JavaScript is required for this website to work.

Een Vlaamse ‘Indignez-vous!’

Michael Domen23/2/2020Leestijd 3 minuten
TitelUit woede en onbegrip
SubtitelPamflet over de schaamte van armoede
AuteurJos Geysels en Erik Vlaminck
UitgeverUitgeverij Vrijdag
ISBN9789460018244
Onze beoordeling
Aantal bladzijden46
Prijs€ 10
Koop dit boek

Eind vorig jaar verscheen Uit woede en onbegrip van Jos Geysels (Groen) en Erik Vlaminck — wellicht het meest bekend van zijn Brieven van Dikke Freddy. In een veertigtal pagina’s — klein formaat — schrijven zij hun verontwaardiging over ‘de schande van armoede’ neer. Morele verontwaardiging is een zeldzame stijl geworden in de Vlaamse boekdrukkunst. In de Vlaamse politiek evenzeer. Met een verfrissende boosheid wijden de auteurs zich aan de taak het Vlaamse volk wakker te schudden. En dat is nodig.

Morele verontwaardiging is gepast wanneer blijkt dat 1 op 5 Vlaamse gezinnen kampen met energiearmoede. Boosheid is logisch als 250,000 gezinnen problemen hebben om hun waterfactuur te betalen. En dat België zo’n 50,000 daklozen telt, daar valt ieders mond vast van open. Die cijfers onder de aanbracht brengen is een goed begin, maar wat doen we eraan?

Armoede als individueel moreel falen…

Het idee dat armoede een individueel falen is, is sterk aanwezig in de Vlaamse politiek. Wat Vlaminck en Geysels de ‘eigen schuld-dikke bult’-retoriek noemen. Dat victoriaanse idee uit zich ook in het idee dat armoede opgelost zal worden door meer mensen aan het werk te krijgen. Niet dat er iets mis is met een hogere werkzaamheidsgraad, maar het ontkent een duidelijk structureel probleem: erg veel armen werken wel degelijk, maar voor schamele loontjes.

‘Deze stelling illustreert de economische opvatting die de leidraad is van onze politici: als de economie groeit en de koek groter wordt, zal iedereen en dus ook wie nu in armoe leeft, er automatisch beter van worden. Dit gedachtegoed wordt maatschappelijk en politiek vertaald in een verhaal dat ervan uitgaat dat het individu, en niet bepaalde omstandigheden, verantwoordelijk is voor armoede. Economisch succes is dus een mogelijkheid die je moet grijpen; het is een invididuele keuze.’ (p9)

Deze houding, al zo’n 150 jaar achterhaald door de feiten, blijkt inderdaad nog steeds dominant. Hoewel individuele omstandigheden natuurlijk altijd een rol spelen, valt het belang van structurele factoren als kansarmoede, toegang tot (kwalitatief) onderwijs en gezondheidszorg en, jawel, discriminatie, niet te ontkennen. Die culpabilisering — excuus, ‘responsabilisering’ — van mensen in armoede staat elke oplossing in de weg.

… het falen van politici

Geysels en Vlaminck trekken ten strijde tegen een politieke klasse — waar Geysels weliswaar deel van uitmaakte — die ‘niet de minste voeling, laat staan mededogen, heeft met een grote groep medemensen die zich permanent zorgen moeten maken over basisvoorzieningen’ (p5). Daar stel ik me dan toch de vraag: klopt dat wel? Wanneer Maggie De Block of Liesbeth Homans overtuigd zijn dat ‘trickle-down economics’ en een hogere werkzaamheidsgraad het probleem zullen oplossen, wil dat dan zeggen dat zij geen voeling hebben met de armen, of dat zij zich gewoon stomweg (en blijkbaar zonder voortschrijdend inzicht) vergissen?

In feite doen Geysels en Vlaminck net dat wat zij beleidsmakers verwijten: het individualiseren van de verantwoordelijkheid voor armoede. Alleen leggen zij de schuld bij de politici, in plaats van bij mensen in armoede zelf. De politieke klasse kwaadwilligheid toedichten negeert net zo goed de structurele aspecten van armoede.

Een complex probleem

Geysels en Vlaminck vallen bovendien in de val van het voorstellen van eenvoudige — zeg maar, technocratische — oplossingen voor een complex structureel probleem als armoede.

‘Al vele jaren hebben armoedeorganisaties en sociale bewegingen concrete voorstellen en plannen om de armoede te laten dalen. Hun voorstellen zijn realistisch en betaalbaar. We weten dat ze werken.’ (p40)

Zo eenvoudig is het nu ook weer niet. Armoede is een complex probleem, met veel deelaspecten. Een bepaalde oplossing kan goed werken voor de ene groep, en tegelijk een andere groep benadelen — of minstens niet vooruit helpen. Er zullen ook prioriteiten gesteld moeten worden, bepaalde voordelen elders afgebouwd moeten worden (ze halen zelf de woonbonus aan) om te herverdelen. Dat zijn politieke keuzes, waarvoor maatschappelijk draagvlak gevonden moet worden.

Ze sluiten hun pamflet af met wat zij lijken te denken dat een overtuigend argument is. ‘Omdat het gewoonweg bij wet verplicht is!’ Alleen overtuig je met dat argument geen ziel, zo mag gevreesd worden.

Van verontwaardiging naar actie

Is dit pamflet het lezen waard? Zeker wel. Het cijfermateriaal is uitgebreid, overzichtelijk, en diep verontrustend, en het is vlot en toegankelijk geschreven (af en toe een duidelijke bronverwijzing was niettemin fijn geweest). Laten we hopen dat de oprechte verontwaardiging, en de brede bekendheid van dit pamflet (al aan een vijfde druk toe!) beleidsmakers aanzet tot nadenken.

Maar in de eerste plaats is het aan ons. Want waarom maken politici geen (deftige) plannen rond armoedebestrijding? Omdat het geen politiek thema is, omdat velen onder ons er niet genoeg van wakker liggen. Omdat ook wij denken ‘ach, die profiteurs, werk wat harder’. Omdat ook wij daklozen straal negeren. Omdat wegkijken gemakkelijker is dan actie nemen, en actie eisen van de overheid.

Indignez-vous, alsjeblieft! En doe er dan iets aan, in het stemhokje of elders.

Commentaren en reacties