JavaScript is required for this website to work.
Zonder categorie

Opstand in de Kengir Goelag

NieuwsArdy Beld16/5/2024Leestijd 3 minuten
40 dagen na de opstand kwamen de Sovjet-tanks…

40 dagen na de opstand kwamen de Sovjet-tanks…

foto © wiki

Zeventig jaar geleden vond in het Sovjetkamp Kengir een unieke revolte plaats. Geïnterneerde geestelijken speelden een grote rol.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vandaag is het exact zeventig jaar geleden dat in het Kazachse Sovjetkamp Kengir een opstand uitbrak. Veertig dagen lang leefden de gevangenen er onder zelfbestuur. Geestelijken speelden een belangrijke rol en kregen van de overheid de schuld voor de massale ongehoorzaamheid.

Vrijheid

Op 16 mei 1954 houden politieke gevangenen drie kampeenheden van het steppenkamp Kengir in het huidige Kazachstan onder controle. Familieleden die jarenlang gescheiden waren, konden herenigen. Jonge mensen die uit de verte verliefd op elkaar waren, konden eindelijk met elkaar kennis maken. De opstand betekent een ongeziene vrijheid voor de opstandelingen.

In de door de gevangenen bevrijde zones ontstond zelfbestuur. Er werden muurkranten gemaakt. Enkele technisch begaafde gedetineerden konden zelfs een radio in elkaar zetten. Op de korte golf werd verbinding met het buitenland gemaakt. Ook waren er concerten. Het meest opvallend waren de kerkdiensten. In Kengir waren katholieke, orthodoxe en protestante geestelijken opgesloten die een voorname rol speelden tijdens de opstand.

Geen geweld

Joeri Groenin was een soldaat van het Rode Leger die krijgsgevangen werd gemaakt door de Duitsers. Hij werd als wegenbouwer door de Organisation Todt tewerkgesteld. In 1945 namen de Sovjets de Siberiër wegens ‘landverraad’ in Berlijn gevangen en veroordeelden hem tot 10 jaar strafkamp. Na zijn vrijlating bleef hij in Kazachstan wonen. In de jaren negentig werden meerdere boeken over zijn belevenissen in de kampen gepubliceerd.

Groenin was niet alleen ooggetuige, maar ook actief deelnemer aan de revolte van Kengir. In zijn memoires schreef hij: ‘Gedurende de veertig dagen van de opstand was er geen enkel geval van moord, diefstal of zelfs maar geweld. Voor een priester werd een gewaad genaaid. Hij voltrok een huwelijk tussen twee gevangenen. Toen een oude man stierf werd er een christelijke begrafenis georganiseerd. Er werd een kist getimmerd en de priester hield een dienst voor de overledene.’

Huwelijk

Anna Gretsjanik-Witt trouwde tijdens de opstand van Kengir met medegevangene Konstantin Witt. ‘Veel meisjes schreven naar de jongens.  De briefjes werden aan een steentje gebonden en van de ene naar de andere kampzone gegooid. Zo maakte ik op afstand kennis met Konstantin. Hij kwam in Kengir uit een kamp in Ekibastoez. Ze werden elke dag geboeid naar het werk gebracht. Zijn briefjes waren erg hartelijk, hij ondertekende altijd met ‘dezelfde Kostja’, ik schreef ‘dezelfde Anna’.’

Ze vervolgde: ‘We ontmoetten elkaar voor het eerst toen de opstand uitbrak in het kamp… We praatten de hele nacht. Het was de liefde van ons leven, de eerste en voor altijd… Al snel vroeg Konstantin me ten huwelijk. Er was een priester in hun zone die al het huwelijk van een aantal andere paren had ingezegend. Ik ging akkoord. In aanwezigheid van zijn hele brigade werd ons huwelijk voltrokken.’

Einde

Op 26 juni 1954 – nog voor zonsopgang – rukte een legerdivisie met vier tanks op naar het kamp. Ze beschoten de loopgraven, barricades en barakken. Gevangenen die de weg versperden, werden verpletterd onder de rupsbanden. Soldaten die door de verdediging van de opstandelingen braken, schoten met scherp. Het gewapend neerslaan van de opstand van Kengir nam amper vier uur in beslag. Bij het aanbreken van de dag was alles voorbij.

Anna Gretsjanik-Witt herinnerde zich aan het lot van een ander tijdens de revolte getrouwd stel: ‘Toen de tanks de barakken naderde waar wij ons bevonden, schoten ze eerst met losse flodders in de ramen van de barakken. Daarop vlogen de matrassen in brand en moesten we naar buiten rennen. Alle mannen stonden op een rij tegen de muur. Als voormalig frontsoldaat besefte mijn man onmiddellijk het gevaar. Hij duwde me opzij en riep de anderen toe: ‘Wegwezen’. Marika en Zjenja reageerden te laat. Ze werden verbrijzeld onder de rupsbanden van de tank.’

Gevolgen

In de inmiddels opnieuw voor het publiek gesloten archieven van de KGB was de toenmalige overheidsconclusie over de gevangenenopstand te vinden. ‘Een groep papen van de orthodoxe, katholieke en autocefale kerken leidde de opstand in propagandistische zin. Ze hielden systematisch gebedsdiensten en dwongen de gevangenen om de kampleiding niet te gehoorzamen.’

Ivan Dolgich, directeur van het ‘hoofddirectoraat voor opvoedings- en werkkampen’ berichtte in juli 1954 aan het Kremlin: ‘Gebruik makend van de afwezigheid van anti-religieuze propaganda, hebben gevangen papen en baptisten een vijandige ideologie kunnen propageren. Op grond hiervan achten wij het noodzakelijk om in alle kampen het politiek-educatieve werk en de antireligieuze propaganda aanzienlijk te versterken… Ik heb het bevel gegeven alle papen en religieuze activisten uit de kampen in afzonderlijke eenheden te plaatsen.’

Journalist, vertaler en auteur.

Commentaren en reacties