Ivo Van Hoves West Side Story
Ivo Van Hove, samen met choreagrafe Anne Teresa de Keersmaeker en scenograaf Jan Versweyveld, vormt West Side Story om tot een wervelstorm.
Een meesterwerk herscheppen is een riskante onderneming. Dat besefte regisseur Ivo van Hove meteen nadat hem de vraag werd gesteld de musical West Side Story in een nieuw kleedje op te zetten. Ervaring zat en daarom verbond hij een voorwaarde aan zijn ja-woord. Dat Anne Teresa De Keersmaeker de danspartij mocht leiden. Eenmaal, andermaal, verkocht, zeiden de producers.
Op de voorgrond
De inbreng van mevrouw De Keersmaeker is het kroonjuweel van de voorstelling. Die ging gisteren, 20 februari, in première in Broadway Theatre, het grootste theater van het mekka van de showbusiness. Niet dat de regie zwak was en het decor ondermaats. Terecht heeft Ivo van Hove de dans op de voorgrond geplaatst. Omdat hij weet dat de dansregies van Anne Teresa De Keersmaeker een woeste mengeling zijn van emoties en elegantie. Net wat een verhaal als West Side Story nodig heeft.
In wezen is deze voorstelling, gebaseerd op het toneelstuk Romeo & Julia van William Shakespeare, een puberverhaal. Het is niet first love, al scheelt het niet veel. En pubers, willen ze een eigenheid verwerven, moeten baldadig gedrag vertonen, in goede of kwade zin. Ook de natuur heeft zijn goed- en kwaadheid. De mens, een natuurproduct, ontsnapt er niet aan.
Lichte variaties
Het oorspronkelijke concept van West Side Story, van de hand van Jerome Robbins, werd grotendeels behouden. Net als de liedjesteksten van Stephen Sondheim en de prachtige, onverslijtbare muziek van Leonard Bernstein. Slechts een paar maal zijn er lichte variaties op lied en muziek. Kantje boord, maar niet zo hellend dat er dieper op moet worden ingegaan.
De choreografie van de oerversie werd overboord gekiept. Oorspronkelijk boeiend maar aan slijtage onderhevig door de tand des tijds. Het is dan ook een terecht voorstel van Ivo van Hove een totaal nieuwe danspartij te laten ontwerpen. De keuze voor Anne Teresa De Keersmaeker lag voor de hand, bovendien wilde Van Hove al geruime tijd geleden eens met mevrouw De Keersmaeker samenwerken, en die wens is er met de jaren maar sterker op geworden.
Extra dimensie
De dansen zijn werkelijk verbluffend. De dansant van de choreografe is niet ver te zoeken. Ze voegde echter een extra dimensie toe aan haar stijl. Er zit meer wildernis in. Die ze gevonden heeft in New York City. Deze stad is een stad die nooit slaapt. Zelfs tijdens de nachtelijke uren, als het verkeer van mens en verkeer rustiger wordt, hangt er een zekere woestenij in de lucht. Je ruikt en proeft hem, niet aan te ontkomen.
Anne Teresa De Keersmaeker heeft die gevangen en losgelaten in de dansen. Met als gevolg dat de stijl van de nieuwe dansen rauwer is geworden, zonder dat hij schaafwonden verwekt in de blik van de toeschouwer. Rauwheid kan namelijk ook elegant verbeeld worden, zonder dat het kitsch wordt. Dat is wat de choreografe onopvallend maar indringend heeft bereikt. Chapeau.
Wereldwijd fenomeen
Wat tevens geholpen heeft om de nieuwe dansen extra fris te maken is dat de twee bendes een mix zijn van culturen en rassen. Een straatbende is niet meer zuiver zwart, bruin, rood, geel of blank. Dat geldt niet enkel voor New York City maar is een wereldwijd fenomeen. Om die reden vloekt een lied als ‘America’ niet, een spotlied op de American Dream uit de mond van Puerto Ricanen in de oorspronkelijke versie van West Side Story, integendeel. Door de mix zit er veel meer heet bloed in de opvoering van de dansen en, mooi meegenomen, het stemtimbre van de zangers.
Filmtoneel
Licht en scènebeeld zijn in de producties van het duo Ivo van Hove en Jan Versweyveld altijd stijlvol uitgekiend. Dat is in deze productie niet het geval… op het eerste gezicht. Een leeg toneel verwelkomt de toeschouwer en een strak gespannen wit doek vult de achterwand. Toneelvloer en achterwand worden één geheel. Haast organisch gaan de acties over van vloer naar doek en omgekeerd.
Scènes in een kleine ruimte worden uitvergroot door cameramensen die zich tussen de spelers begeven. Een techniek die door Van Hove/Versweyveld eerder werd toegepast. Deze maal echter gebeurt dit zo soepel dat het verschil tussen film en toneel verdwijnt. Wat bereikt werd is filmtoneel, een genre dat geheel verschilt van toneelfilm, laat dat duidelijk wezen. Driedimensionale film kan je het genre ook noemen.
Indrukwekkend zijn bovendien de regenbuien naar het eind toe, als versterkend middel om de nakende dramatische tristesse te voeden.
Symfonisch gedicht
De compositie van Leonard Bernstein mag dan een musical genoemd worden, in wezen is hij veel meer dan een combinatie van toneel en opera. Hij is een symfonisch gedicht, zij het als tragedie verpakt.
Van oorsprong Amerikaans is de musical gaandeweg een genre geworden met een eigen karakter. West Side Story is zowat het hoogtepunt van wat dit gene heeft voortgebracht. Dat de film in 1962 tien Oscars kreeg heeft het ten dele te danken aan de compositie. Die is moreel opzwepend, heeft een jachtig tempo en vermengt muziekgenres van diverse culturen. Het bevordert heel sterk actie en reactie van zowel spel, dans en zang.
De uitvoering van de muziek bij deze productie is live. Vijfentwintig muzikanten worden streng, strak en stijlvol op meesterlijke wijze gedirigeerd door Alexander Gemignani, een man die bij wijze van spreken getrouwd is met het genre en Broadway als tweede woonst heeft.
Loepzuiver
Een zoveelste parel aan de kroon van Ivo van Hove. Maar de inbreng van Jan Versweyveld en Anne Teresa De Keersmaeker mag niet onderschat worden. Het trio heeft gezorgd voor een loepzuivere musical. Mocht ik de kans krijgen de voorstelling opnieuw te zien, ik verzette muren en bergen om aan een kaartje te geraken. Wat kan theater heerlijk zijn. En tegelijk leerrijk. Want de les van Shakespeare, samengevat aan het eind van de proloog in het toneelstuk, heeft Ivo van Hove in New York City behouden. Hij heeft, tot slot, van de voorstelling geen spektakel gemaakt. Geen gemakkelijke opgave met een musical op de regietafel. De verleiding is groot. Zijn werk verdient daarom een extra ruiker.
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.