Paasklokken boven mijn tuin
foto © Reporters
De rellen in Anderlecht waren net zoals de reacties erop voorspelbaar. Problemen geraken niet opgelost omdat partijen op hun ideologische standpunten kamperen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp Paaszondag hingen er geen klokken in de lucht boven Vorst, maar helikopters. Hun geluid bracht me onaangename herinneringen terug aan de aanslagen van vier jaar geleden, of later aan de arrestatie van Abdeslam. Nu bekijkt politie hoog boven onze hoofden wat er gebeurt in Anderlecht, niet ver van hier. Daar heeft Adil, een jongen van 19, zich vrijdagnacht te pletter gereden met zijn moto, nadat hij van een coronacontrole was weggevlucht. Het hele weekend was het er bijzonder onrustig.
La police tue
Ik volg de gebeurtenissen op de sociale media. In deze dagen van quarantaine zijn alle beelden die ik er zie hallucinant. Grote groepen jongeren wanen zich immuun voor het virus, klitten samen en gaan de confrontatie aan met oprukkende politie in gevechtskledij. Er is tot een betoging opgeroepen, maar heel snel ontaardt die in rellen. Niet verwonderlijk, want ondanks de indrukwekkende oproepen tot kalmte van Adils familie en waardige imams, loopt Twitter over van berichten over ‘de moordende politie’. ‘La police tue encore’ bericht ‘La Gauche Anticapitaliste’. Wat verder bidt iemand dat de poorten van het paradijs wijd open moeten gaan voor Adil en dat de wraak van Allah groot zal zijn.
De links-rechtspolarisering verloopt voorspelbaar en zonder nuance. Volgens de enen is Adil een brave jongen aan wie niets te verwijten valt en die zelfs aan voorbeeldig vrijwilligerswerk deed. Anderen citeren dan politiebronnen volgens welke Adil en zijn broers al vaak in aanraking waren gekomen met het gerecht voor feiten gaande van wapenbezit tot verkrachting. Onder meer staatssecretaris Pascal Smet en de advocaat van de familie verklaren snel dat het politie-optreden onderzocht moest worden. Daar komen meteen reacties van extreemrechts tegenover, die vinden dat alles eenvoudiger zou zijn als de politie met scherp zou schieten of de doodstraf weer zou worden ingevoerd.
Kwik en Flupke
In Anderlecht stromen vrijdag en zaterdag jongeren toe van over heel Brussel, minder dan een derde zou van de gemeente zelf afkomstig zijn. En velen onder hen zijn minderjarig.
Ik bekijk enkele keren de beelden waar een losgeslagen bende een combi in de prak slaat. De gemiddelde leeftijd ligt hier duidelijk heel laag. Dit zijn geen zwartgeklede casseurs zoals die ik die gewelddadig bezig zag bij betogingen van gele hesjes. Ze doen me eerder denken aan een riedel op hol geslagen jonge honden die blaffend rond hun prooi dansen. Ze slaan maar wat onhandig op de auto, breken de ramen. Dan proberen ze de auto te doen kantelen. Maar zelfs met zijn twintigen slagen ze er niet in. Ze lijken een beetje op een geperverteerde versie van Kwik en Flupke. Eén heeft tot zijn verbazing een dienstwapen bemachtigd en schiet ermee in de lucht. Een iets oudere man stuurt de jongeren met opgeheven vinger weg. Het lijkt alsof ze hem kennen, want ze stuiven meteen alle richtingen uit.
Ze weten dat ze gefilmd worden, doen dat natuurlijk ook zelf. Hun filmpjes zijn de trofeeën waarmee ze later zullen pronken. Dat ze gearresteerd worden, kan ze niet schelen, integendeel: het is een van de weinige onderscheidingen die ze ooit zullen krijgen, waarmee ze denken boven de middelmatigheid van hun bestaan uit te stijgen. Tegen de negatieve kracht van die beelden staat niets. Geen vermaning, geen moraliserend verhaal. Ze zijn deel van een verloren jeugd, die ontdaan is van elke positieve, opbouwende referentie waaraan jonge mensen zoveel behoefte hebben. Afwezige vaders, die hun zoons niets te zeggen hebben; moeders die hun zoons niets willen zeggen. Zelfs voor de dragers van de godsdienst, de imams, hebben ze geen respect: eerder luisteren ze naar de virtuele valse predikers van een godsdienst van haat.
La Haine
Haat, een woord dat Brusselse jongeren met een allochtone achtergrond te gemakkelijk in de mond nemen. ‘On a tous la haine,’ vertelt een jongere aan een straathoekwerker die samenvat wat er allemaal fout loopt: alles. Haat tegenover de wereld, maar ook tegenover zichzelf. Hun gevoel van eigenwaarde bestaat niet. Een allesoverheersend slachtoffergevoel dat iedereen tegen hen is, dat alles toch fout loopt, wat ze ook proberen. Een falend onderwijs, in miserabele omstandigheden. De Franse gemeenschap laat al jaren onaanvaardbare toestanden toe in scholen in Molenbeek en Anderlecht die in de rijkere gemeenten ondenkbaar zijn. Hier zijn ‘les écoles poubelles’ de norm. Probeer maar eens in een klas zonder vensters met een totaal uitgebluste leraar te geloven dat je jezelf kan overstijgen. Plus est en vous? Alvast niet hier…
Dat is de realiteit voor de outcasts: ze bouwen geen kennis op van het stimulerende, het opbouwende. Opvoeding die naam waardig is verdwenen en vervangen door de dagelijkse rommel uit de smartphone. Ze worden door de leegte opgeslorpt; de bodem is al lang weggeslagen van onder hun voeten. Hun enige rolmodellen zijn andere losers wier slechte voorbeeld zij cultiveren. Hun gevoel van uitzichtloosheid over hun bestaan en hun onmacht kunnen ze enkel van zich afzetten door als blinde punks herrie te schoppen en de symbolen van het systeem aan te vallen met primitieve middelen: met stenen de politie bekogelen, met een stuk rommel de ruiten van een combi inslaan. En dan wegvluchten, tot een volgende confrontatie.
De empathie van de knuppel
Zij staan tegen een al even onmondige groep overbeschermde agenten die alleen al door hun verschijning een levende provocatie zijn en niet meer weten dat empathie soms beter werkt dan een knuppel. Ik zag drie dagen geleden hoe een patrouille een jonge vader en zijn zoontje betrapt had op een bank in een park. In geen tijd kwamen drie combi’s met loeiende sirenes ter versterking en stonden agenten met kogelwerende vesten bij de versteende vader en een verbaasd kijkend jongetje. Dat soort overkill zegt veel over het gebrek aan vorming bij de ordediensten, die geen andere methodes lijken te kennen dan het strikt volgen van de orders van het boekje. Misschien had enige soepelheid vrijdagavond Adil kunnen overtuigen niet hals over kop weg te spurten.
En dat die ordediensten soms last hebben van enige racistische reflexen, mag men niet onder de mat blijven vegen, hoezeer men dat voorspelbare argument als excuus voor baldadig gedrag ook afwijst. Op Twitter getuigt de nicht van de verongelukte Adil op een heel geloofwaardige manier dat zij zonder enige reden omringd werd door agenten toen zij haar medeleven aan de familie wou betuigen. ‘Bande de bougnoules’ werd de rouwende familieleden toegeroepen.
Champetter 15
Het vervelende is dat Brussel er maar niet in slaagt om problemen aan te pakken die al jaren sluimeren en regelmatig exploderen. Voor een deel is die impasse te wijten aan de ideologische tegenstellingen waarbij de partijen op hun tegengestelde posities kamperen: blind geloof in repressie als oplossing tegenover het excuus van sociale achterstand. Het resultaat van deze patstelling is dat er uiteindelijk al jaren niets gebeurt…
Nochtans is het niet zo moeilijk de al bij al kleine groep herrieschoppers te isoleren en die een strikte begeleiding op te leggen, zoals in Rotterdam met succes wordt toegepast. Hier gebeurt dit nauwelijks, zodat die minderheid ongestraft kan doorgaan met het pervers inspireren en rekruteren van anderen. Ook de politie blijft het moeilijk hebben om aan een andere aanpak denken. Niet dat we terug moeten naar de tijd van champetter 15, maar een doordachte nabijheidspolitiek levert op termijn meer op dan nerveuze robocops.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
De Pano-reportage over het Anderlechtse OCMW maakt vooral duidelijk hoe het machtige PS-netwerk in Brussel in elkaar zit.
Yukio Mishima wijdde zijn schrijversleven aan het in ere houden van Japanse tradities tegen de amerikanisering van het land in. Hij vond zichzelf daarin mislukt en trok daaruit de uiterste conclusie.