JavaScript is required for this website to work.
Europa

Puigdemont vrij, Rajoy maakt Spanje te schande en wat doet Juncker?

Jan Ghysels10/4/2018Leestijd 6 minuten
Puigdemont poseert met zijn supporters in Berlijn na de persconferentie na zijn
vrijlating uit voorlopige hechtenis. 07 April 2018.

Puigdemont poseert met zijn supporters in Berlijn na de persconferentie na zijn vrijlating uit voorlopige hechtenis. 07 April 2018.

foto © Reporters

Puigdemont is geen rebel. De Catalanen streven vreedzaam, in overeenstemming met de Spaanse grondwet en het internationaal recht naar zelfbeschikking. Een uitlevering zal uitmonden in een politiek proces.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Puigdemont is geen rebel. De Catalanen streven vreedzaam, in overeenstemming met de Spaanse grondwet en het internationaal recht naar zelfbeschikking. Een uitlevering zal uitmonden in een politiek proces.

Er is geen rebellie

De Duitse rechter heeft orde op zaken gesteld. Er is geen sprake van rebellie of van hoogverraad. Geen Catalaan heeft wapens opgenomen, laat staan geweld gebruikt. De Catalaanse leiders hebben zelfs niet om wapens geroepen. Zonder geweld kan er geen sprake zijn van rebellie. Het verzoek van het Spaanse gerecht om Puigdemont uit te leveren om in Spanje terecht te staan voor rebellie werd dan ook terecht door de Duitse rechter onontvankelijk verklaard.

De Catalaanse leiders weten trouwens dat zij geen geweld nodig hebben, zij hebben een doeltreffender wapen. De massa staat achter hen. Het geweld in de Catalonië-saga komt eenzijdig van de centrale regering. Het buitensporig geweld tegen een vreedzame maar gedecideerde massa schokt. Daarmee zet de Spaanse regering zich keer op keer te schande. Het onafhankelijke oordeel van een Duitse rechter op wie de Spaanse regering geen druk kan uitoefenen heeft verregaande gevolgen.

De Catalanen handelen vreedzaam en in overeenstemming met de grondwet

Catalonië probeert al lang met vreedzame middelen zijn zelfbeschikking terug te krijgen.De Spaanse grondwet bevestigt dat er in Spanje meerdere volkeren zijn. Er is geen discussie over dat de Catalanen een volk vormen. Dat het Catalaanse volk op een welbekend grondgebied leeft, gekend als Catalonië, staat ook niet ter discussie. Dat grondgebied heeft trouwens het statuut van een ‘autonoom gebied’. Het enige wat Catalonië ontbreekt om volgens het volkenrecht een staat te zijn, is een overheid die op dat grondgebied een effectief, daadwerkelijk en onafhankelijk gezag uitoefent over dat volk. Dat laatste wordt haar met geweld betwist door de Spaanse regering. Een dergelijke betwisting wordt onderdrukking genoemd.

Volkeren hebben volgens het Handvest van de Verenigde Naties het recht om over zichzelf te beschikken. Dat zelfbeschikkingsrecht wordt onderschreven door de Europese Unie. Zowel Spanje als de Europese Unie hebben de plicht het Catalaanse volk bij te staan in de ontwikkeling van zijn verzuchting tot zelfbestuur. De Spaanse Staat heeft geen enkele rechtsgrond om het Catalaanse volk tegen zijn wil te onderwerpen aan het Spaanse gezag. Het staatsgeweld tegen de Catalanen is dan ook niet legitiem. De Spaanse regering maakt zich met zijn buitensporig geweld, gericht op onderdrukking van een volk schuldig aan misdrijven tegen de menselijkheid. Het is een schande dat dit binnen Europa gebeurt en getolereerd wordt.

Volgens het EU-Verdrag moet de Unie bijdragen tot het wederzijds respect tussen de volkeren (artikel 3, 5). Het is duidelijk dat noch de Spaanse regering, noch de Europese Commissie enig respect opbrengen voor het Catalaanse volk. De Spaanse regering beroept zich daarvoor op zijn wetgeving en stelt dat de Catalanen handelen in rebellie, wat een misdrijf is. De Europese Commissie stelt dat Spanje een rechtsstaat is en dat men dit moet respecteren en toetst het Spaanse recht in het geheel niet aan het Unie-recht. De uitspraak van de Duitse rechter toont pijnlijk aan dat Spanje niet handelt zoals het een rechtsstaat in de Europese Unie betaamt. De Amerikanen hebben met hun Onafhankelijkheidsverklaring (4 juli 1776) duidelijk gemaakt dat wanneer er een hoger recht is, men zich daarop kan beroepen om het geldende gezag af te wijzen.

Daar waar de Amerikanen het Engelse gezag hebben afgewezen met geweld, bewandelen de Catalanen een andere weg. Om hun zelfbeschikking terug te krijgen, volgen de Catalanen vreedzaam de wegen van het Spaans grondwettelijk recht. Deze grondwet erkent hen als volk en als een autonome regio. Zij streven als zodanig een onderhandeling na over de inhoudelijke invulling van hun autonomie. Een dergelijke onderhandeling wordt hen nadrukkelijk in de Spaanse grondwet toegekend. Het is binnen die grondwettige vraag tot onderhandeling over dat statuut, dat binnen Catalonië een referendum georganiseerd is. De Spaanse grondwet voorziet zelfs dat bij een gedeeltelijke wijziging een referendum kan gevraagd worden.

De betichting van ‘misbruik van overheidsgoederen’

Het Spaanse gerecht wil Puigdemont niet alleen vervolgen voor rebellie, maar ook voor het misbruik van overheidsgoederen. De vraag tot uitlevering werd voor die tweede betichting door de rechter wel ontvankelijk bevonden. Dat het verzoek ontvankelijk is, wil nog niet zeggen dat het gegrond is.

De betichting van misbruik van overheidsgoederen gaat hier over dat geld en middelen van de Catalaanse autonome regio gebruikt zijn voor de organisatie van een referendum. Deze betichting is ondergeschikt aan deze van rebellie en is een uitvloeisel daarvan. De Spaanse regering en zijn gerecht beschouwen de organisatie van een referendum als een daad van rebellie. Aangezien er van rebellie geen sprake is en het referendum los daarvan ook (grond)wettig is, kan er geen sprake zijn van de afwending van de middelen van de Catalaanse overheid. Het komt trouwens niet aan de Spaanse Staat toe om te oordelen over de aanwending van de middelen van de Catalaanse autonome regio, daarover oordeelt de regio zelf. Welnu, het Catalaans Parlement heeft beslist tot het organiseren van een referendum. De regering heeft dat referendum volgens de wens van het Parlement georganiseerd. De middelen van de autonome regio zijn dus niet afgewend. De middelen zijn gebruikt overeenkomstig de bevoegdheid van de regio om te onderhandelen over de inhoudelijke invulling van haar autonoom statuut. De vraag tot uitlevering wegens het afwenden van overheidsmiddelen is bijgevolg ongegrond.

Artikel 3 EVRM

De aanhouding van Puigdemont in Duitsland is gebeurd op grond van een tweede aanhoudingsbevel. Een eerder aanhoudingsbevel met vraag tot uitlevering aan het Belgisch gerecht was immers ingetrokken. De Spaanse regering had vervolgens op een volstrekt onaanvaardbare manier schamper gedaan over de onafhankelijkheid van de Belgische justitie. De uitspraak van de Duitse rechter zet ook hier de dingen recht, omdat de uitspraak van de rechter in de zin is van wat men vreesde dat de Belgische rechter zou oordelen. De Spaanse regering kan niet blijven het Catalaanse volk, andere lidstaten waaronder België en de Europese Unie belachelijk maken, dat is nu duidelijk. Daarmee heeft de regering Rajoy eens te meer Spanje te schande gemaakt.

Het blijkt dat de Spaanse regering zonder toestemming agenten naar België gestuurd heeft om Puigdemont te bespioneren en zijn doen en laten na te gaan. Dat is niet meer of niet minder dan een schending van de Belgische autonomie. Dat dit niet kan is eerder al vastgesteld ten aanzien van het optreden van de CIA met betrekking tot vermeende terroristen. Stof genoeg dus om de Spaanse ambassadeur op het matje te roepen. Temeer omdat dit onwettig handelen de basis blijkt te zijn van het tweede aanhoudingsbevel, omdat men zo aan de weet gekomen is dat Puigdemont buiten België zou reizen. Hij was in Finland uitgenodigd op een conferentie. De Spaanse agenten blijken de buitenlandse autoriteiten gewezen te hebben op de aanwezigheid van Puigdemont op hun grondgebied. De Finnen en de Denen hebben Puigdemont aan zich voorbij laten gaan, Duitsland niet.

Het buitensporig geweld tegen de Catalanen; het herhaald negeren van democratische stemuitslagen in Catalonië; het aanwenden van bijzondere opsporingsmethoden op het grondgebied van andere landen; de dreigende en betuttelende houding o.a. bij de benoeming van de directeur van Europol; de denigrerende opmerkingen over andere lidstaten, hun gerechtelijke instanties of hun politici, het feit dat men te maken heeft met een minderheidsregering die zich als oppositie al met hand en tand verzet heeft tegen meer autonomie, en het feit dat die minderheidsregering de macht in de regio Catalonië overgenomen heeft op grond van een bepaling in de Spaanse grondwet (artikel 155), die door de Verenigde Naties in strijd bevonden is met het internationaal recht, laten niet veel goeds verhopen voor Puigdemont, wanneer hij aan Spanje zou worden uitgeleverd.

Men mag in alle redelijkheid vrezen dat hem dan een politiek proces te wachten staat en dat dit proces toch zal handelen over de vermeende beschuldiging van rebellie, niettegenstaande dat het verzoek tot uitlevering op die grond onontvankelijk werd verklaard. De vervolging op grond van rebellie is strijdig met het zelfbeschikkingsrecht en is daarom onmenselijk en vernederend, net zoals de bestraffing die op dat vermeende misdrijf is gesteld (zie artikel 3 EVRM). Het dreigt trouwens  ook geen eerlijk proces te worden. De uitlatingen van de Spaanse regering bij de arrestatie van Puigdemont in Duitsland en het geweld dat de regering tegen de burgers gebruikt, laten daar geen twijfel over bestaan. Al deze redenen maken dat, zelfs wanneer men zou oordelen dat er kan gediscussieerd worden over de afwending van overheidsmiddelen, Puigdemont ook voor die betichting in geen geval kan worden uitgeleverd.

En wat doet Europa?

In onze bijdrage van 3 oktober 2017 ‘Stelt Spaanse regering legitimiteit Europese unie in vraag?’ hebben wij aangetoond dat de Europese Unie kan en moet tussenkomen. De Voorzitter van de Europese Commissie heeft die boot steeds afgehouden, onder verwijzing naar de Spaanse rechtsstaat. Nu verschillende lidstaten (België, Denemarken, Finland en Duitsland) het Spaanse optreden blijken af te keuren en het duidelijk is dat een vervolging op grond van rebellie geen uitdrukking kan zijn van een rechtsstaat binnen de Europese Unie, kan de Commissie op grond van dat argument niet langer afstand houden. Een verder stilzitten van de Europese Commissie zou bevestigen dat Europa enkel op een staatsnationalisme steunt en dat er van het voortdurend beloofde Europa der Volkeren niets in huis zal komen. Daarmee loopt men dan het risico dat de volkeren binnen Europa die zich niet tot een nationale staat hebben ontwikkeld, afhaken van de Europese gedachte.

Jan Ghysels (1961) is als jurist o.a. gespecialiseerd in grondwettelijk en administratief recht. Hij is als grondwetspecialist verbonden aan de UGent. Hij is oprichter van het tijdschrift Publiekrechtelijke Kronieken en hij was o.a. lid van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.

Meer van Jan Ghysels
Commentaren en reacties