Catalaanse kunstenaar Antoni Tàpies herdacht in Brussel
Retrospectieve van Antoni Tàpies in Bozar
Antoni Tàpies.
foto © Wiki
Antoni Tàpies was een van de belangrijkste kunstenaars sinds de Tweede Wereldoorlog. Zijn retrospectieve in Bozar is er een om in te lijsten.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet zal op 13 december 2023 honderd jaar geleden zijn dat de Catalaanse kunstenaar Antoni Tàpies in Barcelona het levenslicht zag. Ter gelegenheid daarvan vindt nog tot 7 januari 2024 onder de titel ‘De praktijk van de kunst’ een retrospectieve tentoonstelling van zijn werk plaats in het Brusselse Bozar.
De tentoonstelling werd georganiseerd in het kader van het Spaanse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie en van het Tàpiesjaar. De expo telt 122 werken uit alle periodes van Tàpies’ lange loopbaan: schilderijen, tekeningen, collages en assemblages. Voor kunstliefhebbers is deze expo een buitenkans.
Onedele materialen
Antoni Tàpies (1923-2012), ook wel ‘de meester van de materie’ genoemd, hoort thuis in het rijtje van grote, twintigste-eeuwse Spaanse kunstenaars als Picasso, Dalí, Miró en Antonio Saura. Zijn wereldwijde reputatie ten spijt blijft hij voor velen nochtans een nobele onbekende.
Het loopt dan ook niet storm voor zijn expo in Bozar. Dat is wellicht deels te wijten aan de ongrijpbaarheid van zijn werk en deels aan zijn sober palet van aarde-, honing-, kalk- en houttinten. Stilistisch is Tàpies bovendien moeilijk onder te brengen in één herkenbaar iets.
Doorheen zijn bijna zeven decennia durende loopbaan raakte zijn werk zowel aan het surrealisme en het dadaïsme als aan de informele kunst en de arte povera, zonder dat het zich ooit helemaal identificeerde met deze stromingen. Daar komt nog bij dat Tàpies overvloedig gebruikmaakte van ‘onedele materialen’ als vuile kledij, touw, verbrand hout, marmerpoeder, honing, stro, jute, zand, kiezelsteentjes en vernis. Die werkwijze maakt dat veel van zijn werken zich situeren op het snijpunt van het sculpturale en het picturale.
Graffiti
Een ‘archetypisch’ schilderij van Tàpies ziet eruit als een oppervlak bedekt met uitgeharde, cementachtige materie vermengd met kleurpigmenten. Daarin zijn kruisen, cijfers, letters, woorden of tags gekrast of uitgespaard die soms aan graffiti doen denken. Kruisen vormen een wezenlijk bestanddeel van Tàpies’ werk en zijn vatbaar voor verschillende interpretaties. Nu eens hebben ze de vorm van een plusteken, dan weer van een maalteken.
In de religie worden ze aangeduid als een Grieks kruis en een Andreaskruis. Die talige schriftuur maakt dat Tàpies’ werk niet abstract is, hoewel het de schijn van het tegendeel heeft. Een voorbeeld daarvan in de retrospectieve is het werk ‘Materie in de vorm van een voet’.
Los van de titel, die al aangeeft dat het om een lichaamsdeel gaat en dus om een figuratief gegeven, ziet het werk er vrij vormloos uit. Het zou voor een abstract werk kunnen doorgaan als niet links onderaan zes (!) tenen zichtbaar waren. Bij nader toezien merk je rechts onderaan ook de vorm van een hiel op. Die tweespalt – abstract versus niet abstract – maakt dat Tapies’ materieschilderijen afwijken van die van tal van beoefenaars van de informele kunst, waartoe een groot deel van zijn oeuvre nochtans gerekend wordt.
Esoterische objecten
Tàpies’ werk toont de invloeden van archeologische kennis, de raadgevingen van Leonardo da Vinci, de destructiviteit van Dada en de foto’s van Brassaï. Dat is een bont allegaartje om aan te duiden dat zijn werk de sporen draagt van de conflictueuze twintigste eeuw.
In eigen land alleen al maakte de kunstenaar van nabij de ingrijpende regimewissels mee: van de republiek met een heropleving van de Catalaanse cultuur tijdens zijn kinderjaren over het fascistische bewind van generaal Franco naar de democratische transitie in 1975. Het fragmentarische karakter van zijn werk is daar ongetwijfeld deels debet aan.
Deels, want anderzijds staat het ook in direct verband met zijn afwijzing van de naar perfectie strevende academische schilderkunst, die hij als autodidact aan zich voorbij liet gaan. Toen Tàpies kennismaakte met de abstracte kunst vond hij die vaak te technisch en te rationeel. Liever gaf hij toe aan zijn vroegere neigingen tot het ‘magische’, waarin het reële versmelt met het irreële, het object met het zijn. Tàpies: ‘Zo wilde ik mijn schilderijen een primitivistische toets verlenen: ze moesten esoterische objecten lijken.’
Sjamaan
Het was Tàpies anders gezegd meer te doen om het blootleggen en onderzoeken van de problemen en relaties van de schilderkunst dan om het oplossen ervan, wat kenmerkend was voor vele beoefenaars van de informele schilderkunst. Elk schilderij van hem kan gezien worden als een muur. Het belangrijkste aan deze muren zijn niet de plastische aspecten van hun texturen of kleurnuances. Ook de afgebeelde voorwerpen en de krabbels zijn op zich onbelangrijk.
Van essentieel belang zijn de intenties waarmee de kunstenaar de materie bezielt en de vormen die ze aanneemt. In die zin is hij meer een sjamaan dan een schilder die de schilderkunst op zich als voornaamste thema heeft. Een dichter in plaats van een prozaïst. Zo neemt Tàpies een unieke positie in de geschiedenis van de naoorlogse schilderkunst in. Laat de unieke kans om ‘De praktijk van de kunst’ te zien dan ook niet aan u voorbijgaan.
De tentoonstelling ‘De praktijk van de kunst’ van Antoni Tàpies in het Brusselse Bozar loopt nog tot zondag 7 januari 2024.
Tags |
---|
Patrick Auwelaert (1965) schrijft recensies, artikels en essays over literatuur, muziek en beeldende kunsten.
In Waasmunster kan je nog tot 17 december kennismaken met een 25-tal vertegenwoordigers van de Dendermondse Schildersschool.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.