Vandaag 1937: Antonio Gramsci overleden, uitvinder van het ‘politiek correcte’ denken
Antonio Gramsci (1891-1937)
Gramsci leert dat de politieke machtsovername wordt voorafgegaan door het veroveren van de culturele macht via het ‘politiek correcte’ denken.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 27 april 1937 overlijdt in een ziekenhuis in Rome Antonio Gramsci (46), Italiaans communistisch voorman, theoreticus van het ‘politiek correcte’ denken en van de culturele machtsovername.
Na zijn studie letterkunde aan de Universiteit van Turijn sluit Gramsci zich in 1921 aan bij de Partito Comunista Italiano (PCI). Een jaar later al wordt de getalenteerde Gramsci in Moskou benoemd tot lid van het uitvoerend Comité van de Communistische Internationale (Komintern).
Even later, 30 oktober 1922, komt Benito Mussolini in Italië aan de macht. In 1924 wordt Gramsci volksvertegenwoordiger voor Venetië en lanceert hij het communistische dagblad L’Unita, dat het uithoudt tot 2014. In januari 1926 wordt Gramsci secretaris-generaal van de PCI en haar feitelijke leider. Niet voor lang, want op 8 november 1926 wordt de PCI verboden en hijzelf veroordeeld tot 20 jaar gevangenis.
In de gevangenis schrijft hij 33 schriftjes vol, samen 3000 bladzijden: zijn Quaderni dal carcere (Gevangenisschriften). Ze worden door zijn schoonzus buitengesmokkeld en verspreid. Gramsci herdenkt de gehele praxis van het marxisme-leninisme en formuleert een volledig nieuwe strategie van machtsovername. De staat is niet alleen een politiek apparaat, zegt hij, de overheid ‘organiseert ook de consensus’. Ze regeert via een impliciete, onuitgesproken ideologie, die berust op waarden die door de meerderheid van de staatsburgers worden aanvaard. Dit ‘burgerlijke apparaat’ omvat de cultuur, de ideeën, de zeden en tradities, tot en met het ‘gezond verstand’.
In ontwikkelde samenlevingen is het onmogelijk de politieke macht over te nemen, als men niet eerst de culturele macht verovert. De hegemonie van links komt tot stand door ‘termietenwerk’, gericht op de infiltratie van de media, het onderwijs (voorop de universiteiten), de cultuursector en het gerecht. Terloops somt Gramsci in detail alle middelen op die hij geschikt acht voor de ‘doorlopende overreding’: een beroep doen op de emoties, de heersende waarden afbreken, ‘linkse helden’ creëren, promotie van het theater en het chanson, het taalgebruik sluipend afstemmen op de linkse ideologie.
George Orwell zal dit later in zijn werk 1984 ‘newspeak’ noemen, vandaag heet dat ‘politiek correct’ denken.
Gramsci heeft oog voor het detail: schrijf je in een krant politieke commentaren, word je mogelijk geëlimineerd. Maar de kookrubriek, de kinderbijlage, het boekennieuws, de filmrecensies, die vallen minder op en zijn dus veel geschikter om het ‘politiek correcte’ denken te verspreiden. Geen medium ter wereld waar na de Tweede Wereldoorlog deze rubrieken niet linkser waren dan de (openlijk) politieke bijdragen.
Gramsci noemt dit alles ‘metapolitiek’ of ‘culturele subversie’, en spot met de liberale samenlevingen die dit laten begaan, dit als ‘progressief’ beschouwen en niet zien dat dit hun ondergang wordt. Ze hebben niet door dat de omkering van de ‘ideologische meerderheid’ onderweg is.
Ooit ging ik in Brussel naar de trotskistische theoreticus Ernest Mandel (1923-1995) luisteren, prof aan de VUB. Na afloop van zijn lezing vroeg ik hem, waarom hij op geen enkele moment Antonio Gramsci had vernoemd. Lachend zei hij: ‘Een goede kok geeft nooit zijn recepten prijs’.
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Frans Daels wordt Vlaamsgezind als militair arts aan het IJzerfront. Hij zet de IJzerbedevaarten mee op, daarnaast is hij een veelvuldig gelauwerd arts vanwege zijn medisch onderzoek.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.