Expo: Marleen Van Moere in Watou
Titel | Have we ever met? |
---|---|
Subtitel | Vibraties in zwart, wit en grijs |
Organisator | Marleen Van Moere en John Van Oers in Galerie Kasteelstraat 1, Kasteelstraat 1, 8978 Watou |
Data | 02/05/2021 tem 30/05/2021 |
Onze beoordeling |
Haar nieuwe expo van een 20-tal abstracte zwart-witschilderijen op papier toont dat de zeggingskracht van Marleen Van Moere nog is toegenomen.
De Belgische kunstenaar Marleen Van Moere (1960, Antwerpen) woont en werkt in Gent. Nog tot 30 mei stelt ze samen met John Van Oers onder de titel Have we ever met? recent werk tentoon in galerie Kasteelstraat 1 te Watou. Hoewel Van Moere al tientallen jaren aan de weg timmert, lijkt ze nog steeds tot een stille generatie te behoren. Dat is ongetwijfeld deels te wijten aan het feit dat ze zich met stille trom door het kunstlandschap beweegt. Sommige beeldend kunstenaars praten zich de actualiteit in, andere doen er het zwijgen toe en concentreren zich voluit op hun werk, dat – vinden ze – voor zichzelf moet spreken.
Entiteiten
In haar nieuwe expo toont Van Moere een twintigtal abstracte zwart-witschilderijen op papier van uiteenlopende formaten. De meeste ontstonden in de afgelopen twee jaar, enkele zijn ouder. Sommige zijn gelijmd op paneel; twee lange, verticale schilderijen hangen ‘losbladig’ aan de wand. Wie die oogst van lang en intensief werken zorgvuldig in zich opneemt, kan niet anders dan diep onder de indruk raken.
De zwarte verf die Van Moere zelf aanmaakt met pigmenten is soms zo hard dat je ogen erop afketsen. Zwarter dan zwart dat alle licht absorbeert en scherp uitkomt tegen de onbeschilderde gedeelten van het papier. Toch is Van Moeres recente werk minder zwart dan voorheen. De kunstenaar lijkt meer ruimte te hebben gelaten voor grijswaarden en meer belang te hebben gehecht aan de vele nuances van wit.
De schilderijen van Marleen Van Moere stellen staande volumes of vormen voor. Meestal staan ze zij aan zij, de ene wat groter dan de andere. Soms raken ze elkaar, lijken ze bijna aandoenlijk tegen elkaar aan te leunen, als een kind tegen zijn moeder. Zelf ziet Van Moere het ietwat abstracter: voor haar zijn die volumes entiteiten – iets wat wezenlijk bestaat en gevoelig is voor zijn omgeving. Verstilde aanwezigheden, vormen van doorleefd zijn. Grafisch van aard, geladen met krachten die een invloed uitoefenen op de beschouwer, wiens blik eindeloos blijft dwalen over al dat onweerstaanbaars dat omgeven is door een zweem van mysterie.
Waterval van licht
Het eerste wat me opvalt als ik de recente werken van Van Moere bekijk, is hun toegenomen verticaliteit. Vroeger werd die vooral benadrukt door het gebruik van massieve, zwarte volumes en vormen. Nu tonen deze zich meer als half doorzichtige, grotendeels gelijkmatig oprijzende structuren die contrasteren met hun uitgewerkte bovenrand – daar waar het eigenlijke spanningsveld van de schilderijen zich bevindt. Zo ontstaat een vorm van ontmoeting die al vervat zit in de titel van de expo: Have we ever met?
In die zin kunnen Van Moeres volumes beschouwd worden als personificaties: vormen van beeldspraak waarbij levenloze zaken menselijke eigenschappen krijgen toegeschreven. Een resultaat dat de kunstenaar bekomt door op gedisciplineerde wijze platte of ronde borstels als het ware te laten communiceren met de zwarte verf – een combinatie van controleren en laten gebeuren of inspelen op wat er al schilderend ontstaat. Die werkwijze lijkt bevrijdend te werken voor de kunstenaar: zo laat ze meer ruimte voor wit en grijs, wat haar sobere schilderijen een genuanceerder karakter geeft.
In vroeger werk van Van Moere waren de naast elkaar staande entiteiten duidelijk van elkaar te onderscheiden, omdat ze meestal allebei zwart waren. Ook in haar recente werk zijn nog steeds scherp afgetekende volumes en vormen zichtbaar. Het verschil met voorheen is dat de ene entiteit nu bijvoorbeeld grijs is en de andere wit. Op sommige van Van Moeres nieuwe schilderijen zijn de entiteiten weliswaar nog steeds massief zwart, maar is de afstand tussen beide vormen zo groot dat er zich een waterval van licht in lijkt te storten.
Die aanpak resulteert in het beeld van een neerwaartse beweging tussen twee opwaartse stuwingen. In andere werken valt dan weer niet na te gaan hoeveel entiteiten Van Moere precies geschilderd heeft omdat ze, door de borstelbewegingen die een misleidend spoor van zwart, grijs en wit op het papier trekken, een diffuus karakter hebben. Alsof het om één entiteit gaat die net zo breed is als het beeldvlak. Alleen de uitgewerkte bovenranden doen vermoeden dat het om meerdere aanwezigheden gaat.
Wisselwerking
Ook opvallend: enkele entiteiten laten ruimte vrij voor wat een landschap zou kunnen zijn waarboven witte wolken drijven. In andere werken komen dan weer meer dan twee entiteiten voor die niet langer naast elkaar staan, maar elkaar deels overlappen. Nog andere werken lijken bewust ‘slordig’ of abstract-expressionistisch geschilderd en roepen herinneringen op aan het werk van geestesgenoten als Franz Kline, Pierre Soulages en Hans Hartung. Hier probeert de kunstenaar de natuur van en het verband tussen de dingen te vatten – een constante in haar werk.
In het accentueren van hoe haar volumes en vormen elkaar raken, net niet of helemaal niet raken, ontstaat een fascinerende wisselwerking en komen raakvlakken aan de oppervlakte zoals die tussen mensen bestaan. Wie goed naar Van Moeres werken kijkt, zal trouwens merken dat de entiteiten die erop voorkomen soms lijken te vibreren of te trillen, alsof ze op elkaars aanwezigheid reageren en zich verbaasd afvragen: Have we ever met?
Voor een kunstcriticus is het een droom wanneer het werk van een kunstenaar die hij volgt rijper wordt met de jaren. Bij Van Moere schuilt de toenemende zeggingskracht van haar schilderijen in een fijnzinniger en tegelijk spontanere manier van werken. Die evolutie in diepgang en spanning maakt haar werk meer gelaagd. Vroeger al koos Van Moere voor zwart omwille van de geladenheid die ervan uitgaat. Zwarte verf staat voor zuiverheid, openheid en eerlijkheid vanuit de diepste kern, om zo uitdrukking te geven aan het universeel wezenlijke.
Vandaag is de spanning in haar werk er niet minder om. Alleen gaat het om een andere, meer ascetische geladenheid. Door meer dan voorheen de spanningsvelden te verkennen tussen zwart, wit en grijs, en ook door de picturale mogelijkheden ervan optimaler te benutten, beweegt Marleen Van Moere zich vrijer dan ooit binnen de hoogstpersoonlijke beperkingen die ze zichzelf oplegt.
Patrick Auwelaert (1965) schrijft recensies, artikels en essays over literatuur, muziek en beeldende kunsten.
In Waasmunster kan je nog tot 17 december kennismaken met een 25-tal vertegenwoordigers van de Dendermondse Schildersschool.