaar neemt onze minister van onderwijs momenteel maatregelen waarvan het effect ten vroegste pas over tien jaar zichtbaar zal zijn. Gecentraliseerde eindtoetsen en taalscreenings. Lovenswaardig allemaal, maar puur water naar de zee brengen. We weten allemaal dat het met de kwaliteit achteruit gaat, daar zijn geen dure centrale examens of screenings voor nodig.

Handboeken zijn leerwerkboeken geworden

Wie wil weten hoe het er momenteel in ons onderwijs aan toe gaat, hoeft enkel een willekeurige leraarskamer binnen te stappen en zich daar neer te zetten. Leerkrachten met wat jaren op de teller kunnen perfect de vinger op de wonde leggen, je hoeft enkel te luisteren. Een greep uit het aanbod.

Leerstof is geleidelijk aan taboe geworden. Feiten werden weetjes, op te zoeken wanneer daar nood aan is. Dat idee heeft zich vertaald in de manier waarop handboeken en proefwerken opgesteld worden. Namelijk als leuke invulblaadjes, met zoveel mogelijk catchy prentjes. Een proefwerk Frans voor leerlingen in de eerste graad van het secundair onderwijs, bijvoorbeeld, bevat geen open vragen meer waarop (hou u vast) in het Frans moet geantwoord worden. Totaal onverantwoord zou dat zijn, met een bloedbad onder de leerlingen als gevolg. Handboeken zijn leerwerkboeken geworden, die elk jaar uiteraard opnieuw moeten aangekocht worden. Nota nemen of gedachten in een langere tekst onder woorden brengen, zijn vaardigheden die dateren uit vorige eeuw.

Een administratieve wurgslang

Instromende leerkrachten komen uit een lerarenopleiding die elke creativiteit doodgemept heeft. Wie leert lesgeven, moet per lesuur een voorbereiding maken waarin hij of zij afrekent met elk mogelijk scenario dat zich in de klas zou kunnen aftekenen. Resultaat: lijvige dossiers van ettelijke bladzijden waar leerkrachten in opleiding veel te veel tijd en moeite moeten instoppen. Een administratieve wurgslang die gelijk gesteld wordt met onderwijskwaliteit, begrijpe wie begrijpen kan. Lerarenopleiders hebben dus wel degelijk boter op hun hoofd, verdorie nog aan toe. Laat die administratieve kant van het lesgeven toch los. Wat werkelijk telt is hoe iemand het er in de klas afbrengt. De leerkrachten die iedereen zich herinnert, waren niet de grijze muizen die braaf mee stapten in het rigide systeem. Teacher says no, denk ik dan.

Wat me naadloos bij de heilloze discussie over onze eindtermen brengt. Dames en heren politici, een kleine les in onderwijsgeschiedenis: het is beginnen foutlopen na de invoering van die verdomde dingen. Onderwijs dient voor te bereiden op een toekomst die nog niet bestaat, eindtermen zijn per definitie relicten uit een irrelevant verleden. Tenzij je die zo vaag en moeilijk mogelijk formuleert, natuurlijk. Eindtermen zijn een uiting van de vinkjescultuur die het wantrouwen in ons onderwijzend personeel zo fel markeert. Bereikt of niet bereikt, that’s the question. Een klasgesprek over brandend actuele politieke kwesties in de les Latijn in plaats van de theorie over de losse ablatief? Gebuisd.

Schimmige organisatie

Onderwijsverstrekkers zijn daar mede verantwoordelijk voor. Los van het feit dat ik persoonlijk in mijn zestienjarige carrière als leerkracht nog nooit enig voordeel ondervonden heb van het bestaan van de koepel, gaan enorm veel middelen (zowel geld als lesuren!) naar een schimmige organisatie bevolkt met gebuisde directeurs en uitgebluste leerkrachten. Vreemd toch dat de grootste onderwijsverstrekker in Vlaanderen wordt geleid door iemand die nooit lesgegeven heeft aan jongeren die nog niet geleerd hebben te doen alsof het hen niet interesseert?

Deze koepel orakelde overigens in de aanloop naar de fameuze onderwijshervorming in de eerste graad totaal verkeerdelijk dat het B-attest werd afgeschaft. Onlangs kreeg ik nog te horen van zo een gedetacheerde koepelvertegenwoordiger dat een doorlichting zich baseert op leerplandoelen en niet op eindtermen. Waar onze laatste doorlichting net het omgekeerde stipuleerde. Afschaffen, die koepels. Hoog tijd dat er wordt geluisterd naar leerkrachten, en niet naar hun zelfverklaarde vertegenwoordigers.

Bam, opnieuw een proefwerk gecorrigeerd. De leerling behaalt 81 procent. Niet normaal goed.

Pieter Van den Bossche is vader, leraar en classicus. In die volgorde. Als leraar geeft hij Latijn, Grieks en filosofie in het Sint-Vincentiusinstituut te Gijzegem, maar in zijn vrije tijd experimenteert hij met hout, baksteen en metaal.

Commentaren en reacties