JavaScript is required for this website to work.
post

Over een wereldrevolutionair en een vriend van Vlaanderen

Dirk Rochtus29/10/2015Leestijd 4 minuten

Professor Walter Thys overleed op 26 oktober 2015. Hij gaf boeken uit over twee personen die een band met Vlaanderen en Nederland hadden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vlamingen die hun taal en cultuur over de landsgrenzen heen uitdragen, zijn niet dik gezaaid. Emeritus professor Walter Thys (1924-2015) was zo iemand. De germanist Thys doceerde aan de universiteit van Gent vergelijkende letterkunde en al vanaf 1953 ook Nederlandse taal- en letterkunde en cultuurgeschiedenis aan de universiteit van Lille (Rijsel). Hier richtte hij in 1977 ook een ‘Centre d’Etudes néerlandaises’ (C.E.N.) op om de belangstelling voor het Nederlands in Frans-Vlaanderen op te wekken. Die onvermoeibare inzet voor de bevordering van de kennis van het Nederlands in het buitenland had hij al in 1961 in Den Haag tentoongespreid met de organisatie van het ‘Colloquium van neerlandici extra muros’. Uit dat initiatief volgde negen jaar later de oprichting van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN). Thys gaf ook gastcolleges in Amerika, Zuid-Afrika en de Duitse Democratische Republiek (DDR). Hij had talloze publicaties over Nederlandse taal- en letterkunde op zijn naam staan.

Wereldrevolutionair

Het Oost-Duitse Leipziger Universitätsverlag heeft twee boeken van hem uitgegeven, waarin hij telkens aan de hand van brieven en documenten het leven van een persoon reconstrueert die een brug tussen enerzijds Duitsland en anderzijds Vlaanderen of Nederland heeft geslagen. Het boek met de titel ‘Vom Wandervogel zum “Compañero”‘ documenteert het leven van Jan Andries Jolles (1906-1942), die als ‘Soldat der Weltrevolution’ tijdens de jaren ’30 van vorige eeuw in opdracht van de Communistische Internationale (Comintern) actief was in Latijns-Amerika. Jolles was de zoon van een Nederlandse vader en een Duitse moeder. Jan Andries senior (1874-1946) doceerde achtereenvolgens kunstgeschiedenis aan de toenmalige Friedrich-Wilhelms-Universität in Berlijn en neerlandistiek aan de universiteit van Leipzig. Hij verwierf het Pruisische staatsburgerschap door zich in augustus 1914 als oorlogsvrijwilliger te melden. In het bezette België was hij een tijd lang professor aan de ‘Vlaamsche Hoogeschool’ te Gent, die door de Duitse gouverneur-generaal Moritz von Bissing in het kader van de ‘Flamenpolitik’ was opgericht. Kort na de oorlog werd vader Jolles lid van de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD). Onder invloed van de vele tafelgesprekken in het vaderlijke huis bekeerde zijn tienerzoon Jan Andries zich tot het communisme. Op achttienjarige leeftijd emigreerde hij na een kort verblijf in Amsterdam naar Brazilië om zich kort daarna aan te sluiten bij de Argentijnse Communistische Partij. Vanaf dan stond het korte leven van Jan Andries Jolles in het verre Zuid-Amerika in het teken van de strijd voor een communistische maatschappij. Zijn geloof in het marxisme kon niet verhinderen dat hij al in 1937 na ‘onderzoekingen’ door de Comintern als ‘klassenvijand’ uit de partij wordt gestoten. Zijn vroege dood in 1942 wierp vele raadsels op: pleegde hij als ‘geëxcommuniceerde’ zelfmoord of werd hij vermoord? Het is een boeiend, maar tragisch leven dat professor Thys met behulp van zorgvuldig bijeengedragen briefwisseling, akten en getuigenissen uit de doeken doet.

Liefde voor Vlaanderen

Even zo fascinerend is ‘Ein Landsturmmann im Himmel. Flandern und der Erste Weltkrieg in den Briefen von Herman Nohl an seine Frau’ waarvoor Thys brieven van een in het tijdens WO I bezette Vlaanderen gekazerneerde soldaat selecteerde met de nodige cultureel-historische omkadering. Herman Nohl (1879-1960) was niet de eerste de beste. Tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was hij docent filosofie aan de universiteit van Jena, vanaf 1919 werkte hij als professor aan de universiteit van Göttingen. Hier legde hij zich onder invloed van zijn leermeester Wilhelm Dilthey (1833-1911) toe op de ‘geisteswissenschaftliche Pädagogik’. In 1915 was Nohl opgeroepen voor de militaire dienst, maar wegens een kniewonde en zware bijziendheid hoefde hij niet naar het front. In plaats daarvan moest hij als gewone soldaat administratieve taken waarnemen bij de Duitse bezettingstroepen in Gent. Gedurende de drie jaar dat hij hier op post was, verdiepte hij zich in de taal, literatuur en beeldende kunsten van Vlaanderen. In 605 brieven aan zijn echtgenote Bertha Oser (1878-1936) – als pianiste een leerlinge van Clara Schumann (1819-1896) -, verwoordde Nohl zijn groeiende liefde voor Vlaanderen en de Vlaamse mensen. Nohl heeft zich ook ingespannen om het lot van de naar Duitsland gedeporteerde Gentse historici Henri Pirenne (1862-1935) en Paul Fredericq (1850-1920) te verzachten. Beide hadden zich verzet tegen de vernederlandsing van de ‘Vlaamsche Hoogeschool’, maar Nohl vond het een schande van de Duitse militaire overheid ‘(….) Gefangene und Feinde, auch wenn sie besiegt sind, schlecht behandeln zu wollen’. Nohl zou er mee voor hebben gezorgd dat Pirenne in Duitsland het gezelschap van zijn echtgenote en zijn jongste zoon kreeg, een inzet waarover noch Pirenne in zijn memoires noch diens biograaf Bryce Lyon berichtte. Verder onderhield korporaal Nohl ook contacten met bekende Vlaamse kunstenaars als James Ensor, Albert Servaes, Stijn Streuvels en Hugo Verriest. De brieven van Nohl aan Bertha geven een fascinerende inkijk in het geestelijke leven van een Duitse professor, een ware Bildungsbürger, die als gewone bezettingssoldaat Vlaanderen en zijn mensen leert kennen en liefhebben. Daarnaast zijn ook nog twee artikels van Nohl in het boek mee opgenomen, een onder de titel ‘Die idyllische Seele Flanderns. Das Land der Leie und Albijn Van den Abeele’ (uit 1916) en een ander als de recensie ‘F. Timmermans: Das Jesuskind in Flandern’ (uit 1919).

Beide door Walter Thys geredigeerde boeken zijn uitgegeven met steun van de Universitaire Stichting van België.

Walter Thys (Hg.), Ein Landsturmmann im Himmel. Flandern und der Erste Weltkrieg in den Briefen von Herman Nohl an seine Frau, Leipziger Universitätsverlag 2005, 359 p. ISBN 3-86583-070-6

Walter Thys (Hg.), Vom Wandervogel zum “Compañero”. Jan Andries Jolles (1906-1942) Soldat der Weltrevolution, Leipziger Universitätsverlag 2012, 393 p. ISBN 978-3-86583-531-4

 

Afbeelding: De ‘Vlaamsche Hoogeschool’   (c)  www.europeana1914-1918.eu

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties