JavaScript is required for this website to work.
Ethiek

Ouderschap loskoppelen van afstamming is de volgende stap

Mark Geleyn16/7/2023Leestijd 3 minuten

Zwangere vrouw

Zwangere vrouw

foto © Medium.com

De Europese Commissie zint op erkenning van ouderschap via draagmoeders: iets wat in de lidstaten wegens kinderhandel wettelijk verboden is.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ouderschap via draagmoederpraktijk is in de meeste EU-lidstaten verboden. Ter wille van ‘niet-traditionele paren’, die via die praktijk toch een kind willen verwerven, wil de Europese Commissie van Ursula von der Leyen dat verbod creatief omzeilen. Met een ouderschapscertificaat voor heel de unie.

De juridische commissie van het EU-Parlement bespreekt een voorstel van de Europese Commissie om ouderschap dat in één lidstaat erkend is, automatisch uit te breiden tot heel de Unie. Met een certificaat zouden dan alle lidstaten de ouderschapsrechten erkennen van gelijkgeslachtelijke paren en wensouders van draagmoederkinderen. Zo wordt de draagmoederpraktijk, die in de meeste lidstaten verboden is, toch mogelijk gemaakt.

Op het geboortecertificaat van kinderen van draagmoeders staat doorgaans de biologische moeder. Maar wensouders die zo’n kind besteld hebben, willen dat niet. Niet de moeder, maar zijzelf willen als ouders erkend worden, ook al is er geen biologische band met het kind.

Een erkenning van ouderschap via zo’n EU-certificaat zou de draagmoederpraktijk een formidabele impuls geven, ook al is die wegens kinderhandel wettelijk verboden. De agentschappen die op de markt van ‘Huur-een-Baarmoeder’ (Rent-A-Womb) actief zijn, verdienen er nu al goed hun brood mee.

Gezinsbeleid is bevoegdheid van de lidstaten

Maar er is een obstakel: gezinsbeleid is een nationale bevoegdheid van de lidstaten. Didier Reynders, commissaris voor Justitie, suste de lidstaten met de bewering dat deze maatregel geen inbreuk op hun bevoegdheden inhield. Dat is het natuurlijk wel.

De argumentatie van het commissievoorstel steunde aanvankelijk op het principe van vrij verkeer van personen binnen de EU. Maar dat argument klonk zwak in een materie van deze draagwijdte. Daarom vond de commissie een betere hefboom: het belang van het kind. Kinderrechten moesten toch op dezelfde wijze in heel de EU gelden, nietwaar? De lhbt-lobbyisten spreken zelfs van ‘staatloze kinderen’, die het slachtoffer zouden zijn van juridische onzekerheid zolang er geen EU-erkenning van hun ouderschap komt.

Die argumentatie komt neer op kinderrechten en nationale wetgevingen op hun kop zetten. Zeventien lidstaten verbieden draagmoederschap omdat het kinderhandel is en omdat vrouwen er in hun waardigheid miskend worden. Het Europees Parlement veroordeelde de draagmoederpraktijk in 2015, en opnieuw in 2021, als uitbuiting van vrouwen. In de VN-conventie over Kinderrechten primeert altijd het belang van het kind (art. 3), en heeft een kind altijd recht op registratie, naam, nationaliteit en het kennen van en verzorgd worden door eigen ouders (art. 7). Draagmoederouders doen iets immoreels, en in de meeste landen iets illegaals. Maar nu willen de supranationale EU-instanties aan de koppels een certificaat van ouderschap voor de hele EU afleveren.

Er is nog een probleem. Met het invoeren van de niet-juridische term ‘ouderschap’ (parenté) zaait de commissie bewust verwarring met de term ‘afstamming’ (filiation), een belangrijk begrip in het personenrecht. Afstamming is biologisch bepaald. Ouderschap is een kwestie van keuze. Beide termen lijken synoniemen, maar door ze te vermengen, vinden regenboogparen een gat in de wetgevingen om ouderschap te claimen. Het is een soort afstamming, maar dan zonder biologische betekenis.

De weg door de EU-instanties

Momenteel bespreekt dus de juridische commissie van het Europees Parlement het commissievoorstel tot automatische erkenning van ouderschap. Dat parlement heeft in deze kwestie slechts raadgevende bevoegdheid. Daarna gaat het voorstel naar de EU-Raad.

In de EU-Raad is er unanimiteit nodig, zeker in een materie die tot bevoegdheid van de lidstaten behoort. De kans is klein dat de Raad het voorstel zal aannemen. De commissie weet dat uiteraard, en de lhbt-organisaties die het voorstel samen met de commissie uitschreven, wisten ook dat zo’n automatische erkenning er momenteel niet in zit. Maar wat nu waarschijnlijk niet gaat, gaat misschien over enkele jaren wel. Zo ging het ook al met het gelijkgeslachtelijke huwelijk.

De praktijk in België

In tegenstelling tot de meeste EU-lidstaten die draagmoederschap verbieden, wordt de praktijk in België gedoogd. Wel hebben draagmoedercontracten geen juridische geldigheid. Lhbt-groepen dringen aan op erkenning van draagmoederschap. Minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke vroeg het Raadgevend Comité Bio-ethiek om advies. Dat advies is nu beschikbaar en zij die zich progressief noemen, zijn er tevreden mee. Dat comité, dat van draagvrouw spreekt in plaats van draagmoeder, stelt voor deze illegale praktijk aanvaardbaar te maken. Mits enkele voorwaarden: als de wensouders zelf geen kinderen kunnen krijgen, wat het geval is voor regenboogparen, als de draagvrouw (de gestator of carrier in het jargon van de ‘surrogacy agencies’) uit vrije wil beslist en er geen financieel oogpunt mee heeft. Het comité spreekt zich alleen uit over ‘altruïstische draagvrouwpraktijk’ binnen België, maar het is een kwestie van tijd tot de lhbt-gemeenschap de volgende snee in de salami zal aansnijden.

Voormalig directeur generaal op Buitenlandse Zaken en ambassadeur van België in Israel en in Duitsland

Commentaren en reacties