Onderwijs heeft dringend weer vrijheid en vertrouwen nodig
Regelneverij nekt leerkrachten
Een goede leerkracht is tegenwoordig een ware duizendpoot.
foto © freepik
Onderwijs wordt enkel kwalitatiever in vrijheid en vertrouwen. Lijstjes afvinken is een uiting van wantrouwen, en dat heerst meer en meer.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn Vlaamse leraarskamers worden de gevolgen van de veelbesproken hervorming van het secundair onderwijs meer en meer zichtbaar. Vakleerkrachten krabben zich in de haren wanneer ze constateren dat hun publiek in de eerste graad even divers wordt als in de basisschool. Klassenleraars merken op dat ze kostbare lestijd dienen te besteden aan zaken die tot voor kort al lang verworven waren.
Dat leerstof verwerken en vaardigheden aanleren centraal zouden moeten staan in het leven van hun jonge publiek, om maar iets te zeggen. Dat gemiddeld drie uur per schooldag spenderen aan vluchtige posts op sociale media geen goede zaak is. Er wordt gezucht wanneer tijdens deliberaties eens te meer blijkt dat de klassenraad monddood gemaakt is omdat directeurs doodsbang zijn voor mogelijke aanvechtingen door ouders.
Moderniseren is vaak niet verbeteren
Toegegeven, de meeste verzuchtingen hierboven zorgen al een hele tijd voor wrevel en ergernis bij wie een hart heeft voor onderwijs. De beruchte hervorming doet daar simpelweg nog een schepje bovenop. Voornaamste reden is dat moderniseren vaker niet dan wel synoniem is van verbeteren. Wie lesgeeft, weet dat.
Een hart hebben voor je leerlingen en hen sturend begeleiden naar leren, valt onmogelijk uit te drukken in objectief meetbare cijfers. Eisen van leerkrachten om voor iedere vraag op elke toets apart feedback uit te schrijven is niet alleen onwenselijk maar ook volslagen zinloos. Net zoals het aanscherpen van eindtermen of het opstellen van U-schalen, O-schalen en ROK-documenten hoegenaamd geen garantie vormen op kwalitatiever onderwijs.
Ondanks alles wat voluntaristische ministers van Onderwijs beweren, staat of valt een goede les namelijk met wie vooraan in de klas het woord neemt. En uitgerekend daar knelt momenteel het schoentje. De lijst van leerkrachten met een burn-out is ontstellend lang, het lerarentekort astronomisch groot. Schrijnende voorbeelden van een apert gebrek aan visie op de lange termijn.
De met veel bombarie aangekondigde digisprong, om maar iets te zeggen, is een lege doos gebleken. Met vlijmscherpe rafelrandjes. Onze samenleving zit namelijk niet te wachten op jonge mensen die op school geleerd hebben zich te verstoppen achter een opengeklapt scherm. Net zomin als leerkrachten zichzelf graag vervangen zien worden door flitsende filmpjes die geen ruimte laten voor doorleefde interpretatie en klassikale beleving.
Geloof in de expertise van leerkrachten
Een goede les geven en krijgen is namelijk enkel mogelijk in onderling vertrouwen. Op de eerste plaats een gezond geloof in de expertise van de leerkracht, door zowel ouders als leerlingen. Vooral vakinhoudelijk maar ook pedagogisch. Het gros van de mensen met een job in het onderwijs, is ooit begonnen vanuit een oprecht idealisme.
Wie grossiert in potsierlijke kritiek op leerkrachten en hun haast oneindige reeks vakantiedagen, heeft zelf nooit een dag in een leraarskamer doorgebracht. Vertrouwen in wie lesgeeft en in wie dat lesgeven dagelijks faciliteert, betekent ook dat er eindelijk opnieuw ruimte kan ontstaan voor de broodnodige autonomie die haast volledig uit onze Vlaamse scholen verdwenen lijkt. Een kwalijk gevolg van de doorgeslagen regelneverij en verantwoordingsdrift die men totaal onterecht als bewakers van kwaliteit beschouwt.
Hoog tijd voor een reset van ons onderwijs
Hoog tijd dus voor een reset. Een minister die leert dat empathie niet enkel dient om stemmen te winnen en consequent inzet op de lange termijn. Door taboes aan te pakken zoals aan de andere kant van de taalgrens gebeurt. De vaste benoeming die men dringend moet herzien en de herschikking van de veel te lange zomervakantie, bijvoorbeeld. Lerarenopleiders die jonge mensen de weg wijzen naar het mooiste beroep ter wereld, zonder hun passie dood te meppen met bergen administratie en ellenlange lesvoorbereidingen.
Directieteams die een doorlichting tegemoet zien zonder de daver op het lijf maar die net beschouwen als een uitgelezen leerkans. Leerkrachten die zich opnieuw kunnen richten op hun kerntaak, zonder schier eindeloze lijstjes af te hoeven vinken. Zodat zij prettig gestoorde vakidioten kunnen zijn en met goed opgebouwde lessen hun leerlingen als vanouds kunnen begeesteren. Ouders die de leraars van hun kroost hun vertrouwen schenken, in de volle en oprechte overtuiging dat die mensen gepassioneerde professionals zijn met de beste bedoelingen. Een onderwijshervorming die uitgewerkt en bijgeschaafd wordt met meer dan een puur symbolische inbreng vanuit het werkveld. Maar bovenal een samenleving die in een tijd waarin de ene mondiale crisis op de andere volgt, de job van leraar werkelijk naar waarde schat.
Pieter Van den Bossche is vader, leraar en classicus. In die volgorde. Als leraar geeft hij Latijn, Grieks en filosofie in het Sint-Vincentiusinstituut te Gijzegem, maar in zijn vrije tijd experimenteert hij met hout, baksteen en metaal.
Openstaan voor kennis en vaardigheden die aangereikt worden op school, lukt enkel wanneer ouders aan hetzelfde touw trekken.
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.