JavaScript is required for this website to work.

Evocatie van de radicale naoorlogse Vlaamse beweging

Katleen Van den Heuvel31/8/2016Leestijd 3 minuten
TitelEvocatie van de radicale naoorlogse Vlaamse beweging
AuteurKarl Luyckx
UitgeverVan Gaever & Co
Onze beoordeling
Aantal bladzijden132
Prijs€ 19

Als je met oud-strijders van de naoorlogse militante Vlaamse beweging praat, hoor je wel vaker dat er twee VMO’s zijn geweest. De Vlaamse Militanten Organisatie van Wim Maes en de Vlaamse Militanten Orde van Bert Eriksson. En hoewel heel wat aanhangers geruisloos overstapten van Organisatie naar Orde, blijft in de herinnering dat de Organisatie nog ‘fatsoenlijk’ was, de Orde een bende ‘wandluizen’ – het woord is van Hugo Schiltz.

‘De mannekens van Wim Maes’, werden de jongeren weleens genoemd, die in de zogenaamde catacombenjaren manifestaties van Vlaamse Concentratie en Volksunie verzekerden tegen linkse en belgicistische heethoofden die de jonge partij wilden verhinderen te vergaderen.

In die naoorlogse dagen pakten de zwarte wolken zich nog samen boven de restanten en de stilaan weer uit haar schulp kruipende Vlaamse beweging. Jeugdbewegingen, volksdans- en toneelgroepen waren kweekvijvers van het politieke Vlaams-nationalisme. Daar werd de anti-Belgische fakkel doorgegeven, vaak door van burgerrechten ontnomen ouders aan hun kinderen.

Tegen die achtergrond ontstonden tijdschriften en verenigingen waarvan de initiatiefnemers elkaar na 1954 tegenkwamen in de rangen van de Volksunie, de nieuwe Vlaams-nationale partij van repressieadvocaat Frans van der Elst, die het politieke nationalisme terug in een democratische bedding wou krijgen.

Tegen diezelfde achtergrond ontstonden ook heuse milities, in Gent, in Antwerpen, in het Brusselse. Groepen jongeren die – als het nodig was – hun brede schouders en gespannen vuisten inzetten voor de Vlaamse Beweging. Groepen die ontstonden rond centrale figuren: Kamiel Vandamme, Wim Maes, Bob Maes. Die sloegen op hun beurt de handen in elkaar en richtten naar het voorbeeld van de vooroorlogse milities de VMO op.

Bob Maes – toen hij negentig werd, ontstond er nog een rel in en om de Wetstraat omdat Theo Francken het had aangedurfd op dat feestje aanwezig te zijn – was altijd de nationale verantwoordelijke. Maar het was Wim Maes die de troepen op de been bracht, motiveerde, en stuurde. En zijn troepen keken naar hem, luisterden blindelings. Pas na het overlijden van Wim Maes, besloten Bob Maes, Kamiel van Damme en Hector Goemans, om de VMO te ontbinden. Kort nadien echter zou het letterwoord opnieuw de kop opsteken onder Bert Eriksson. Maar de militantengroep evolueerde onder zijn leiding snel naar een ranzig extreemrechtse beweging, met openlijk nationaalsocialistische sympathieën naar een onverwerkt verleden.

Over die eerste VMO, en meer bepaald de Antwerpse tak, schreef Karl Luyckx – oud-sportjournalist en zelf een van de ‘mannekens van Wim Maes – een bijzonder lezenswaardig boekje. Een boekje dat vol staat van de persoonlijke herinneringen en sterke anekdotes. Een boekje dat een – hoewel recent – haast onbekend verleden nieuw leven inblaast. En alleen daarom al een belangrijke getuigenbron is van de jonge naoorlogse radicale Vlaamse beweging.

Maes begon eigenlijk op vraag van de illustere Rudi Van der Paal de ‘propaganda’ voor de Volksunie in het arrondissement te organiseren. Als ‘arrondissementeel propagandaleider’ stond hij in voor de verdeling van het weekblad De Volksunie, waarmee huis-aan-huis en aan de kerk werd gecolporteerd. Hij was ook verantwoordelijk voor de ‘beveiliging’ van Volksunie-vergaderingen tegen relschoppers.

Hoe de ‘mannekens’ colporteerden, beveiligden, wacht liepen en op actie gingen … Luycks vertelt het allemaal met een heel sappige pen en veel oog voor beeldspraak die de vele taalfouten in het boek doen vergeten. Ook de ontreddering bij het plotse overlijden van Maes in 1968 – hij werd 43 – beschrijft hij alsof de lezer er zelf bij is.

De mannekens van Wim Maes is een evocatie van een vergeten hoofdstuk uit de Vlaams-nationale geschiedenis. Het is het verhaal van verboden manifestaties, te betalen boetes, confrontaties met de politie, infiltratie door de staatsveiligheid … Het is het verhaal van een Vlaanderen dat zich opnieuw oprichtte, gesteund door dekselse jongeren die voor hun overtuiging op straat durfden komen en betoogden toen ‘Vlaams’ nog vaak een scheldwoord was. Het verhaal ook van socialistische jongeren die aansloten bij de militantenorganisatie, of van militanten die later socialistisch syndicalist werden (Herwig Jorissen), staatsraad (Eric Brewaeys) of Kamerlid voor het Vlaams Blok/Belang (Roeland Van Walleghem, Wim Verreycken …) . Een verhaal van inzet en engagement. In Voeren, Zwartberg, Leuven, Vilvoorde en de kust. En van Vlaamse Huizen, cafés en opvangcentra voor ‘de mannen van de daad’. Maar ook een verhaal van de moeilijke relatie tussen de Volksunie, die door haar groei een steeds uitgesprokeren democratische centrumpartij werd, en haar rechts-radicale vleugel ‘links’ liet liggen, de vleugel waar de VMO bij aanleunde … 

Peter De Roover, vandaag fractievoorzitter van de N-VA in de Kamer, riep op een bijeenkomst van de Vlaamse Volksbeweging halfweg de jaren 90 ooit op om een monument te wijden aan ‘de Vlaamse militant’. Dit boekje van Karl Luyckx is alvast de sokkel.

 

Het boekje is te bestellen bij de auteur: [email protected], 03 449 28 86.

Katleen Van den Heuvel (1972) is historica en filosofe en hoewel ze journalistiek studeerde geeft ze geschiedenis in het secundair onderwijs. Ze schrijft over geschiedenis, Europa, Verenigde Staten en media.

Meer van Katleen Van den Heuvel

‘De Belg’ is géén botte afrekening met Christian Van Thillo en zijn mediarijk, zoals de eerdere (en toekomstige) boeken van Guido Van Liefferinghe. Maar blij zal hij er zeker niet mee zijn.

Commentaren en reacties