Partido Popular: nieuwe voorzitter, nieuw schandaal
Pablo Casado volgt Rajoy op
Centraal: Mariano Rajoy. Rechts van hem María Dolores de Cospedal. Tweede links van hem is. Soraya Sáenz de Santamaría. Tweede van rechts op de foto: Pablo Casado.
foto © Reporters
Rajoy, die moest opstappen wegens corruptie, wordt opgevolgd door een partijvoorzitter die zelf ook met een schandaal begint.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAfgelopen zaterdag verkoos het ledencongres van de Partido Popular een nieuwe voorzitter. Het resultaat was een verrassing. De jonge havik Pablo Casado Blanco werd verkozen door bijna 60% van de kiesmannen. Alle media maakten gewag van een ruk naar rechts. De Partido Popular zou ook de Partido Popular niet zijn, mocht er geen schandaal bij gemoeid zijn. Het gerecht onderzoekt momenteel – in een breder onderzoek – of hij wel recht heeft op het universitaire masterdiploma dat hij aan de in opspraak gekomen universiteit Juan Carlos zou behaald hebben.
Kampenstrijd Rajoy-Aznar
Pablo Casado won de strijd tegen de kandidate uit het officiële kamp en tot voor kort vice-premier in de regering van Mariano Rajoy, Soraya Sáenz de Santamaría. De doorslaggevende factor was dat Casado de steun kreeg van een meerderheid van kiesmannen, daar waar in de eerste ronde de leden rechtstreeks uit zes kandidaten konden kiezen. In die eerste ronde kwam Sáenz de Santamaría als winnaar naar voor met 37% van de stemmen, opgevolgd door Casado met 34%. Van de vier afvallers viel vooral María Dolores de Cospedal op, die minister van Defensie was onder Rajoy. Zij haalde 26%. In de tweede ronde was het dus cruciaal haar steun te krijgen. Casado moest niet veel moeite doen voor Cospedals steun: al jaren staan Sáenz de Santamaría en Cospedal bekend al aartsvijanden.
Voor de norse Soraya Sáenz de Santamaría was het een koude douche. Hoewel ze de officiële kandidaat was uit het kamp-Rajoy, ging de jonge Pablo Casado (°1981) met de eer lopen. Pablo Casado was vice-secretaris-generaal Communicatie van de Partido Popular. Deze relatief onbelangrijke functie gebruikte hij vooral om met straffe taal in de media te komen. Zo is hij een hevig tegenstander van het raken aan het legaat van de Transitie na de Franco-dictatuur. De amnestiewet voor misdaden begaan door de dictatuur mag niet in vraag worden gesteld; de meer dan 150.000 slachtoffers begraven in massagraven moeten er blijven; en aan Franco’s mausoleum in de ‘Valle de los Caídos’ mag niet geraakt worden. Zijn strafste uitspraak maakte hij in relatie met het Catalaanse onafhankelijkheidsproces. Zo hoopte hij dat Carles Puigdemont ‘niet zou hoeven te eindigen zoals de laatste die de onafhankelijkheid van Catalonië uitriep, Lluís Companys’. Die werd door Franco na een schertsproces geëxecuteerd.
Dat Casado uiteindelijk op zo’n brede steun kon rekenen binnen de partij, is vooral te wijten aan de goede relatie die hij onderhoudt met voormalig eerste minister José María Aznar. Toen Rajoy aan de macht kwam in Spanje, boterde het al snel niet meer tussen de twee. Aznar staat voor een hardere en rechtsere aanpak, ook in het dossier-Catalonië, waarin hij Rajoy verweet te veel te laten betijen. Door zijn algemeen goede banden met radicaal-rechtse kringen, zien de media het voorzitterschap van Casado dan ook als een ruk naar rechts. Het eerste interview dat hij gaf, was aan OKdiario, een digitale krant van Eduardo Inda, een rechts-populistische gangmaker. Het bedrijf van Inda kreeg in 2016 van het ministerie van Economie nog een lening van € 300.000 tegen lage interestvoet en zonder borg. In Spanje zijn financiële relaties tussen media en politiek nooit ver weg.
Master-diploma
Het voorzitterschap van Casado is nog maar enkele dagen van start gegaan en nu al komt hij in de media met een schandaal. Heeft Casado zijn masterdiploma ‘Recht van de Autonome Gemeenschappen’ wel op een eerlijke wijze behaald? Net zoals in het geval van de afgetreden minister-presidente van de regio Madrid, Cristina Cifuentes (PP), wordt getwijfeld of hij zijn master eerlijk behaalde aan de universiteit Juan Carlos I. Deze openbare universiteit, gesticht door de regionale PP-regering in 1996, staat bekend als een PP-bastion dat dienst doet voor politieke benoemingen en vriendendiensten. Niet dat Casado het moeilijk had voor het behalen van de master: hij werd voor 18 van de 22 vakken vrijgesteld. Na de zaak-Cifuentes heeft het gerecht zich erop gezet en wat blijkt nu? Zowel de universiteit zelf als de directie van de masteropleiding vindt geen enkel werkstuk of document terug dat erop kan wijzen dat Casado deze vier vakken volgde en met succes afmaakte.
De Partido Popular blijft zo doorgaan in het elan van de voorbije jaren. Rond de partij blijft een geur van corruptie, leugens en gesjoemel hangen. Voormalig eerste minister en partijvoorzitter Mariano Rajoy werd zelf door het parlement gedwongen om af te treden nadat de partij formeel werd veroordeeld voor corruptie onder zijn bestuur. De vraag is of de jonge Casado de partij kan afhelpen van de geïnstitutionaliseerde corruptiecultuur. Hij maakt alvast geen goede start. De tijd dringt alvast voor de partij. Volgend jaar in mei worden er in Spanje lokale, regionale (in 13 van de 17 regio’s) en Europese verkiezingen gehouden.
Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.
Spanje krijgt Carles Puigdemont maar niet te pakken. Ondertussen maakt het zich ‘belachelijk’ aldus een triomfantelijke Puigdemont.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.