JavaScript is required for this website to work.
post

Op de dag van de Vlaamse gemeenschap: wat is ‘gemeenschap’?

Mark Elchardus 11/7/2022Leestijd 7 minuten

gemeenschapsdenken

gemeenschapsdenken

foto © Vrije Universiteit Brussel

Mark Elchardus verdiept zich op 11 juli in de betekenis van het woord ‘gemeenschap’. ‘Men kan geen toekomst delen zonder het verleden te delen.’

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op de Vlaamse feestdag past het even stil te staan bij dat mooie woord gemeenschap.

Een aantal mensen heeft het daar moeilijk mee. Het past niet bij hun individualisme. Het westerse individualisme heeft ons vele mooie instellingen en normen gegeven, maar het ontspoort geregeld. Ik denk dan niet aan het egoïsme waarover veel wordt geklaagd, maar dat, als ik naar het gedrag van mijn medeburgers kijk, best meevalt. Wij vormen in grote mate een solidaire gemeenschap. Neen, ik denk dan aan het egocentrisme, de uit de hand gelopen zelfbetrokkenheid. Al die mensen die in hun zelfdefinitie niet verder komen dan ‘ik ben ik’. Die het moeilijk hebben in deze wereld te staan, omdat zij menen dat zij daarin onvoldoende ‘zichzelf’ kunnen zijn. Collectieve identiteiten als Vlaming, Belg, Europeaan, gelovige of atheïst lijken hen te beperkend.

Xi Jinping

Het merkwaardige is dat zij, terwijl zij als een mantra ‘ik ben ik’ herhalen, druk bouwen aan een nieuwe collectieve identiteit, in hun geval dan gecentreerd rond geslacht, huidskleur of seksuele geaardheid. En zij doen dat, uiteraard, zoals mensen al altijd aan collectieve identiteiten hebben gebouwd. Met het ontwikkelen van een eigen literatuur, een eigen, selectieve, deels fantasierijke kijk op het verleden, een eigen vocabularium, en het verspreiden daarvan via onderwijsinstellingen, kunstpraktijk, musea en, vandaag, de internetfora.

We vinden al die elementen steeds terug. Of we nu kijken naar de Vlaamse beweging van de 19de en de 20ste eeuw, naar de hedendaagse constructie van een transgenderindentiteit of, ver weg, maar toch ook heel nabij, naar de wijze waarop Xi Jingping het verleden van China interpreteert en die interpretatie gebruikt om zijn land te verheffen met onder meer een tentoonstelling over haar emancipatie en wederopstanding.

Odysseus en de Vlaamse beweging

Zelfs de vorm van het daarbij gebruikte narratief is nagenoeg steeds dezelfde. Het gaat om het verhaal van een tocht, een gezamenlijke tocht, gericht op het bereiken van een belangrijk doel. Het vertrekpunt is doorgaans een positie van verlies, vernedering, verdrukking. Het doel is bevrijding, waardigheid, een plek op aarde waar men zijn eigen taal kan spreken en het leven kan leiden waarnaar men verzucht. Het meest klassieke literaire voorbeeld daarvan, in onze cultuur, is waarschijnlijk Homeros’ Odyssee.

De tocht zelf is vol gevaren, bezaaid met meer nederlagen dan overwinningen. Men leert vriend van vijand te onderscheiden. Maar de aantrekkelijkheid, ja het dwingende karakter van het einddoel maakt dat de tocht nooit wordt gestaakt.

Een bewogen en gevolgrijke versie van dat verhaal vinden we in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. Met grootse momenten en momenten waarop de held, net als Odysseus, zich beter vastbond aan de mast en was in zijn oren goot.

Conscience

Romanschrijvers en dichters hebben in Vlaanderen zoals elders, een belangrijke rol gespeeld in het verwerkelijken van het verhaal. Als we hier op de Groeningenkouter staan, de Vlaamse Feestdag op 11 juli vieren, volgen we uiteraard de pen van Hendrik Conscience.

De rol van sociale wetenschappers was doorgaans minder opbouwend dan die van romanschrijvers, meer gericht op doorlichten en het ontsluieren van mythes. Op die manier hebben de menswetenschappen echter bijgedragen tot de vorming van het moderne nationalisme. Een nationalisme ontdaan van de misschien ooit wel dienstbare, maar toch vaak misleidende romantische illusie dat de natie altijd heeft bestaan en enkel moest ontwaken en opstaan. Het hedendaagse nationalisme heeft die idee achter zich gelaten. Geruild voor het inzicht dat de tocht een voortdurende inspanning vergt. Dat aan een natie dient gebouwd, geduldig, liefdevol maar hardnekkig en dat de bevoegdheden van de staat nodig zijn om dat goed te kunnen doen.

De romantische misvatting dat de natie gegeven is en niet wordt gebouwd, leeft vandaag nog enkel in de geest van een paar tegenstanders van het nationalisme. Omdat aan de natie wordt gebouwd, is zij volgens hen niet ‘echt’. Zij leven blijkbaar nog in tijden onaangeroerd door menselijke scheppingsdrang, te midden van de dinosaurussen, vrees ik.

Nationalisme en je gemeenschap afbakenen

Natuurlijk zijn niet alle constructies van collectieve identiteiten even vruchtbaar. In een wereld waarin imperialisme weer schaamteloos en gewelddadig de kop opsteekt, in een wereld waarin er een rechtstreeks verband is tussen de vraag naar partydrugs in onze betere middens, de situatie van de Colombiaanse cocaboeren en het geweld in onze straten, in een wereld waarin de oorlog in Oekraïne leidt tot een te hoge graanprijs in de Hoorn van Afrika en alzo een nieuwe migratiegolf voorbereidt, in een wereld waarin elke ontregeling aan de andere kant van de planeet ons welzijn en onze welvaart kan bedreigen… in die wereld is nationalisme, is de moed en de capaciteit om je gemeenschap af te bakenen en te beschermen, van levensbelang.

Een wereld geordend door nationalisme is een wereld waarin diversiteit kan bloeien. Ook in een samenleving als de onze, waar we ernaar streven aan iedereen zoveel mogelijk individuele vrijheid te geven, zijn onze levens verknoopt. We zijn afhankelijk van elkaar en dat legt onvermijdelijk beperkingen op aan elk van ons. We kunnen bijvoorbeeld grondig met elkaar van mening verschillen, maar we kunnen maar één vorm van publieke kennis toelaten. Bij ons is dat de wetenschap, niet een goddelijke openbaring zoals in een theocratie. En er zijn heel wat zaken waarover wij het oneens zijn met elkaar, en waarover wetenschap geen uitsluitsel geeft. In dat geval kunnen we toch verder leven in vrede als we de meerderheid laten beslissen en die beslissing respecteren. En omdat we vrezen dat een gewone meerderheid soms wispelturig kan zijn, hebben we grondrechten en bijzondere meerderheden bedacht.

Eurocentrisme

Vergis u niet. Dat lijken evidente regels; het zijn ook zeer nuttige regels, maar moeilijke regels om bij te leven. Niet iedereen wil dat doen. Daarom heeft de mensheid grenzen bedacht en respect voor de grenzen waarbinnen gemeenschappen hun eigen weg kunnen gaan, hun eigen taal kunnen spreken, hun eigen waarden en normen kunnen kiezen, het economische, sociale en culturele leven kunnen inrichten naar eigen inzicht en op eigen verantwoordelijkheid.

Een overdosis Eurocentrisme heeft ons laten geloven dat gans de wereld wilde denken, voelen en leven zoals wij. Neen dus. Maar omdat we dat geloofden, hebben we veel te lang het belang van naties en grenzen veronachtzaamd. Het samenleven werd daardoor teveel markt, verschoof al te zeer naar de rechtszaal. Laten we van de samenleving weer een gemeenschap maken.

Het succes van het nationalisme, van de organisatie van de wereld in natiestaten die elkaars grenzen respecteren, is niet totaal, maar bijzonder groot. Er is in de hedendaagse wereld geen andere organisatievorm die meer veiligheid en bestaanszekerheid biedt. Er is geen instelling die meer doet voor de vrede en de mensenrechten dan de democratische natiestaat.

Gemeenschapsgevoel

De wanorde van de geschiedenis en de gang van zaken in de wereld vandaag, maken dat een goede ‘fit’ tussen gemeenschap en staat niet vaak tot stand komt. Vandaar in de wereld veel stagnatie, armoede, onwerkbare gemeenschappen, falende staten, corruptie, geweld, burgeroorlog, grote stromen vluchtelingen… of uitermate repressieve regimes om geweld met geweld te onderdrukken. Wie de wereld overziet, beseft wat een bijzonder, maar bijzonder kwetsbaar privilege democratische natie- en gemeenschapsvorming is.

We weten dat een staat minder goed werkt als gemeenschapsgevoel ontbreekt. Bevolkingen die erin slagen gemeenschap te vormen, doen het beter, doen het economisch beter, hebben meer effectieve overheden, kennen minder repressie en geweld. Gemeenschapsvorming betekent dat men lotsverbondenheid voelt met elkaar, bereid is solidair te zijn met elkaar, mekaar stem geeft in wat men samen doet.

Gemeenschapsvorming is moeilijker onder condities van massamigratie en haar gevolgen. Daarom vergt zij vandaag bijzondere aandacht: bovenal duidelijkheid over wie we zijn en waar we samen naartoe willen.

Progressieve nostalgie

In de groei van een gemeenschap komt er een moment waarop de zorg om het recht te bestaan, leidt tot de vraag waarom men eigenlijk wil bestaan. Vlaanderen heeft dat punt al een aantal jaren geleden bereikt. Dat punt waarop men minder naar het verleden, resoluter naar de toekomst wil kijken. Dat is een bevrijdend moment waarop de vernedering van de ouders minder belangrijk wordt dan de toekomst van de kinderen. Maar het is een moeilijke passage omdat, hoe eigenaardig dit ook lijkt, in goede, vaardige handen weinig dingen vernieuwender zijn dan het verleden.

Dat was, toen het boek verscheen, de functie van De Leeuw van Vlaanderen: via een kijk op het verleden een toekomst openen. Laat me een ander voorbeeld geven dat me nauw aan het hart ligt. Ik heb al lang een zwak voor het leven, denken en werk van de William Morris (1834-1896) de 19de eeuwse Britse grondlegger van de Kunst- en Ambachtenbeweging. Morris maakte zich een heel duidelijke voorstelling van de pre-moderne ambachtsman. Ik laat hem aan het woord: ‘De middeleeuwse ambachtsman werkt minder uren… Hij werkte weloverwogen en bedacht zoals kunstenaar dat doen… het ongeschonden landschap reikte tot aan de deur van zijn woning … Zijn werk was afhankelijk van zijn kennis en vaardigheid en dat bleek ook steeds uit de schoonheid en het nut van wat werd gemaakt’.

Ik denk dat een kritisch historicus weinig moeite zou hebben om aan te tonen dat dit mooie beeld voor de overgrote meerderheid van de pre-moderne werkmensen en ambachtslui pure mythe is. Maar dat beeld heeft in grote mate bijgedragen tot het moderne, nog steeds actuele en uitdagende ideaal van wat goed werken en leven is. Progressieve nostalgie, als je wil.

Botero

Die ode aan vakmanschap, aan de synergie van schoonheid en nut, wijst op een houding die leeft in Vlaanderen en die meer dan ooit nodig is voor een gemeenschap die technologisch creatief en innoverend wil zijn, en welvarend wil blijven.

Er heerst vandaag een omgang met het verleden gericht op vernielen, vernederen, verwijderen van elkaar, neerhalen en culpabiliseren. Laten we geen afscheid nemen van de omgang met het verleden die de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme is hun mooie momenten laten zien, gericht op opbouwen, op het opnemen van mensen in een gedeelde toekomstdroom, op het leren van anderen, op het scheppen van nieuwe mogelijkheden en einders.

Durven te zeggen ‘ik ben ons verleden’ is niet alleen daadkrachtiger, maar ook juister dan dat bekrompen ‘ik ben ik’.

Die idee werd mooi geformuleerd door de Colombiaanse schilder, Fernando Botero. Ik citeer hem omdat hij is opgegroeid op wat wel echt een kruispunt van botsende beschavingen is, veel meer dan wij hier in Europa kennen: ‘Je kunt niet schilderen zonder bij een plek te horen. Volkskunst, inheemse traditie, koloniale kunst: dat alles is in mijn werk aanwezig zonder dat ik me ervan bewust ben’. August Vermeylen schreef lang geleden net hetzelfde toen hij – een man die probeerde de intellectuele rijkdom van gans de wereld in zich op te nemen – in de beste Vlaamse literatuur ‘de reuk onzer aarde’ herkende. De reuk onzer aarde.

Onze aarde

Die bewustwording van de creatieve aanwezigheid van onze gemeenschap in elk van ons, geeft substantie aan het leven.

Men kan geen toekomst delen zonder tot op zekere hoogte ook een verleden te delen.

Gemeenschap vormen is ook het leren delen van een verleden, ook al doet men dat zonder zich daarvan bewust te zijn, omdat men de reuk van deze aarde leert te herkennen en, van waar men ook komt, ‘onze’ aarde leert te zeggen omdat men daaraan zijn eigen bijdrage kan leveren, daarin zijn eigen sporen herkent.

We moeten dat met nog meer vastberadenheid en zelfzekerheid doen, iedereen opnemen in ons verleden en ons verleden verrijken met de blik en de sporen van alle mensen die met ons gemeenschap willen vormen.

Zo kunnen we de tocht verder zetten, met vernieuwde moed, met de oude, vertrouwde en met de nieuwe gezellen.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties