Stephanie D’Hose: ‘Subsidies zijn geen blanco cheque’

Sinds de Sihame-gate wordt het subsidiebeleid van de verschillende overheden fel op de korrel genomen. Subsidies op de schop nemen is echter niet de oplossing volgens senaatvoorzitter Stephanie D’Hose. Zij pleit voor het realiseren van een gecentraliseerde subsidiedatabank. Die moet in de eerste plaats voor meer transparantie zorgen. In deze aflevering van Doorbraak Radio doet Stephanie D’Hose haar idee verder uit de doeken.

Het doel van een subsidiedatabank

D’Hose stelt een subsidiedatabank voor als oplossing om het subsidiebeleid transparanter te maken. Ze steunt de aanpak van Vlaams minister van financiën Diependaele. Die wil voor het einde van de legislatuur een Vlaams subsidieregister realiseren. Maar volgens D’Hose mag die aanpak nog verder gaan. Een overkoepelende subsidiedatabank die niet enkel de Vlaamse maar alle bestuursniveaus omvat, kan voorkomen dat organisaties gaan subsidieshoppen bij verschillende overheden. Zo kunnen verschillende overheden sneller op de hoogte zijn wanneer een ander bestuursniveau reeds fondsen aan een vereniging heeft toegekend. Het doel is dus duidelijkheid en transparantie, benadrukt D’Hose. ‘Zo zijn burgers en overheden beter op de hoogte van de subsidiestromen.’

De naam en de soort van de organisatie en het bedrag van de subsidie zijn de belangrijkste punten om weer te geven in dergelijke databank, zegt D’Hose. ‘Subsidies zijn geen blanco cheque. Er wordt ook vandaag de dag altijd een advies verleend en controle uitgevoerd.’ De databank is dus geen controlemechanisme, maar een middel om voor meer transparantie te zorgen, benadrukt D’Hose.

Wie neemt het voortouw?

Om de doelstelling van de subsidiedatabank te realiseren moeten alle politieke niveaus, van het lokale tot het Europese, hun medewerking verlenen. Wie neemt dan het voortouw in het oprichten van deze databank? De Vlaamse overheid is reeds gestart met het oprichten van een subsidiedatabank. Maar ook stad Gent heeft initiatieven genomen om een eigen databank op te richten. D’Hose roept alle bestuursniveaus dus op om de handen in elkaar te slaan en ICT-systemen te implementeren die op elkaar kunnen inspelen. ‘De Vlaamse overheid heeft nu de aanzet gegeven. De andere bestuursniveaus kunnen dus daarbij aansluiten.’

De invloed van Sihame-gate

Door de heisa rond de subsidiestroom naar de vennootschappen van Sihame El Kaouakibi heeft het vertrouwen in de politiek een enorme deuk gekregen. Burgers stellen zich vragen bij de geldstromen die naar allerlei vennootschappen vloeien. Ze eisen meer transparantie en controle. Sihame-gate is een grote uitzondering, benadrukt D’Hose. ‘Sihame kende de zwakke punten in het systeem. Zij heeft daar misbruik van gemaakt.’ D’Hose vindt het spijtig dat deze zaak de volledige subsidiecultuur overschaduwt. Aangezien het grootste deel van de vennootschappen op een correcte manier omgaan met gekregen subsidies.

In de databank gaat het vooral over structurele subsidies die ieder jaar terugkeren. Subsidies voor infrastructuurbeleid zoals in Sihame-gate het geval is, moeten wel degelijk onder de loep worden genomen, vindt D’Hose. ‘Het realiseren van een Vlaamse subsidiedatabank is in een stroomversnelling geraakt door de zaak El Kaouakibi. Maar dit idee was er al veel langer.’ Volgens D’Hose is het nu vooral belangrijk dat andere bestuursniveaus kunnen aansluiten bij de Vlaamse subsidiedatabank.

Auteur artikel: Rani De Leeneer