JavaScript is required for this website to work.

Het recht op misinformatie: neoliberalen bedreigen onze vrijheden

Paul Cliteur8/10/2023Leestijd 6 minuten

Bart Collard analyseert in zijn boek ‘Het recht op informatie’ de problematiek van des- en misinformatie. Er komen verrassende resultaten uit voort.

Bart Collard analyseert in zijn nieuwe boek Het recht op informatie de problematiek van des- en misinformatie.  Er komen verrassende resultaten uit voort. Want wat gebeurt er wanneer je niet meer weet wat wel en niet waar is? 

Niet zo lang geleden was het gemakkelijk te vertellen hoe liberalen denken over vrijheid van meningsuiting. Liberalen wezen op wat in de zeventiende eeuw werd geschreven door John Milton in Areopagitica of door Spinoza in het Theologisch-Politiek Tractaat. Een eeuw later praktiseerde Voltaire in zijn Dictionnaire Philosophique die principes nog wat verder. Ook religie werd openlijk bekritiseerd.

Weer een eeuw later, in J.S. Mill’s On Liberty, kwam het pleidooi voor vrijheid van onderzoek, vrijheid van gedachte en vrijheid van expressie tot een hoogtepunt. Mill zette kristalhelder uiteen hoe belangrijk deze waarden waren. Voor de wetenschap, voor de ontwikkeling van de cultuur en voor de ontwikkeling van de religie. Maar ook voor het menselijk individu.

Codificatie

De twintigste eeuw was dan de eeuw van de codificatie van het belangrijke principe. In vele mensenrechtenverklaringen verscheen de freedom of thought, conscience and religion als kernprincipe. En de freedom of expression als de praktische uitvoering daarvan.

In ongeveer vijf jaar is de consensus rond de waarde van vrijheid van expressie volledig veranderd. Er is nu een voortdurende preoccupatie met bevolkingsgroepen die niet mogen worden beledigd. Vrijheid van expressie heeft nog maar een fractie van de betekenis die het had.

Een eindeloze parade van slachtoffers van ‘sociale onveiligheid’ die te lijden hebben onder iets wat een ander zou hebben gezegd trekt aan ons voorbij. Maar ook, en daarover gaat het nieuwe boek Het recht op misinformatie van Bart Collard. Een beroep op ‘misinformatie’ als een nieuwe grond om de vrijheid van expressie te beperken.

Schade aan iemand anders

Laten we even teruggaan naar de filosoof John Stuart Mill. Bij Mill was de enige grond om de vrijheid van expressie aan banden te leggen dat geen schade zou mogen worden aangedaan aan iemand anders. Daarbij werd dan ‘schade’ begrepen als fysieke schade. Dus onterecht ‘brand’ roepen in een overvolle schouwburg zou niet mogen, want dan breekt paniek uit en vertrappen mensen elkaar op weg naar de uitgang. Ayatollah Khomeini kan zich, op basis van dat principe, niet op de vrijheid van expressie beroepen als hij schreeuwt: ‘Vermoord die Salman Rushdie.’ Want Rushdie wordt dan ‘vertrapt’.

Tegenwoordig is het opinieklimaat helemaal veranderd. Enigszins gechargeerd: Rushdie verstoort de sociale veiligheid van Khomeini. Hij zegt iets over religie. Nodeloos, toch? Waarom niet de religie van de heer Khomeini respecteren? Waarom de heer Khomeini tot in zijn haarvaten willen kwetsen? Zet de heer Rushdie niet aan tot haat?

Overgevoeligheid heerst

Je ziet ook dat in taalkundige zin de meest wonderlijke constructies worden gehanteerd, zoals het beledigen van iets anders dan mensen. Zo zeggen mensen met droge ogen: ‘Rushdie beledigt de islam.’ Weinig mensen realiseren zich dat dit even zot is als zeggen: ‘Hij beledigt het socialisme.’

De overgevoeligheid om iets te zeggen waarmee iemand anders het wel eens oneens zou kunnen zijn is zo gigantisch geworden dat men eigenlijk wel kan zeggen dat J.S. Mill morsdood is.

Vrije samenleving

Maar niet voor Bart Collard in zijn intelligente pleidooi voor vrijheid van expressie. Hij gaat uitvoerig in op de waarde van die vrije samenleving, maar ook op de vijanden die haar tegenwoordig bedreigen. Eén zo’n bedreiging is dan het oneigenlijke gebruik van het concept ‘misinformatie’.

Overheden, publieke instellingen en de Europese Unie werpen zich tegenwoordig allemaal op als beschermengelen van de veiligheid van de burgers. Dat is gevaarlijk, want we zitten helemaal in het Orwelliaanse proces van het omvormen van woorden in hun tegendeel: ‘War is peace. Freedom is slavery.

Propaganda

Zo kunnen we tegenwoordig op allerlei overheidssites, maar ook in officiële uitlatingen van de Europese Unie, aantreffen dat deze overheidsinstellingen, daartoe aangespoord door de EU, voor ons burgers het internet veilig gaan maken. En veilig wordt dan niet gehanteerd in de traditionele betekenis. Nee, veilig wil zeggen dat we niets meer te lezen krijgen dat aanstoot kan geven, ons kan choqueren of wat ook zelfs maar kan verontrusten.

Het internet moet gezuiverd worden van dat soort uitingen is de pretentie van de over ons gestelde overheden.

Europese wet

Bij J.S. Mill was het proces van waarheidsvinding iets dat alleen in een open discussie kon plaatsvinden. De vrijheid van expressie was het principe dat het vrij verkeer van ideeën en opvattingen moest reguleren en beschermen. Het klassieke paradigma van de vrijheid van expressie is echter formeel afgeschaft met de ‘Digital Services Act’, een verordening die aan overheden voorschrijft wetgeving te maken en af te dwingen die burgers zou beschermen tegen misinformatie.

Deze Europese wet verplicht ook grote online platforms om snel illegale inhoud, wat men noemt ‘haatzaaiende uitspraken’ en zogenaamde ‘desinformatie’ te verwijderen. Europese Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen zegt dat het doel is ‘ervoor te zorgen dat de online omgeving een veilige ruimte blijft’.

Daarbij gaat het bij misinformatie om informatie die onjuist is. Misinformatie is dus onjuist gebleken informatie. Degene die misinformatie heeft verbreid, moet dat niet opzettelijk gedaan hebben. Heeft die persoon dat wél opzettelijk gedaan en in de wetenschap dat het om onjuiste informatie gaat, dan spreken we van desinformatie. Zoals Collard schrijft: ‘Desinformatie heeft als doel om te misleiden.’ Dan hebben we verder nog ‘malinformatie’. Dat is informatie die wel juist is, maar ook wordt verspreid om iemand te schaden.

Bevoegdheden

Met name op het terrein van de misinformatie en desinformatie kennen allerlei overheden en instellingen zich bevoegdheden toe tot ‘bescherming’ van de burger. Zoals Michel Onfray goed laat zien in zijn nieuwe boek La fétiche & la marchandise is het goed te onderscheiden tussen totalitarisme à la Orwell, en zoals beschreven in 1984, en totalitarisme à la Huxley, zoals beschreven in Brave New World.

Het totalitarisme van Orwell is het Oceania met geheime politie, harde dwang, martelingen en bestraffing. Er is echter ook wat Onfray noemt een ‘beleefd totalitarisme’. Het model daarvoor is de situatie zoals beschreven in Brave New World. Daarbij gaat het om de situatie waarin burgers zelf hun bevoegdheden hebben afgegeven aan een overheid die steeds meer macht over hun leven heeft gekregen.

De conditioneringstechnieken van de overheid blijkt uit het telkens herhalen van dezelfde boodschap. Het werken met beloningen, niet bestraffingen. Dit is niet de plaats om het verhaal van Onfray uit te werken, maar het volstaat erop te wijzen dat de pretentie de verspreiding van misinformatie en desinformatie via overheidscensuur een belangrijk onderdeel is van de ontwikkeling naar een ‘beleefd totalitarisme’ à la Huxley.

Belangrijke analyse

Collard heeft met zijn analyse van het begrip misinformatie een belangrijke bijdrage geleverd aan een verheldering van dit onderwerp. Het spreekt voor zich: Mill zou in 1859 niet hebben ontkend dat misinformatie, verkeerde informatie, een enorme rol speelt in deze wereld. Of dat die misformatie door velen vrijelijk wordt verspreid. Of dat het onwenselijk is dat dat gebeurt.

Maar de enige remedie om te voorkomen of te ontmoedigen dat misinformatie zijn mars maakt door de wereld, is een kritisch denkend publiek.

Geheime diensten

Voor desinformatie zou iets anders kunnen gelden. ‘Desinformatie’ betekent dat degene die het verspreidt doelbewust tot ambitie heeft anderen te misleiden. Dat komt neer op bedrog.

Wie doet zoiets, in relatie tot informatie? Geheime diensten van sommige staten. Misschien wel alle staten, onder bepaalde omstandigheden. Men hanteert trucs om andere staten te misleiden. Maar, als het goed is, doen overheden in democratische rechtsstaten dat niet ten aanzien van hun eigen burgerij. Gebeurt het ook niet?

Misleiding van de eigen burgerij

De Nederlandse overheid huurde eerst influencers in om een boodschap over de heilzame werking van vaccinaties ingang te doen vinden bij het Nederlandse publiek. Of de beschermende werking van mondkapjes. Er is de laatste jaren veel informatie naar voren gekomen waaruit blijkt dat ook het optreden van de Nederlandse overheid instrumenteel is en soms ook manipulatief. Ook de Nederlandse overheid probeert te interveniëren in het Nederlandse publieke debat.

Natuurlijk is dit niet helemaal nieuw. De CIA probeerde het publieke debat te beïnvloeden ten gunste van het Amerikaanse systeem en ten nadele van het communisme. De KGB deed dat ook. Overheden plegen propaganda. Maar de Nederlandse overheid vandaag lijkt dat sinds de coronacrisis en met de (vermeende) klimaatcrisis ook te doen en op een schaal zoals tot voor kort ongekend was in de Nederlandse geschiedenis. We hebben onze premier Rutte glashard zien ontkennen dat hij/Nederland innige contacten onderhield met het ‘World Economic Forum’ (WEF) van Klaus Schwab.

Verregaande invloed van praatclubje

Het WEF werd een ‘praatclubje’ genoemd, terwijl het een private organisatie blijkt te zijn met vergaande invloed op Nederlandse politici. In september 2023 dook ineens Klaus Schwab op bij het Mauritshuis die een afspraak bleek te hebben met premier Mark Rutte. Ondertussen weigert het kabinet openheid van zaken te geven over wat precies de afspraken zijn die het kabinet maakt met het WEF. Het WEF zelf geeft ook geen informatie prijs en beroept zich erop een private organisatie te zijn. De aanduiding ‘praatclubje’ was geen misinformatie, maar desinformatie. Bewust gedaan om burgers te misleiden.

Maar ook het jargon van misinformatie en desinformatie dienen we kritisch te benaderen. Termen als ‘misinformatie’ en ‘desinformatie’ worden ook door de Nederlandse overheid gebruikt om vergaand invloed te krijgen op het publieke debat. De overheid werpt zich op als beschermer van het debat, maar de ambities gaan verder. Daarom is de waarschuwing van Collard zeer terecht. ‘Waarom de overheid niet moet bepalen wat u mag zien, lezen en horen’, luidt de ondertitel van zijn boek. Collards Het recht op misinformatie is de On Liberty van de 21ste eeuw.

Neoliberalen bedreigen vrijheden

De paradoxale situatie waarin we tegenwoordig terecht zijn gekomen is dat 18-jaar Nederlandse kabinetten onder leiding van premier Mark Rutte een massale overheidscontrole lijkt te hebben geïnitieerd.

Het zijn niet meer christendemocraten die onze vrijheden bedreigen, het zijn de neoliberalen. Woke is een neoliberaal product. We moeten hopen dat we de weg terug weer kunnen afleggen: terug naar Mill uit 1859. Dat wil zeggen: geen censuur, open debat, een waarlijk liberale discussiecultuur en een dam tegen een bemoeizuchtige overheid.

Meer van Paul Cliteur

Waarom Salman Rushdie ver weg blijft van zijn aanvaller én de ideologie die de man inspireerde. En hoe wij dat juist niet moeten doen.

Commentaren en reacties