JavaScript is required for this website to work.
post

Over De Lijn?

Pieter Bauwens16/1/2013Leestijd 3 minuten

Volgens de statuten van De Lijn moet de reclame die De Lijn op haar bussen en trams hangt eentalig Nederlands zijn. Dat is niet zo. Rudi Coel uit Overijse bond de kat de bel aan en zette zo het probleem op de politieke agenda.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De eerste sporen van de discussie in de media dateren van eind augustus 2012. De Vlaamse ombudsman Bart Weekers zegt dat hij en de commissie mobiliteit van het Vlaams Parlement voortdurend klachten ontvangen over anderstalige, vooral Engelstalige, reclame op voertuigen van De Lijn. Weekers spreekt over ‘The Line’. De Vlaamse ombudsman komt met het nieuws naar buiten omdat hij de ‘flauwe excuses’ beu is van Lijncom, het bedrijf dat de reclame werft voor De Lijn.


Statuut


De Lijn zelf houdt zich wat op de vlakte. Zo’n zomerbuien waaien wel over. Helaas, eens het Vlaams Parlement uit zijn zomerslaap ontwaakt, is er discussie in de mediacommissie. Het Vast Comité voor taaltoezicht wordt erbij gehaald: reclame valt onder de vrijheid van taalgebruik, ook op borden van publieke bedrijven zoals NMBS of De Lijn. Maar toch is anderstalige reclame op de voertuigen van De Lijn verboden omdat de statuten van LijnCom bepalen ‘dat bij de reclamevoering de Nederlandse taal de voertaal moet zijn, met uitzondering van de merknamen’. Het moet dus in het Nederlands.


Tijdens het parlementaire debat zijn de kampen snel duidelijk. Open Vld, sp.a en Groen willen eigenlijk liever de statuten van Lijncom ‘versoepelen’. N-VA en Vlaams Belang zijn tegen. Minister Crevits pleit voor een uitzondering voor slogans van het merk of de titel van een film. Volgens de minister heeft LijnCom al campagnes gemist wegens het verbod maar ze bepleit ‘een sluitend controlesysteem’ dat Lijncom dwingt de huidige regels te volgen.


Tegenoffensief


De tegenaanval van De Lijn komt in december onder meer in De Morgen. Het is een media-offensief, niet toevallig enkele dagen voor minister Crevits vergadert met De Lijn over de taalrichtlijnen voor de reclame. De boodschap is dat De Lijn veel geld verliest door de toepassing van de (achterhaalde) taalwetten. Zouden alle campagnes waartegen klacht werd ingediend zijn weggevallen, dan zou De Lijn veel inkomsten hebben gemist. Terzake brengt een reportage over de affaire die start met de aankondiging ‘Hoe ver kan je gaan in de verdediging van je moedertaal? De Lijn loopt elk jaar 3 miljoen euro aan inkomsten mis omdat ze systematisch advertenties moet weigeren met Franse of Engelse woorden in’. Dat bedrag wordt in de reportage berekend door Roger Kesteloot, directeur-generaal van De Lijn. ‘Als alle soortgelijke campagnes (bedoeld dus anderstalige, PB) waartegen geen klacht is ingediend, niet mogen, verliest De Lijn 2,9 miljoen euro.’ De Lijn heeft dus nog geen geld verloren. In een open brief fulmineerde Dirk Verhofstadt, broer van, dat ‘een minister met een beetje ruggengraat dit soort absurde regels onmiddellijk verticaal zou klasseren.’


Rudi Coel


Terzake en De Morgen brengen de man in beeld die aan de oorzaak ligt van de heisa: Rudi Coel uit Overijse, actief in Taalrespect en al een heel leven druk doende de niet-naleving van de taalwet te documenteren. De Morgen doet een ernstige poging om Coel te ridiculiseren. Maar Coel is geen ‘verkrampte kleine ziel’. ‘De problemen met anderstalige reclame op de bussen van De Lijn zijn niet nieuw. Men heeft, om beter controle te hebben op die reclame speciaal een eigen bedrijf opgericht, Lijncom. De CD&V’er Ludwig Caluwe heeft speciaal dat zinnetje over het Nederlands als voertaal in de statuten laten schrijven. Maar daarmee was het probleem niet opgelost. Politici denken dat het in orde is als het op papier staat, maar niemand controleerde dat’, aldus Coel. Het argument dat reclamecampagnes wereldwijd dezelfde zijn, klopt niet volgens Coel: ‘surf maar eens op het internet, de slogans van wereldmerken zijn niet overal in het Engels. “I’m loving it”  van McDonald’s is in Duitsland bijvoorbeeld “Ich liebe es”. Waarom moet het in Vlaanderen dan in het Engels? Het is trouwens niet waar dat grote bedrijven wereldwijd dezelfde campagne voeren, vaak doen ze een beroep op een plaatselijk reclamebureau, een beetje surfen op het net en je weet dat.’ Dat De Lijn geld verliest, is een non-argument volgens Coel. ‘Dan ga je ervan uit dat geen enkel bedrijf ook maar overweegt om die anderstalige reclame aan te passen. Alsof ze al die advertentieruimte zomaar verloren zou laten gaan …’


De bal ligt in het kamp van de politici. Kan de N-VA de Vlaamse regering overtuigen om de statuten niet aan te passen? Dat is nu de vraag. Het antwoord: binnenkort in de mediacommissie van het Vlaams Parlement.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties