JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Politieke partijen schaduwboksen boven hun gewicht

Democratische en duurzame oplossing voor politieke impasse

Rudi Dierick6/2/2020Leestijd 3 minuten
Belgie: NMBS-Land?

Belgie: NMBS-Land?

foto © Reporters

Belgische partijen stellen eisen alsof ze dubbel zoveel stemmen hebben, en toch met wat creativiteit en oog voor wat werkt is veel mogelijk.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het gekende Engels spreekwoord, boksen boven uw gewicht, beschrijft mooi het gedrag van vele politieke partijen: die stellen exclusieven op vlak van coalitie en regeerprogramma alsof ze drie of vier keer meer stemmen haalden dan ze effectief kregen. Ecolo wil zelfs niet met een N-VA’er in eenzelfde lokaal, laat staan in een coalitie. Alsof dat niet dodelijk polariserend, sectair en minstens xenofoob is. In werkelijkheid is niemand onmisbaar.

Velen lijken enkele cruciale zaken over het hoofd te zien:

  • Onze gezamenlijke openbare uitgaven – nog steeds hoofdzakelijk federaal beslist – zijn een van de allerhoogste van de hele wereld.
  • Onze openbare dienstverlening lijkt echter ‘maar’ even goed als die in vergelijkbare landen als Nederland en Duitsland. Doch onze openbare uitgaven liggen één derde hoger dan de Duitse en één kwart hoger dan de Nederlandse. Belgische overheden verspillen dus gigantisch veel. Daar staat geen enkel evenredig sociaal rendement tegenover.
  • De topprioriteit van de federale regering ligt daarom bij het ambitieus en snoeihard opdrijven van het sociaal rendement op alle federale uitgaven, die van de federale regering én in de sociale zekerheid. Ze hoort beter samen te werken met de deelregeringen opdat die hetzelfde nastreven. Dat eist wel meer respect voor elkaars autonomie.
  • De vraag van linkse partijen en van de ‘middenveldmiljardairs’ van het ACW naar aanzienlijke bijkomende uitgaven én hogere belastingen lijkt daarom contraproductief, want verspillingen behoudend en mede daardoor schadelijk voor onze economie én asociaal. Mede daarom heet dat terecht ‘regressief links’.
  • De linkse partijen stellen zich minder compromisbereid op dan de N-VA. Zo stelt de PS dat ze wil ‘breken’ met het Zweedse beleid en globaal meer openbare uitgaven.
  • Ook op andere vakken zijn sommige partijen problematisch weinig compromisbereid. Zo denken de Franstalige partijen dat de Vlaamse eindeloos de communautaire status-quo zullen blijven slikken. In praktijk is dat echter het behoud van privileges voor Franstaligen. Die genieten namelijk van grote en deels onomkeerbare financiële transfers. Daarnaast genieten individuele Franstaligen in het Vlaamse Gewest – of in delen ervan – nog steeds van rechten, feitelijke en deels ook juridisch vastgelegde, die Vlamingen nergens in het Waalse Gewest genieten. En in en rond Brussel worden Vlamingen nog steeds gediscrimineerd.
  • Het feit dat bepaalde media en traditionele Vlaamse partijen die discriminaties altijd al aanvaard hebben en uit de aandacht houden, verandert geen komma aan het naakte bestaan ervan. Een halve eeuw geleden was dat veel erger. Dat klopt. Maar is dat een goede reden? De N-VA zou er daarom goed aan doen om een ernstige inventaris te maken van al die nog resterende discriminaties en die te publiceren.
  • De N-VA heeft meer dan genoeg legitieme redenen om ook op communautair vlak vooruitgang te vragen. En voor Open Vld en CD&V is het een zaak van ‘geloofwaardigheid herwinnen’ om die legitieme vraag te steunen.
  • Feit blijft ondertussen dat de meeste Franstaligen een heel andere voorkeur hebben dan de meeste Vlamingen. Het werd een totale patstelling. Het streven naar een coalitie wordt nog extra bemoeilijk door het totale aandeel van partijen met wie geen compromis valt te bereiken en die mede daarom nooit in een regering raken.

 

Ten gronde is er maar één democratische en duurzame manier om uit die patstelling te geraken, namelijk door veel meer beleid én bijhorende geld en autonomie aan de gemeenschappen over te dragen én om maximaal naar een lokaal niveau te decentraliseren. Enkel dan zal overal terug een meerderheid van de keizers voldoende aan zijn trekken komen in het beleid – naar wat we van een democratie mogen verwachten.

Maar laten we ons daarbij niet in het zak zetten met ondoordacht gepruts en schadelijke schijn: ‘meer inspraak’ in bijvoorbeeld justitie en politie leidt enkel naar nog meer versnippering van bevoegdheden. In praktijk betekent dit dan: gegarandeerd conflicten over de bevoegdheden, nog minder transparantie en dus meer ‘zwartepieten’. De énige zinvolle overdrachten zijn diegenen die naar de gemeenschappen of de gemeenten gaan, en slechts beperkt naar de gewesten, én enkel voor volledige bevoegdheidspakketten met de volledige budgetten en alle bijhorende fiscale en wetgevende autonomie erbij.

Justitie bijvoorbeeld, kan naar de gemeenschappen – in Maastricht functioneerde dat zes eeuwen lang naar behoren. Ook de federale politie kan vlotjes naar de gemeenschappen worden overgeheveld. Het Brussels Gewest wordt dan autonoom voor haar lokale politie. De hoofdstedelijke politionele taken – zoals toezicht bij betogingen en bewaking van hoofdstedelijke instellingen en ambassades — kan men dan toevertrouwen aan eenheden van die gemeenschapspolitie en die in samenwerking uitoefenen, of om beurt. Kortom, met creativiteit en oog voor wat wel werkt, kan een politieke doorbraak best lukken.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties