JavaScript is required for this website to work.
ECONOMIE

Oorlogseconomieën aan het werk

De economie van Israël en Oekraïne onder vuur

NieuwsIvan Van de Cloot19/12/2023Leestijd 3 minuten
De Israëlische munt.

De Israëlische munt.

foto © Pixabay

De Oekraïense economie is veel kwetsbaarder en wankeler dan die van Israël. Wat het lastiger maakt om het conflict vol te houden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In oorlogstijd wordt de economie best niet uit het oog verloren. De mate dat er een succesvolle oorlogseconomie in stand gehouden kan worden, bepaalt in grote mate hoe lang een land het kan volhouden. Tijd om eens door die bril te kijken naar de conflicten in Israël en Oekraïne.

Oorlog heeft een vrijwel onmiddellijke impact op de wisselkoers. Na de bloedige terreurdaad van Hamas op 7 oktober nam de wisselkoers een forse duik. Ondertussen is de shekel, de Israëlische munt, in grote mate hersteld. De centrale bank heeft meer dan 30 miljard dollar aan reserves verkocht om de munt te verdedigen.

Faillissement

Op de derivatenmarkt is de prijs om je te verzekeren tegen een Israëlisch faillissement wel door het plafond gegaan. En uiteraard is in een oorlogseconomie — wanneer zoveel mensen onder de wapens worden geroepen — ook de arbeidsmarkt cruciaal. Belangrijke sectoren kunnen in de problemen komen door een tekort aan arbeidskrachten.

Er werden meer dan 360.000 reservisten gemobiliseerd. Dat is acht procent van de beroepsbevolking. Als zoveel mensen hun job verlaten ontstaat een grote ontwrichting. Een tiende van de werknemers in de technologiesectoren zou opgeroepen zijn. Die mensen horen bij de meest productieve werknemers van het land, net zoals anderen uit de industrie. De ultra-orthodoxe Joden met een lage werkzaamheidsgraad werden veel minder aangesproken om in dienst te treden.

Veel Palestijnse werknemers raken vandaag niet meer op hun werk in Israël of willen momenteel niet werken. En er was al weinig arbeidsreserve met een werkloosheidsgraad van 3,2 procent. Het risico bestaat dat kapitaal Israël nu verlaat waardoor Israëlische reservisten na het conflict minder jobs zullen vinden.

Lege restaurants en wegblijvende toeristen

Daarnaast zorgen lege restaurants en toeristen die wegblijven ook voor economische problemen. De overheid geeft dan wel steun, maar hoe langer het conflict duurt, hoe hoger de druk op de openbare financiën. En dan komt na de oorlog de kost van de reconstructie.

Belangrijke industriële sectoren hebben daar bovenop specifieke problemen. 7.000 Thaise landarbeiders vluchtten het land uit omdat tientallen landgenoten tot de door Hamas vermoorde groep hoorden. Veel landbouwactiviteiten worden momenteel rechtgehouden door (onder andere universitaire) vrijwilligers. En uiteraard is ook het toerisme, goed voor drie procent van het nationaal inkomen, dramatisch getroffen.

Kost van de oorlog

Israëlische economen schatten de economische kost van deze oorlog zeven keer zwaarder in dan de Libanese oorlog van 2006 en de strijd tegen Hamas in 2016. De ‘Bank of Israël’ raamt dat de oorlog 600 miljoen dollar per week kost, alleen al door de arbeidskracht die uit de economie verplaatst werd naar het leger.

Algemeen wordt wel aangenomen dat als het conflict niet te lang duurt, de Israëlische economie snel kan herstellen

De kost van de oorlogseconomie zorgt er mee voor dat veel politici willen dat het leger sneller te werk gaat. Eind november raamde de Israëlische centrale bank de kost van de oorlog tot nu toe op 53 miljard dollar. De prijs van het conflict loopt intussen verder op en zet het land zo zwaar onder druk dat de vraag wordt gesteld hoe lang Israël het kan volhouden.

Er intussen gebeuren er ook tot nog toe ongeziene ingrepen zoals het toewijzen van geld aan defensie-uitgaven dat normaal naar de ultra-orthodoxe gemeenschap gaat. Algemeen wordt wel aangenomen dat als het conflict niet te lang duurt, de Israëlische economie snel kan herstellen.

Oekraïne

Al na enkele maanden na het begin van de Oekraïense oorlog werd de munt gedevalueerd. Onder meer door de ervaring tijdens de pandemie en het uitrollen van digitaal werken toen konden banken blijven functioneren.

Aan het begin van de oorlog in Oekraïne hoorden we vooral over de impact op de landbouwsector. Die kon bijvoorbeeld zijn graan nauwelijks exporteren door de sluiting van de haven in Odessa. Met Oekraïne als megaproducent van graan en andere landbouwproducten was er impact op de wereldwijde voedingsprijzen.

Bedrijven

Omdat Oekraïne een immens land is werden ondertussen veel bedrijven herplaatst naar veiligere gebieden. Terwijl begin 2022 vijftig procent van de bedrijven maar aan halve capaciteit draaiden is dat ondertussen fors verbeterd. Bedrijven worden enerzijds beter beveiligd en anderzijds ontvangen ze overheidssteun.

Ondertussen is wel 8 procent van de woningen beschadigd en zijn 8 miljoen mensen naar het buitenland gevlucht terwijl er zes miljoen binnen het land verhuisd zijn.

Steun

In het geval van Oekraïne spelen de buitenlandse steunprogramma’s natuurlijk een gigantische rol. Dat maakt het lot van de economie met een verwacht begrotingstekort van meer dan 40 miljard dollar in 2024 er extreem afhankelijk van Amerikaanse en Europese steun. Het land ontving al meer dan 68,5 miljard dollar maar één dag oorlog kost 136 miljoen.

Oekraïne beseft dat de donoren onder druk komen. Het land rekent nu op bijstand van het Internationaal Muntfonds (IMF) voor zijn macro-economische en financiële stabiliteit. Het probeert permanent zijn groep donoren te vergroten. Het is aannemelijk dat Oekraïne problemen zal kennen om het conflict veel langer vol te houden. De financiering van de Oekraïense economie is veel kwetsbaarder en wankeler dan die van Israël.

Al zijn én Oekraïne én Israël speciale gevallen. Ze worden allebei enorm gesteund door buitenlandse bondgenoten die veel groter zijn. Het meest fascinerende hedendaagse studie-onderwerp in termen van oorlogseconomie is uiteraard Rusland. Maar dat is voor een volgende keer.

Ivan Van de Cloot is hoofdeconoom van Stichting Merito. Hij publiceerde eerder o.a. 'Overheid + Markt', 'Taxshift', 'Roekeloos' en 'De rekening moet kloppen'. Merito site: https://www.stichting-merito.be/

Commentaren en reacties