Politiek vertrouwen: onderzoek alles, behoud het goede
foto © pixabay
Het herstel van het vertrouwen in de politiek gaat hand in hand met het lossen van politieke oogkleppen. Zoals het cordon sanitaire.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAf en toe krijg je als politicus verzoekjes in je elektronische postbus vanwege scholieren of studenten die voor hun eindwerk een bepaald maatschappelijk probleem dienen te belichten en hierbij de meningen van politieke partijen verzamelen. Het is een werkje dat we als politici vaak ‘na de gewone uren’ doen, dus bovenop de parlementaire taken nemen.
Dieper graven
Sommigen zijn vrij eenvoudig of oppervlakkig, anderen willen dieper graven dan enkel hetgeen in partijprogramma’s en themabrochures staat. Voor die laatstgenoemde neem ik graag mijn tijd. Enerzijds ben ik er nu eenmaal als vertegenwoordiger des volks voor de vragen en verzuchtingen van het volk, dus ook voor studenten. Anderzijds draag ik als onderwijsbehartiger alsook als iemand die als jonge twintiger ook al erg geïnteresseerd was in politiek dergelijke gemotiveerde jongeren ook een warm hart toe.
Recent kreeg ik zo’n interessant verzoek van een student lerarenopleiding aan wie ik ons uitgebreid standpunt over burgerschap en de vorming van jongeren hierin uitlegde. De laatste vraag verbaasde me echter ietwat aangezien ze verder ging dan puur het wat en het waarom van burgerschapseducatie. Ze luidde als volgt: ‘Het vertrouwen in politieke en politieke instellingen zijn volgens menig bevraging historisch laag, zowel in de maatschappij als bij de jongeren. Welke rol ziet u weggelegd voor het onderwijs deze trend te keren? Welke rol ziet u ons onderwijs spelen in het politiek/maatschappelijk engageren van jongeren?’
Dat vond ik op eerste zicht best een eigenaardige vraag want ik vind het helemaal geen inherent doel van het onderwijs om leerlingen vertrouwen te doen krijgen in de politiek. Indien dat wel zo zou zijn, dan betekent dat eigenlijk dat de Vlaamse leraren en directies een taak hebben meegekregen van de decreetgever die de eindtermen opstelt om door middel van de leerinhouden de politiek voor te stellen als iets dat inherent goed is, iets dat vanzelfsprekend automatisch vertrouwen verdient, quod non.
Dienstmaagd van de politiek
Dit zou natuurlijk haaks staan op het adagium van de vrije verantwoorde volwassen burger die vanuit de kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes die hij meegekregen heeft, hetzij op school, hetzij van thuis uit, hetzij elders,… de wereld kritisch beschouwt en beoordeelt.
Een samenleving waarin het onderwijs tot een van haar expliciete taken zou hebben om het vertrouwen in de politiek en staat te vergroten en/of te bestendigen neigt me eerder naar totalitarisme, waarin achter iedere maatschappelijke les op school eigenlijk een stukje staatsindoctrinatie achter het gordijntje zit. In een eerdere column sprak ik me dan ook al uit voor de zelfstandigheid van het onderwijs als systeem en de school als concept.
Onderwijs is zeker niet een dienstmaagd van de politiek. Om Koen Seynaeve, oud-directeur van het Brugse Sint-Lodewijkscollege, te parafraseren: het is niet de taak van het onderwijs om de sociologische realiteit te veranderen of omgekeerd te bestendigen.
Neutraliteit boven
Natuurlijk vind ik het erg belangrijk dat er over politiek, maatschappij, culturen, sociale kwesties, enzoverder. wordt lesgegeven op school door bekwame leraren, vanzelfsprekend op een zo politiek objectief mogelijke manier, zodat leerlingen en jongeren zelf kunnen beslissen om zich al dan niet te engageren. Projecten op school die actief aanzetten tot engagement moeten daarom omzichtig aangepakt worden en van zodra de school als politiek neutrale ruimte in gevaar komt, worden stopgezet.
Burgerschapsvorming betekent niet dat je van kinderen brave en dociele wezens maakt, die de overheid en politici in alles vertrouwen, dat is ook praktisch onmogelijk. Burgerschapsvorming dient ook niet om Brave New World-gewijs jongeren te maken tot de ideale postmoderne post-Verlichtingsmens, om hen te maken tot mensen die in alles tolerant en verdraagzaam zijn.
Wel is het belangrijk dat de huidige Vlaamse liberale post-verlichting-samenleving (die nu eenmaal de door tijd en ruimte heen geëvolueerde context is van onze maatschappij) als uitgangspunt wordt genomen door deze jongeren en dat ze hun mening vormen binnen deze samenleving, zonder er zich buiten te stellen. Deze visie laat toe dat er een verscheidenheid aan politieke/morele/sociale meningen en houdingen zich vormen, zonder dat de jongeren vervallen in een koude stellingenoorlog en gesegregeerde meningen en gemeenschappen.
Zoals Paulus
Burgerschapsvorming streeft ernaar dat jongeren beseffen hoe ze zich moeten verhouden tot instellingen en wetten, tot dat stelsel van rechten en plichten. Burgerschapsvorming wil de jongeren een houding doen aannemen van kritische loyauteit, net zoals bijvoorbeeld een katholieke theoloog of een godsdienstleraar zich kritisch loyaal toont ten opzichte van de Kerk. Zoals Paulus zegt in zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen: ‘Onderzoek alles, behoud het goede’.
Kennis van regels en ons maatschappelijk bestel is belangrijk, de regels en dat bestel kunnen doorvoelen nog belangrijker. De primaire taak van leraren is op een kwaliteitsvolle, enthousiasmerende en ook objectieve manier lesgeven over politiek en maatschappij. Leraar zijn is doceren, soms inspireren, maar nooit indoctrineren. Links, rechts of averechts, maakt niet uit. Onze scholen moeten onze kinderen opvoeden tot bekwame burgers die zo een meerwaarde creëren voor zichzelf en voor Vlaanderen.
Zoals Arthur Ghins van de Vrijdaggroep in een kritisch opiniestuk over het (on)nut van het vak Burgerschap op school ooit verklaarde; om je eigen oordeel te vellen, moet je eerst bepaalde kennis verwerven, zodat je over de nodige bagage beschikt om te oordelen. Jongeren die in het onderwijs de realiteit van politieke en maatschappelijke kwesties kwaliteitsvol en objectief hebben leren kennen in al hun facetten, zullen zelf hun conclusies wel trekken en zich al dan niet ergens toe actief engageren. Zie en oordeel zelf! De realiteit is nog altijd de beste propaganda.
Vertrouwen winnen
Wanneer we spreken over het vertrouwen van het publiek in de politiek raken we desalniettemin wel aan een essentieel kenmerk van onze democratie. Professor sociale psychologie Alain Van Hiel stelde in een recent artikel dat vertrouwen het alfa en omega is van alle sociale relaties, en ook van de legitimiteit van onze maatschappelijke systemen.
Vertrouwen is het cement dat onze maatschappij bijeen houdt, dat ervoor zorgt dat we niet als losse individuen naast elkaar leven, maar in plaats hiervan samenwerken en grote dingen verwezenlijken. Zonder vertrouwen kan de samenleving niet functioneren. Vertrouwen is dan ook de basisgrondstof van het democratische bestel, aldus Van Hiel.
Maar het vertrouwen van het publiek richting de politiek is niet gratis en zeker niet gratuit, en het is ook maar best en terecht dat het geen van die beide is. Het is het vertrouwen in de democratie waarin kiezers aan vertegenwoordigers een mandaat geven om hen te vertegenwoordigen in hun plaats (vandaar ook de term ‘mandataris’).
Als we als politiek bestel het vertrouwen van het volk herstellen, dan is het natuurlijk aan de politiek zelf om dat vertrouwen te herwinnen, vertrouwen moet men ook immers verdienen. Daarom is het als politica mijn grote wens en voornemen om op een assertieve en kritische manier aan politiek te doen die niet vervalt in pure, strikte belangenbehartiging voor de eigen achterban of voor bepaalde invloedrijke lobby’s.
Oogkleppen af aub
Vlaamse politici moeten steeds het algemeen belang van Vlaanderen en de welvaart en het welzijn van de gewone Vlaming in acht nemen. Ieder voorstel dat gedaan wordt moet dan ook beoordeeld worden op zijn inhoudelijke sterktes, zwaktes, opportuniteiten en bedreigingen, ongeacht wie het voorstel indient. Helaas heb ik als parlementslid van een partij die door alle politieke tegenstanders wordt opgesloten in een ‘cordon sanitaire’ ‑ de naam alleen al is politiek gezien walgelijk ‑ vaak al ervaren dat collega’s van andere fracties in het parlement hier niet naar handelen.
Onze goede voorstellen worden zeer vaak zonder inhoudelijke verantwoording of commentaar weggestemd. Ook bij voorbereidingen van gedachtewisselingen wordt Vlaams Belang soms bewust op een zijspoor gezet en worden de zaken door de systeempartijen op voorhand in de coulissen geregeld.
Vandaar dus, beste concullega’s, dat ik hier ook aan u zeg: ‘Onderzoek alles, behoud het goede’. Want indien we de Vlaming terug geloof willen geven in de democratie, dan moeten we zonder spelletjes en partijpolitieke oogkleppen de problemen en uitdagingen aanpakken, dan moeten we ook de democratie als emanatie van de wil van het volk effectief laten spelen. Daarin past zoiets als het cordon sanitaire zeker niet!
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Roosmarijn Beckers studeerde geschiedenis aan de KU Leuven en volgde er ook een lerarenopleiding geschiedenis, kunst en muziek. Ze is lid van het Vlaams Parlement voor Vlaams Belang en moeder van drie kinderen.
Het lerarentekort en het niveau van ons onderwijs zijn onlosmakelijk met mekaar verbonden. Werk aan de winkel!
Mijn partij is altijd de partij geweest waarmee ik het minst oneens ben.