De Vlaamse niet-canon
De eerste poging tot een Vlaamse canon is net verschenen. Een poging tot zelfkritiek, waarbij elk cliché dik in de linkse verf wordt gezet.
Toen Bart De Wever als formateur van de Vlaamse regering zijn startnota bekendmaakte, was leedvermaak zijn deel. Hij durfde pleiten voor een (historische) canon van Vlaanderen. Vakgenoten historici hebben uiteraard kritiek op een teleologische en gepolitiseerde (want op een geconstrueerde identiteit gerichte) canon. Maar de kritiek werd breder gedragen. Ook al toont Nederland al meer dan een decennium aan dat zo’n canon een geschikt educatief middel is om de eigen geschiedenis bij een ruimer publiek bekend te maken.
Schaamteloos
Of die canon ook aandacht zou besteden aan de negatieve kanten van de Vlaamse geschiedenis? Natuurlijk wel. Al weigerden velen het te geloven. Het zou een schaamteloze oefening zijn in recuperatie en het oppoetsen van het eigen blazoen. Al mengde de minister van Onderwijs zich niet in de samenstelling van de commissie. Al tekende de Vlaamse regering geen bandbreedte uit binnen welke lijntjes de experten van de canoncommissie moeten kleuren.
Dat alleen al het signaal van een canon zou leiden tot hoongelach en onversneden kritiek, was te verwachten. Eveneens te verwachten: de markt zou wel iets met die canon doen. Half november verschijnt de tweede, geüpdatete versie van de literaire canon (van de KANTL) in boekvorm. En een tijdje geleden verscheen het boek De Vlaamse canon, met een zich van schaamte bedekkende Vlaamse Leeuw op de cover. (Een mét rode nagels, voor wie dat relevant zou vinden.)
Humo
De voorliggende canon is echter in geen geval een canon. Dat steken de auteurs niet weg; ze waarschuwen er zelfs voor in de inleiding. ‘Toen die passage lekte uit het regeerakkoord, bleek al snel dat geen enkele serieuze mens zich daarmee bezig wilde houden. En daarom hebben wij het maar gedaan.’ In het eerste geval kregen ze vrijdag al ongelijk, bij de bekendmaking van de commissie. In het tweede geval zijn ze geslaagd: ze penden een weinig serieuze en vooral grappige ‘canon’ neer van Vlaanderen.
Weinig serieus is zelfs overdreven. De Vlaamse canon (waarom dat lidwoord, als je er de draak mee steekt?) is helemaal niet serieus te nemen. Het is één grote grap, van de eerste tot de laatste pagina. Allicht een niet-subliminale hint naar de feitelijke canon die nog moet gemaakt worden. Beide auteurs – Geert Stadeus is romancier en almanakauteur, Stijn Van der Stockt is ‘Vlaams mediafiguur’ (volgens zijn Wikipediapagina) – steken 400 blz. de draad met Vlaanderen en de Vlamingen. En daar zijn ze wonderwel in geslaagd. Haast elk stukje zou zo kunnen verschijnen in Humo, toen het nog het niet van humor gespeende blad was van Guy Mortier.
Een niet-canon
In meer dan 150 onderwerpen en figuren bieden de auteurs ‘een aanzet tot’ De Vlaamse canon. En die is, zo staat het op p. 2: ‘niet-wetenschappelijk, niet-ideologisch, niet-exhaustief, niet-definitief, niet-geniet, niet-geïllustreerd en daardoor al bij al niet te duur’. Ze noemen het een ‘encyclopedie van onze grandeur in kleine dingen’, van ‘aardappelen’ tot ‘Zwin, het’, en al wat daar tussen ligt. Betrachting van het boek: de lezer te doen lachen. Dat stellen beide auteurs voorop in het woord vooraf, en warempel, daar zijn ze in geslaagd. Al moet de lezer wel met wat zelfkritiek om kunnen.
Opmerkelijk: in het boek komen er maar drie politici aan bod — de eveneens opgenomen Dyab Abou Jahjah tellen we hier even niet mee: sp.a- en Vooruit-stichter (jawel!) Edward Anseele en abortusvoorvechtster Lucienne Herman-Michielsens. Ook Frank Vandenbroucke kreeg een lemma, maar dan wel wijlen de coureur.
Komen aan bod: plaatsen, figuren, een handvol historische gebeurtenissen, twee kleuren (wit en zwart…), eten en drinken (neen, Zuhal Demir, geen ballekes in tomatensaus, wel witlof, waterzooi en Westmalle, om bij de letter W te blijven). Clichés worden in deze canon bij voorkeur benadrukt en dik in de linkse verf gezet in plaats van bevraagd en genuanceerd. Dat laatste betracht de échte, in de steigers staande, canon dan weer wel. Het woord cliché ontbreekt echter in de niet-exhaustieve canon. Wetenschap gelukkig genoeg ook. Geen wonder dat de leeuw op de cover zich van schaamte wegsteekt.
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?