Zo leerde ik 'Moeders voor Moeders' persoonlijk kennen: tijdens een kerstperiode vóór de coronacrisis stonden er een paar dames aan de uitgang van FNAC de hele dag boeken in geschenkpapier in te pakken. De opbrengst van de bijdragen zou besteed worden aan voedsel- en andere steunpaketten voor moeders in nood. Ik vond dat een mooi initiatief en liet hen mijn geschenkboeken inpakken. Uiteraard wist ik — Antwerpen is wat dat betreft een kleine stad — dat onder meer mensen als…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Zo leerde ik ‘Moeders voor Moeders’ persoonlijk kennen: tijdens een kerstperiode vóór de coronacrisis stonden er een paar dames aan de uitgang van FNAC de hele dag boeken in geschenkpapier in te pakken. De opbrengst van de bijdragen zou besteed worden aan voedsel- en andere steunpaketten voor moeders in nood. Ik vond dat een mooi initiatief en liet hen mijn geschenkboeken inpakken.
Uiteraard wist ik — Antwerpen is wat dat betreft een kleine stad — dat onder meer mensen als Alexandra Colen deze vereniging opgericht hadden. Rechtse nationalisten dus, maar dat was voor mij geen reden om een dergelijke actie niet te steunen.
Onlangs bleek echter dat het niet echt ‘om moeders voor moeders’ ging, maar vooral om ‘Vlaamse moeders voor Vlaamse moeders’, een vreemd concept in een stad waar waarschijnlijk de meerderheid van de ‘moeders in nood’ migranten of afstammelingen van migranten zijn. Wél moeders, maar blijkbaar niet de echte doelgroep. Het was dan ook niet verwonderlijk dat een paar ‘moeders van eigen bodem’ problemen kregen met de toenemende enthousiaste en dankbare aanwezigheid van zogenaamd ‘allochtone moeders’.
Wat wél verwonderlijk was, was het feit dat de vereniging op de klachten van deze racistische minderheid (hoe noem je zoiets anders?) inging en de volkseigen moeders begon af te schermen van die anderen. Iedereen kreeg weliswaar de nodige hulp, maar die ruimtelijke afscheiding zorgde voor een wrange nasmaak.
Een moeder is een moeder
Ik weet niet of men dat niet op een andere en intelligentere manier had kunnen oplossen dan door een veroordeling via UNIA, maar het is helaas niet gebeurd.
Ik vind dit voor alle betrokkenen binnen de vereniging en ver daarbuiten een jammerlijk gemiste kans: ten eerste hadden de volkseigen moeders kunnen leren dat een moeder = een moeder = een moeder, zeker wanneer die vrouw in nood is. Nu werden echter hun domme vooroordelen, want meer is dat niet, nog maar eens bevestigd. Ten tweede kregen de moeders met een migratieachtergrond voor de zoveelste keer de boodschap dat ze er echt niet bij hoorden, en hoe wil je het dan over de verwachting van en de plicht tot integratie hebben? En ten derde heeft deze affaire nog maar eens het imago van de Vlaamse Beweging ernstig geschaad.
Het heeft daarom weinig zin om, zoals Boudewijn Bouckaert doet, te wijzen op Franstalige en/of islamitische enzovoort organisaties die in hetzelfde bedje ziek zijn (en niet door UNIA aangepakt werden). Mij gaat het om een zoveelste gemiste kans om aan nieuwkomers te laten zien dat wij begrepen hebben wat discriminatie de mensen kan aandoen en daarom een samenleving willen opbouwen waar dit niet meer het geval is.
Dat het ook anders kan bewijst een organisatie als Volk in Nood, een solidariteitsbeweging met concrete projecten voor en met mensen van Niger tot Sri Lanka, die uitdrukkelijk haar Vlaams-nationale roots verkondigt, maar die daarin juist een aansporing ziet om andere volkeren te helpen.
Nog niet lang geleden heeft er een Vlaamse emancipatiebeweging bestaan met boegbeelden als Willy Kuypers, Maurits Vanhaegendoren en Nelly Maes. Déze beweging moet, om het met Hugo Verriest te zeggen, herleven, en wel zo spoedig mogelijk.