JavaScript is required for this website to work.
post

Dalende onderwijskwaliteit en lerarentekort: kip of ei?

ColumnRoosmarijn Beckers28/12/2021Leestijd 3 minuten

foto © Unsplash

Het lerarentekort en het niveau van ons onderwijs zijn onlosmakelijk met mekaar verbonden. Werk aan de winkel!

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Verschillende scholen kampten tijdens dit eerste semester met een heleboel vacatures die maar niet ingevuld geraken. Door het lerarentekort zaten leerlingen soms de helft van de week in de studie of werden ze naar huis gestuurd. Directieleden zaten suf van het gepuzzel met lesuren met de handen in het haar. Deze kwestie komt echter niet uit het niks en sluimert al lang onder de waterlijn van ons onderwijs.

Maar waar dit zo’n vijf jaar geleden vooral een vervangerstekort was om korte tot middellange interims in te vullen, zien we dit schooljaar dat in verschillende scholen ook vrije opdrachten zonder titularishouder niet meer ingevuld geraken. Het aanpakken van het lerarentekort door het beroep van onderwijzer terug aantrekkelijker te maken voor jonge en minder jonge gekwalificeerden, is dan ook een van de grootste werven van dit decennium.

Onderwijsniveau

Het lerarentekort is vooral catastrofaal omdat het onlosmakelijk verbonden is met die andere grote onderwijswerf die net als het lerarentekort al lang sluimert, maar pas sedert de publicatie van de recentste PISA-resultaten in december 2019 bovenaan op de ministeriële agenda is komen te staan: de algemene niveaudaling binnen ons onderwijs. Immers, zonder geschikte leraren krijgen jongeren ofwel geen les, ofwel gaat men in veel gevallen noodgedwongen aankloppen bij mensen die niet over het geschikte diploma beschikken.

Zo heeft in het secundair onderwijs nu al 4 op de 10 lesgevers geen vereist diploma voor het vak dat hij of zij geeft. Deze mensen doen ongetwijfeld hun best maar een echte vakexpert blijft altijd de eerste keuze als het gaat over de inhoudelijke kwaliteit en het enthousiasmeren van jongeren voor een bepaald vakgebied. De dalende inschrijvingscijfers binnen onze lerarenopleidingen voorspellen ter zake dan ook weinig goeds.

Beroep met roeping

Jammer genoeg kiezen sterke profielen bij de start van hun studies vaak niet voor het leraarschap. Of ze kiezen er bij aanvang wel voor, maar eens aan het werk stromen ze snel weer uit de sector omwille van werkonzekerheid gedurende de eerste jaren (van de ene interim naar de andere springen) of omdat ze zich niet genoeg uitgedaagd en ondersteund voelen.  Het gevaar bestaat dat we het kwantitatieve tekort snel-snel willen opvullen omdat het nu eenmaal dringend is, maar daarmee de kwaliteit uit het oog verliezen. Deze zomer schreef docent Digital Marketing aan de UCL Hogeschool Kutlu Taskin Tuna nog dat dit risico reëel is.

Om die schaarste in te vullen, komen volgens Taskin Tuna organisaties als de VDAB met campagnes voor de dag die de kwaliteitsdaling in het lerarenkorps eerder zullen versnellen. Nochtans is niemand gebaat bij vlug-vlug gediplomeerde lesgevers die vervolgens in een leslokaal worden gedropt om te doen wat de overheid hen vraagt. We hebben net intrinsiek sterke leraren nodig. Missionarissen van kennis, vaardigheden en leerattitudes die het de stam van het woord beROEP terug doen resoneren met het concept ROEPing.

Uitschuiver van Jambon

Om dat te bekomen moeten we ten eerste bij het brede publiek de hardnekkige perceptie doen verdwijnen dat het leraarschap slechts een job van 20 uren werk per week is. Slechte communicatie die de inspanningen van leraren geringschat zoals Jan Jambon z’n uitspraak over kerstfeestjes en verhaaltjes lezen in de laatste lesweek van december, heeft in één klap meer effect dan 100 realistische of meer waarderende uitspraken. Deze uitschuiver toont ook aan de minister-president van Vlaanderen blijkbaar geen enkele voeling heeft met de realiteit op de klasvloer waar leraren volop bezig zijn met het trachten in te halen van de opgelopen coronaleerachterstand, zelfs in de week alvorens de vakantie. Deze houding vanuit het beleid kan ons onderwijs missen als kiespijn.

Op een recente UCSIA-lezing over het lerarentekort en de rol van (een gebrek aan) waardering voor het beroep verwoordde een leraar tijdens het panelgesprek het als volgt: Leraren moeten meer aan bod komen in het publieke debat. De verkeerde indrukken en mythes hebben ook een zelfversterkend effect. Als jonge mensen constant horen vanuit de publieke perceptie dat ‘je daar in het onderwijs maar 20 uur moet doen’, dan trek je ook jonge mensen aan die effectief denken dat het zo is. Zo trek je slechte, ongemotiveerde krachten aan, die dan op hun beurt nog eens de wel gemotiveerde krachten frustreren.

Talent

Topleerkrachten zijn niet per se zo kieskeurig als het gaat over geld of andere materiële extra’s, maar willen vooral hun ding kunnen doen en aan de slag gaan in een onderwijsstructuur die autonoom is en sterk staat. Ze willen kunnen bijdragen aan de maatschappelijke visie van een school waarin ze geloven. Daarom moeten scholen veel gerichter op zoek naar talent, de gebraden kippen komen in tijden van schaarste op de (arbeids)markt niet zomaar in de mond gevlogen. Belezen, beleerde en passievolle leraren zijn niet zozeer een zeldzaamheid geworden, dan wel vormen ze door hun kennis en vaardigheden ook interessante (potentiële) werknemers voor tal van andere sectoren waar men veel meer zekerheid, rustiger werkomstandigheden en professionele uitdaging kan bieden aan deze profielen.

Het is dan ook aan de overheid om betere condities te realiseren voor onze scholen en het onderwijspersoneel om zo de concurrentieslag met andere sectoren niet met gelijke, maar met gelijkwaardige wapens aan te kunnen gaan. Deze kwestie wordt door vele vooral niet-onderwijsbetrokken personen nog altijd erg onderschat. Ik parafaseer hierbij tot slot graag onderwijsfilosoof Luc Braeckmans; We gaan echt naar algemene krapte op de arbeidsmarkt, overal zullen kwaliteitsvolle krachten nodig zijn in iedere sector. We zullen dus niet alleen het lerarenberoep even aantrekkelijk moeten maken als de andere jobs, maar gaan het net NOG aantrekkelijkER moeten maken dan die andere jobs.

Roosmarijn Beckers studeerde geschiedenis aan de KU Leuven en volgde er ook een lerarenopleiding geschiedenis, kunst en muziek. Ze is lid van het Vlaams Parlement voor Vlaams Belang en moeder van drie kinderen.

Commentaren en reacties