JavaScript is required for this website to work.

De tien geboden van Sammy Mahdi

Luckas Vander Taelen30/10/2021Leestijd 5 minuten
TitelVan Hol naar Vol
Subtitel10 wake-upcalls voor christendemocraten
AuteurSammy Mahdi
UitgeverPelckmans
ISBN9789464013788
Onze beoordeling
Aantal bladzijden189
Prijs€ 25
Koop dit boek

Ik mocht Sammy Mahdi interviewen op de Brusselse stadszender Bruzz , in tempore non suspecto, toen hij nog geen staatssecretaris van migratie was. Hij was gewoon de voormalige voorzitter van de CD&V-jongeren, die nipt de strijd om het grote presidentschap van zijn partij verloren had van Joachim Coens. Hij gaf tijdens ons gesprek blijk van veel zelfrelativering—hij noemde zichzelf ‘de Barack Obama van den Aldi’—maar tegelijk voelde ik ook ambitie én een intelligente visie op zijn partij. De toekomst zal moeten uitwijzen of het geen betere zet ware geweest om Mahdi aan het hoofd van de Vlaamse democraten te zetten. De partij zou er in ieder geval een volledig ander en nieuw imago door gekregen hebben. 

Het verschil met Daniël en Joachim Coens

Maar het is niet enkel zijn atypisch CD&V profiel dat Mahdi zo verschillend maakt van de huidige voorzitter Coens. Die komt uit de vertrouwde stal van de CD&V; Mahdi komt van ergens helemaal elders. Met een behoorlijk verschillende kijk op wat zijn partij moet zijn en vooral moet worden. In zijn boek met de provocerende titel Van Hol naar Vol suggereert Mahdi tien ‘wake-upcalls voor christendemocraten’. Een studie van zijn lijst van aanbevelingen lijkt levensbelangrijk voor Joachim Coens, want ze zijn alle aandacht waard in de strijd tegen het grootste gevaar dat de voormalige CVP bij de verkiezingen van 2024 bedreigt: het verdwijnen in het niets, door het teloor gaan van de vroegere onvermijdelijkheid van de partij.

Joachim Coens’ vader Daniël, een christendemocratische coryfee tot zijn dood in 1992 op 54-jarige leeftijd, zei ooit dat als de CVP niet bestond ze zou uitgevonden moeten worden. Hij kon dit stellen omdat de CVP toen beantwoordde aan wat bij de meerderheid van de Vlamingen leefde, in een tijd dat de Kerk nog letterlijk in het midden van de samenleving stond en de standen de stevige betrouwbare pilaren waren waarop de partij rustte. Dat kan nu niet meer beweerd worden van de CD&V, omdat Vlaanderen totaal veranderd is en de christendemocraten de aansluiting met dat nieuwe Vlaanderen dreigen te verliezen, zoals uit verkiezingsresultaten en peilingen steeds weer blijkt. 

Bloemen en bloempotten

Mahdi waarschuwt in de inleiding van zijn boek dat het ‘bloemen en bloempotten’ bevat. Hij pleit voor een herbronning en vooral het verlaten van de eeuwige zoektocht naar het centrum, en schrijft dat zijn partij ‘even zoutloos is als een slaatje van de Weight Watchers’, met ‘evenveel ruggengraat als de gemiddelde lintworm’. Dat kan natuurlijk tellen als begin. Nochtans stelt hij eigenlijk geen revolutionaire omwenteling van zijn partij voor, maar wel een oproep voor een ondubbelzinnige profilering. 

Mahdi wil dat de CD&V vanuit een eigen visie vertrekt, en niet langer obsessioneel blijft streven naar compromissen, ‘bruggen bouwen’ en ‘in dialoog treden’—termen die als virussen nog steeds blijven opduiken in elk document van de partij. Ik hoorde Joachim Coens niet zolang geleden op Radio1 op tien minuten tijd vijftig keer het woord ‘mensen’ gebruiken. Omdat mensen belangrijk zijn waarschijnlijk, maar trop is toch een beetje teveel.

Over die communicatie was Mahdi al eerder bikkelhard, toen hij stelde dat hij soms zelfs niet begreep wat de partij met sommige teksten bedoelde en hij moest terugspoelen om daar een idee van te hebben. Duidelijkheid, dat is wat de voormalige jongerenvoorzitter verwacht. Hij kant zich tegen ‘mooie verpakkingen’ zonder inhoud en ‘containerbegrippen’. 

Appel

Als het van hem zou afhangen, verandert de partij morgen van naam, en wordt ze in navolging van de Nederlandse zusterpartij, een Christen Democratisch Appel. ‘Appeleren is voor mij het werkwoord bij uitstek voor alle christendemocraten ter wereld. Radicaal tegenover het pure individualisme, radicaal tegenover etnisch nationalisme en radicaal tegen het etatisme van links’. Hij wil van de CD&V opnieuw een ‘volkspartij’ maken. De wortels van de specificiteit van zo een partij vindt Mahdi bij Edmund Burke, die een conservatieve visie combineert met het geloof in ‘een sterk sociaal weefsel waarbij de overheid slechts een minimale rol toebedeeld krijgt.’ Daarmee komt hij in de buurt van ‘het kostbare weefsel’ dat dierbaar is aan Bart De Wever. 

Mahdi houdt niet van welke vorm ook van ‘overheidsbetutteling’ en wil liever een maatschappij waar de burgers zelf voor hun verantwoordelijkheid worden geplaatst en spontaan initiatieven nemen. Niet alles van de overheid verwachten, maar zelf dingen doen en zo dat sociale weefsel van menselijke contacten te versterken. Die kijk past bij denken van filosoof Emmanuel Levinas, die stelt dat ‘we als mens slechts bestaan in relatie tot de andere’. De vraag blijft natuurlijk hoe een partij een dergelijk streven kan stimuleren. Dit is misschien de achilleshiel van Mahdi, zijn geloof dat het weliswaar duidelijk formuleren van een vrome wens ook daadwerkelijke gevolgen zal hebben. Het is niet omdat men zegt dat mensen maar beter zelf hun stoep gaan opkuisen, dat ze dat ook zullen doen.

Mahdi refereert ook naar de essentiële rol die priester Daens en het Rerum Novarum van Paus Leo XIII in het sociale karakter van de christendemocratie speelden. Dat levert lezenswaardige pagina’s op, maar het is natuurlijk het vervolg waar het om te doen is: de tien geboden van Mahdi.

De tien geboden van Mahdi

Die aanbevelingen om de langzaam zinkende christendemocratische tanker te repareren nemen een tachtigtal pagina’s in beslag. Ze vertrekken telkens van een concreet voorbeeld waaraan Mahdi zijn ‘wake-upcalls’ koppelt. Daarbij schuwt hij dus de controverse niet, volgens hem een voorwaarde om de partij opnieuw aantrekkelijk en geloofwaardig te maken. Weg van wollige standpunten die nergens over gaan, leve de duidelijkheid. Het maakt er het boek alleen maar lezenswaardiger door…

De huidige staatssecretaris voor migratie pleit voor de ‘noodzaak aan integratie’ van nieuwe bevolkingsgroepen. Mahdi gelooft in multiculturaliteit maar niet in een ideologisch bepaald ‘multiculturalisme’ dat de diverse samenleving ‘idealiseert’. Hij pleit dan ook voor een ‘selectieve legale migratie’: iedereen heeft het recht heeft om asiel aan te vragen, maar dat betekent niet dat iedereen het ook zal krijgen. Volgens hem tonen de cijfers aan dat twee op de drie asielzoekers ‘geen nood hebben aan bescherming’. Grenzen blijven voor Mahdi een noodzakelijke voorwaarde ‘om bescherming te bieden aan mensen die die daadwerkelijk nood aan hebben.’

Het nieuwe middenveld als antwoord

Mahdi beseft dat zijn partij nu niet meer kan rekenen op de blinde steun van het middenveld zoals het vroeger was, met verzuilde standen. Dat ‘middenveld’ werd al te vaak gebruikt als ‘reddingsboei’ door het blindelings te volgen om zelf geen stelling te moeten innemen. Hij gelooft meer in nieuwe vormen van organisaties die aan de basis gegroeid zijn, zoals Ringland in Antwerpen. Dat de partij ‘blind en dood’ bleef voor dergelijke verenigingen betreurt Mahdi omdat net daar ‘het antwoord op onze ideologische crisis ligt.’ Het is de perfecte manier om te weten wat er leeft bij de burgers. Had de partij daar de voorbije decennia meer aandacht voor gehad, dan zou de partij er volgens Mahdi nu veel beter voorstaan. Net zoals op het vlak van het klimaat, wat voor de CD&V een prioriteit zou moeten zijn.

Met dezelfde duidelijkheid gaat Mahdi door zowat alle actuele problemen. Zijn ongecompliceerde taal die ontdaan is van wolligheid is een verademing voor al wie zich al eens wil ergeren aan een ‘enerzijds anderzijds ‘-syndroom dat vele christendemocratische leiders te lang heeft gekenmerkt. Mahdi heeft natuurlijk het voordeel dat hij nu geen voorzitter van de CD&V is, wat hem ondanks zijn regeringsfunctie een grote intellectuele vrijheid geeft.

Joachim Coens gaf naar verluidt een inleiding bij een voordracht van Mahdi over zijn boek. Is dit een teken dat Coens goed beseft dat hij er alle belang bij heeft de tien geboden te volgen van de man die hem bijna van het voorzitterschap verdrong? Het zou Coens niet alleen sieren dat hij zonder rancune de aanbevelingen van zijn rivaal volgt, maar dat zou ook het bewijs zijn dat hij inziet dat de verkiezingen van 2024 wel eens die van de laatste kans voor de CD&V zouden kunnen zijn…

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Commentaren en reacties