JavaScript is required for this website to work.
radio

Ivan Van de Cloot: ‘Vlaanderen is subsidieziek’

David Geens28/4/2021
Vlaanderen is subsidieziek

Vlaanderen is subsidieziek

foto © Shutterstoc

In het licht van de discussie rond Let’s Go Urban, sprak Doorbraak Radio met Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van het Itinera Institute over het Vlaamse subsidielandschap en de nood aan een maatschappelijk debat rond overheidsondersteuning.

Doorbraak Radio sprak met Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van het Itinera Institute en auteur van het boek Overheid + Markt. Het beste van beide werelden. Het thema van vandaag is het Vlaamse subsidielandschap en de nood aan een maatschappelijk debat rond overheidsondersteuning.

De aanleiding van de discussie die woedt is Let’s Go Urban, dat duidelijk aantoonde hoeveel subsidies één enkel initiatief kon losweken vanuit verschillende overheidsniveaus. ‘Er is duidelijk nood aan een maatschappelijk debat,’ aldus Van de Cloot. ‘Zouden er niet een aantal correcties moeten worden gedaan in dat subsidielandschap?’

De gulheid van België en Vlaanderen

Het is mogelijk om een vergelijking te maken in de tijd en op internationaal vlak, via de nationale rekeningen en eurostat. Daaruit blijkt dat in België de subsidiebedragen maar liefst 3,8% van het BNP bedragen, tegenover 0,9% in Duitsland en 1,2% in Nederland. Sinds 2004 zijn de subsidiebedragen ook enorm gestegen. Waar in 2004 volgens de nationale rekeningen de bedragen ongeveer 1,7% bedroegen, is dit vandaag de dag 3,8%. In Nederland is dit niveau stabiel gebleven en in Duitsland zelfs wat gedaald.

‘Volgens de Vlaamse codex overheidsfinanciën, worden de Vlaamse subsidies geraamd op 13,3 miljard euro,’ stelt Van de Cloot. ‘Alleen al op Vlaams niveau!’ De gehanteerde definitie voor subsidie is ‘een overdracht van financiële middelen, verstrekt voor een activiteit die het algemeen belang dient’. Tegenprestaties worden dus niet eens in rekening genomen.

Ondermaatse controle op doelmatigheid en doeltreffendheid

De toetsing van begrotingen is traditioneel erg legalistisch. Controleurs kijken in de boekhouding om te zien of het geld effectief uitgekeerd werd aan de organisatie. Daarnaast toetsen ze of het geld gebruikt is voor het doel dat de subsidieverstrekkende overheid beoogd heeft, en bijvoorbeeld niet werd afgewend naar privérekeningen van bepaalde individuen.

‘Voor een econoom is dat de laagste lat van controle, kijken of het geld effectief gebruikt is en niet gewoon verduisterd,’ legt Van de Cloot uit. ‘Maar het is minstens zo belangrijk dat er een evaluatie gebeurt naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid.’ Enerzijds moet gekeken worden of de subsidie wel effect gehad heeft – de doeltreffendheid. Anderzijds moet geëvalueerd worden of er geen andere manieren zijn om hetzelfde doel te bereiken – de doelmatigheid. Een dergelijk evaluatiekader kan een antwoord bieden op de vraag of het subsidiëren wel gezond is.

Draagvlak in de maatschappij

Een andere vraag is hoeveel van de middelen van een organisatie eigenlijk uit subsidies bestaan. In principe zou een organisatie gegroeid moeten zijn vanuit de basis en dus voor een groot deel gefinancierd moeten worden door giften en vrijwilligerswerk. Wanneer dan blijkt dat ze een draagvlak heeft in de maatschappij, kan wat hulp van de overheid dit aanvullen. ‘Bij thema’s als milieuvriendelijkheid of circulaire economie kan de markt echter falen,’ aldus Van de Cloot. ‘Dan is er overheidsoptreden nodig om een duwtje in de rug te geven. Maar na een tijdje moet zo’n initiatief op eigen benen kunnen staan.’

Daarnaast moet sector per sector het debat gevoerd worden over de economische wet van het laaghangend fruit. ‘Aanvankelijk zullen subsidies zeer grote resultaten opleveren, maar daarna moet geëvalueerd worden of de volgende euro’s ook nog zo effectief zijn,’ legt Van de Cloot uit. ‘We zien echter dat parlementsleden hun verantwoordelijkheid soms ontlopen omdat het hun petje te boven gaat.’

Verstoring van het ecosysteem

Er is dringend een debat nodig rond de kerntaken van de overheid en de impact van subsidies op het ecosysteem van een bepaalde sector. Het ondersteunen van slechts één bepaalde speler met belastinggeld, kan het ecosysteem immers vertekenen of beschadigen. Een voorbeeld is de subsidiëring van de VRT, waarover de meningen verdeeld zijn. De ene vindt dat het ecosysteem van de media grondig wordt verstoord, de andere vindt dat de VRT zelfs nog meer subsidies zou moeten krijgen.

‘In de evaluatie zou ook meegenomen moeten worden welke andere ondersteuningen de mediasector als geheel krijgt, zoals gunstige fiscale regimes en gratis postbedeling’, stelt Van de Cloot. ‘Daarnaast weten overheden vaak niet dat zij niet de enigen zijn die subsidies geven. Dat is nochtans cruciale informatie.’ Het subsidieregister van de Vlaamse Overheid is een belangrijke stap om zicht te krijgen op de gigantische explosie van subsidies. Alleen zo kan de legitimiteit van overheidsinterventies in kaart gebracht worden.

Etatisme en verzuiling

In België wordt er traditioneel een grote rol toegekend aan de overheid in de maatschappij. Deze etatistische omgeving is echter niet gezond, want de andere actoren worden als het ware gekoloniseerd. Het is de markt die in principe voor welvaartscreatie zorgt, maar deze motor van de economie wordt door de overheid verpletterd. Het is niet zinvol om alles te gaan subsidiëren. Om de economie gezond te houden is er een selectieproces nodig, waarin niet-rendabele en niet-toekomstgerichte initiatieven ten onder gaan.

‘Er is meer respect nodig voor de verschillende sferen in de maatschappij. We zien immers dat, vanaf een activiteit gesubsidieerd wordt, de dynamiek verandert,’ legt Van de Cloot uit. ‘In België is het middenveld voor 70% gesubsidieerd, en dus niet zelfredzaam zoals in andere landen. De innige verhoudingen van de zuilen met de overheid bewijzen nog steeds hoe etatistisch de basis is waarvan ons land vertrok. Dit patroon wordt doorgetrokken in de subsidies.’

Complexe subsidie-industrie

Recent voerde Itinera een studie uit over politieke renovatie, waaruit bleek dat België een land is met slecht functionerende parlementen, die onvoldoende hun rol opnemen. Het is twijfelachtig of de maatschappelijke belangen wel goed vertegenwoordigd zijn. Er heerst een lobbycultuur, waarbij degene die het best bevriend is met de beslisser de beste subsidies kan krijgen. De belastingbetaler wordt echter buitenspel gezet, met grote maatschappelijke kosten als gevolg. ‘Er wordt veel geld gegeven aan lobbyen, maar maatschappelijk gezien is dit voor een deel een verspilling,’ stelt Van de Cloot. ‘Er wordt vaak meer geld en energie aan besteed aan het getouwtrek om aan geld van de overheid te raken, dan de activiteit zelf die men bepleit.’

Lees er alles over in het boek Overheid + Markt. Het beste van beide werelden van Ivan Van de Cloot. Te verkrijgen bij Doorbraak Boeken.

David Geens is IT-engineer en bestuurder en investeerder in verschillende vennootschappen. Bij Doorbraak focust hij zich op de audiovisuele activiteiten zoals de podcast en video interviews.

Commentaren en reacties