JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Politieke Vlaamse Beweging ontwaakt

Oprichting Grievencommissie 1856

Karl Drabbe20/6/2016Leestijd 3 minuten

De politieke Vlaamse Beweging viert vandaag haar 160ste verjaardag

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In 1855 wordt Pierre De Decker premier van een nieuwe unionistische regering. In de zomer kondigt hij aan een commissie op te richten om het ‘Vlaamse vraagstuk’ te onderzoeken. Hij deed dat in eerste instantie met het oog op de viering van 25 jaar België. Op 27 juni 1856 wordt het Koninklijk Besluit ter zake gepubliceerd. De commissie wordt opgericht ‘teneinde maatregelen op te zoeken en aan het Staatsbestuur aan te wijzen, bekwaam om de ontwikkeling der Nederduitsche letterkunde te verzekeren en om het gebruik der nederduitsche taal te regelen in hare betrekkingen met verschillige gedeelten in het openbaar bestuur’.

Op 8 oktober 1856 gaat de commissie echt van start. Ze krijg al gauw de naam Grievencommissie, en staat in de historiografie van Vlaanderen en België ook zo bekend. De negen aangeduide leden zijn niet van de minsten, te beginnen met Hendrick Conscience en Jan Baptist David, naamgever later van het katholieke Davidsfonds (°1875). Voorzitter was Lucien Jottrand, een radicale liberaal die nog deel had uitgemaakt van het stichtende Nationaal Congres van België.* August Snellaert was verslaggever. De commissie bestond voorts uit Guillaume J. De Corswarem, Frans H. Mertens, Frans Rens, Eugeen E. Stroobant en Michiel Van der Voort.

Als een heuse wetenschappelijke instelling onderzoekt de Vlaemsche Commissie de taaltoestand in de Zuidelijke Nederlanden voor de Franse Revolutie tot in de jaren 1850, en onderzoekt ze ook de situatie in andere meertalige landen, vooral Zwitserland.

Zoals een onderzoekscomissie vandaag, bezorgt de Grievencommissie een verslag over de wantoestanden op taalgebied in het leger, het onderwijs, de administratie en bij justitie. In hun standaardwerk Strijden om taal, noemen Els Witte en Harry Van Velthoven dit rapport ‘een eerste officiële inventaris van discriminiaties’.

De rapporten en voorstellen van de commissie vinden geen gehoor in het parlement. De publicatie van het eindresultaat wordt zelfs lange tijd tegenhouden en gecontesteerd door de liberale eerste minister Charles Rogier. Het zijn maar grieven, eisen van een verwaarloosbare groep ook al heeft die de meerderheid in België. Het Nederlands wordt door zijn liberale regering geminacht, en de commissie leek een doekje voor het bloeden voor de weinige Vlaamsvoelende parlementsleden. Charles Rogier financierde zelfs de publicatie van een tegenverslag.

De commissieleden zijn verbolgen en radicaliseren. Waarom nog een programma opstellen dat in het Parlement toch geen kans maakt? De leden veranderen het geweer van schouder en werken een eerste programma uit van wat later de Vlaamse Beweging zal heten. Flaminganten organiseerden huldebetogingen voor de commissie.

Waar de Grievencommissie eerder nog minimale eisen had gesteld wat betreft het gebruik van het Nederlands in onderwijs, leger enzovoort, streeft ze nu naar een feitelijke tweetaligheid van het bestuur in het Vlaamse landsdeel, en voor eentalige regimenten in het Belgische leger.

Het verslag van de Grievencommissie gaf de Vlaamse Beweging voor het eerst een duidelijk programma en een doelstelling. Voorheen had ze zich vooral met taal, cultuur en geschiedenis beziggehouden. Nu stelde die Beweging ook duidelijke politieke eisen. De Vlaamse Beweging zag in dat ze meer moest zijn dan een verzameling van taalminnaars. Witte en Van Velthoven spreken over een nieuwe fase sinds 1857: ‘het inzicht dat een proces van machtsverwerving noodzakelijk was om het Vlaamse vraagstuk op de politieke agenda te krijgen.’

Dat werd fel bestreden door de liberale regering-Rogier, met als gevolg een moddergevecht in de pers en op straat. De radicalisering van de Vlaamse Beweging, en de strijd van de francofone taalelite daartegen, leidden uiteindelijk tot flamingante kiesresultaten in Gent (1861), Antwerpen (Meetingpartij, 1862) en Brugge (1863).

——————

 *  Lucien Leopold Joseph Jottrand (1804-1877); Waals advocaat en flamingant. Hij noemde zichzelf een Nederlandschen Wael.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties