JavaScript is required for this website to work.
post

Opkomst en ondergang van Milo Rau in het NTGent

Guido Lauwaert1/2/2023Leestijd 4 minuten
Milo Rau.

Milo Rau.

foto © Belga Image

Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Milo Rau verlaat het Gentse stadstheater om de leiding over te nemen van de Wiener Festwochen. De vlucht van Rau naar Wenen is geen kwestie van een coup de foudre tussen de artistiek leider van het NTG en het bestuur van de Wiener Festwochen. Belangrijke beslissingen als deze zijn een zaak van het afwegen van beider belangen. Niet zelden komen er ook instellingen aan te pas, die meer de kunst van het kapitaal aanbidden dan het kapitaal van de kunst.

Het adieu van Gent moet dus door Milo Rau al geruime tijd gepland zijn. Het zou mij niet verbazen dat de Zwitser een seizoen lang klokken liet beieren. Niet dat hij zelf aan het klavier zat. Vanaf het hogere directieniveau heb je voor zulke klusjes gevestigde kantoren met bedrijfsdokters en woordvoerders die de operaties van de generaals afdekken. Dat zakelijk karakter liet Milo Rau toe, even verbaasd te zijn over zijn Weense benoeming als de lezer over zijn plotse vlucht uit het NTG.

Zijn voorkeur om een troon in Wenen dan een stoel in Gent, heeft niet enkel sporen op zakelijk gebied. Er is ook een morele kwestie. Het was al geruime tijd geweten dat het niet klikte tussen een deel van het bestuur en wat artistieke lui van de Gentse schouwburg. Een half jaar geleden heeft een handvol mensen, onder meer regisseur Luk Perceval en de acteurs Bert Luppes en Oscar Van Rompay, een vlammende brief geschreven naar het bestuur. Het misbruik van de functie werd aangeklaagd. De brief is er pas gekomen na ettelijke pogingen om met Milo Rau aan tafel te gaan zitten; zijn functioneren van een vraag naar een antwoord te leiden. Vergeefs klimwerk. Milo Rau gaf geen gehoor en liet het pareren van de opstandelingen over aan zijn Zwitserse Wacht. Mensen die hij na zijn benoeming, vijf jaar geleden, had binnengehaald.

In zak en as

Het misbruik van zijn functie is en was er niet enkel op artistiek gebied. Milo Rau toucheerde een bovenmodaal loon. Hij heeft dat weten te versieren omdat de zakelijke leiding in zak en as zat. Het was dringend op zoek was naar een opvolger van Johan Simons. De Nederlander had in een eerste legislatuur van vijf jaar, het gezelschap een goede naam bezorgd in de Europese theaterkringen. Nog maar pas benoemd voor een tweede zittingstijd of de boel draaide vierkant. Met als gevolg een verstoorde relatie, zowel met het publiek als met het gezelschap. De onderlinge ruzies rolden de deur uit. Twee kampen en in die kampen nog eens clubjes die elkaar bevochten. Het gevolg was dat Simons na een paar rommelige jaren op geen dwingend maar dringend verzoek werd gevraagd de huissleutels af te geven. Het verschil tussen dwingend en dringend valt te zoeken in juridische staartjes. Enkele maanden na zijn vertrek liet Johan Simons tussen neus en lippen overigens vallen dat hij nooit aan een tweede verblijf in Gent had moeten beginnen. Zijn kop stond elders.

Maar Milo Rau weer opgezocht. Het gouden maandloon stoorde heel wat mensen van de artistieke ploeg. Ook sommige bestuurders, die Milo Rau met trompetgeschal en vlaggengezwaai hadden binnengehaald, hadden daar achteraf spijt van. De paniektoestand was een mistbank waarin zij waren verdwaald.

Morrend volk

Dat hoge loon, ach kom, een kniesoor die erover struikelt. In geval er geen storing op de lijn is. Wat was nu het geval? De storing was niemand minder dan de artistiek directeur zelf. Milo Rau’s geregelde afwezigheden, die met de jaren in aantal toenamen, zorgden voor morrend volk in huis. Rau werd verweten er enkel te zijn voor zijn eigen producties en geen werkelijke Godvader van het Gentse theaterhuis te zijn. Artistieke manifesten over moraal en kabaal mochten dan wel op applaus worden onthaald, het was vaak een verplicht nummertje. Omdat in die manifesten meer reclame dan drama zat.

Eenmaal een verzuurde lucht in huis, waren het hoge loon en de langdurige afwezigheden de reden dat Rau hetzelfde lot wachtte als Julius Caesar. Hij moet dat aangevoeld hebben, een uitweg gezocht en net op tijd een benoeming in een lucratief oord gevonden hebben.

Niet onvermeld mag blijven dat Milo Rau zijn benoeming in Gent enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen. Hij had een kleine schouwburg nodig om een grote te veroveren. Dat hij slechts één legislatuur in Gent zou blijven, stond in de sterren geschreven, gegeven zijn tomeloze ambitie een keizerskroon te veroveren. Hij maalde niet om één zittingstijd. Nochtans wordt dit algemeen gezien als een persoonlijk failliet. Geen tweede ambtstermijn veroordeelt de bewoner van het Witte Huis tot eeuwige politieke verbanning. Om dat te vermijden zijn ze zo tuk op een tweede termijn. Hetzelfde geldt voor de president van Frankrijk, voor elke president of premier trouwens. De activiteiten van het NTGent, zowel op als achter de schermen, zijn echter muizenkorrels. Ze kunnen geen schade toebrengen aan de eerzucht van de Zwitser.

Huisregisseurs

Inderdaad. Milo Rau heeft gezorgd voor producties die het gezelschap naar podia in andere landen bracht. Ze waren echter integraal van eigen hand. Producties van andere huisregisseurs kregen niet de aandacht die ze verdienden, de kansen om elders speeltijd te versieren.

Het focussen op de eigen producties was onderdeel van een groter strategisch plan. Namelijk, Gent als een springplank te zien. Soms moet je een stap opzij zetten om vanuit de zijlijn beter een grote sprong voorwaarts te kunnen maken.

De benoeming van Milo Rau was fout en zijn gedrag gedurende vijf jaar een ramp. Niemand wil bij naam genoemd worden, maar achter de hand is iedereen het daarover eens. Dat voor de opvolging van Rau opnieuw een buitenlander in aanmerking komt, is zo goed als onbestaande. Nu al wordt gefluisterd dat naar een Vlaming gezocht zal worden. Iemand met eenzelfde spanwijdte als Michael De Cock, de artistiek directeur van de Brusselse KVS.

Het wordt zoeken naar de speld in de bekende hooiberg, zoveel is zeker. Toch moet en zal de speld gevonden worden, zo valt al op te maken uit het gefluister in de engelen- als de souffleursbak. Om eindelijk, na tien jaar hurlyburly (Macbeth, eerste scène), een decennium te beleven zonder something is rotten in the state of het Gentse Denmark.

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties