Feminisme in België: eindelijk in boekvorm
Titel | Wat zoudt gij zonder 't vrouwvolk zijn? |
---|---|
Subtitel | Een geschiedenis van het feminisme in België |
Auteur | Monika Triest |
Uitgever | Vrijdag |
ISBN | 9789460016295 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 244 |
Prijs | € 24.95 |
Monika Triest schreef voor het eerst sinds lang een geschiedenis van het (politieke) feminisme in België. Dat boek komt echt niet te vroeg …
Sinds mensenheugenis was er geen historisch publiekswerk geschreven over vrouwen en emancipatie in België. De linkse historica Monika Triest brengt daar nu verandering in, met Wat zoudt gij zonder ’t vrouwvolk zijn? (Die vraag is natuurlijk retorisch; het antwoord luidt kort: ‘niets’.)
Vrouwvolk
De titel van het boek is een vette knipoog naar het standaardwerk Wat zoudt gij zonder ’t werkvolk zijn?, de geschiedenis van de arbeidersbeweging in België van de Leuvense sp.a-schepen Jaak Brepoels. De titel is zelfs méér dan een knipoog, het is meteen kritiek op het feit dat in die geschiedenis van de sociale beweging in België geen woord werd gewijd aan vrouwen. Alsof zij niet in de 19de eeuw aan de weefgetouwen stonden. Of in de jaren 60 de grote staking van ‘gelijk loon voor gelijk werk’ voerden. Moet het dan per se een vrouw zijn om aandacht te hebben voor vrouwen in onze geschiedenis? Mannelijke historici en aanverwanten verdienen daarvoor een spreekwoordelijk knietje. Na His-tory is er duidelijk nog altijd nood aan Her-story. Monika Triest brengt daar nu verandering in.
In wat – volgens de ondertitel – ‘een’ geschiedenis is van het feminisme in België neemt de auteur de lezer met de hand door de geschiedenis van België, via prominente vrouwen die een belangrijke rol hebben gespeeld voor de emancipatie van hun seksegenoten. Op een moment dat politiek, economie, pers en het publiek leven volledig door mannen wordt beheerst, zijn het vooral vrijzinnige, liberale vrouwen die de nek uitsteken. Nadien springen socialisten en communisten op dezelfde boot. Op katholieken of Vlaams-nationalisten is het wachten tot na de Tweede Wereldoorlog. Al komt dat laatste niet echt aan bod. Triest schrijft in dit boek een geschiedenis, niet de geschiedenis. En bovendien van het feminisme en niet de vrouwenbeweging.
Feminisme?
In het boek stelt Triest geen afgelijnde definitie voor van feminisme, en dat is jammer. Ze laat het wat over aan de lezer, maar de keuze van figuren en onderwerpen in het boek duidt natuurlijk wel waar feminisme voor haar op slaat. Het is in de eerste plaats een gepolitiseerde vrouwenbeweging die vrouwenrechten (stemrecht, gelijkheid op alle niveaus) op de politieke agenda willen plaatsen en ook politieke actiemiddelen inschakelen om dat te realiseren. De theekransjes van de Boerinnenbond komen dus niet aan bod, de Vlaamse vrouwengroepen evenmin. Triest schrijft het niet in het boek, maar het leven van de vrouw op werkvloer en in het gezin verbeteren — zoals dat in de christelijke zuil gebeurde, is niet de kern van feminisme voor Triest. En daarom dus vooral aandacht voor vrijzinnige en radicale initiatieven. Omdat die ook het verschil maakten voor vrouwen in het verleden tot op vandaag.
Daarbij staat ze ook stil voor moderne vormen van feminisme, die opnieuw peilen naar de waardigheid van vrouwen en hun rechten. Hoewel het boek over België gaat, komen ook de #MeToo-beweging en Donald Trump aan bod. En het is overbodig te zeggen dat ze voor het eerste en tegen de tweede is.
Leesvoer voor mannen
Wie van Isabelle Gatti de Gamond via passionaria Isabelle Grégoire-Blume en de eerste minister voor Emancipatiezaken Miet Smet tot de Iraanse vrouwenrechtenactiviste Darya Safai (N-VA) een inleiding wil krijgen over de geschiedenis van de emancipatie van vrouwen en van het feminisme in België, kan niet buiten dit boek. Zeker nu ook in bepaalde wijken van Vlaamse steden vrouwenrechten in de verdrukking komen. Triest houdt zich dan wel buiten het hoofddoekendebat, maar het siert haar zowel Safai als PVDA-districtsschepen Zohra Othman hierover aan het woord te laten.
Wat zoudt gij zonder ’t vrouwvolk zijn had al véél eerder moeten zijn uitgegeven. En lof aan de uitgever die besliste een index op te nemen. Die maakt van het boek ook een handig naslagwerk. Wat zoudt gij zonder ’t vrouwvolk zijn is immers een selectieve inleiding, maar toch vooral een goede synopsis van pakweg 150 jaar feminisme. Een duidelijke structuur en vele anekdotes maken het een bijzonder leesbaar boek. Een aanrader, en dan vooral voor mannen. Ze kunnen er nog veel van leren. Zoals: onze strijd is nog niet ten einde; er is nog werk aan de winkel!
Katleen Van den Heuvel (1972) is historica en filosofe en hoewel ze journalistiek studeerde geeft ze geschiedenis in het secundair onderwijs. Ze schrijft over geschiedenis, Europa, Verenigde Staten en media.