Kassa! Kassa!
Titel | Roger Raveel |
---|---|
Subtitel | Het mysterie van het alledaagse |
Auteur | Eric Rinckhout |
Uitgever | Davidsfonds |
ISBN | 9789022338223 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 160 |
Koop dit boek |
Een nieuwe monografie over Roger Raveel voegt niets toe aan al eerder verschenen monografieën en catalogi over de Meester uit Machelen.
Het jaar is nog lang niet ten einde, maar op artistiek vlak is nu al duidelijk dat het honderdste geboortejaar van Roger Raveel (1921-2013) in 2021 veruit de grootste belangstelling genoot. In het Brusselse BOZAR was een weliswaar teleurstellende retrospectieve van de kunstenaar te zien, maar in zijn eigen museum in Machelen-aan-de-Leie vonden ook de tentoonstellingen Zien, denken en schilderen en De wordingsjaren: 1941-1960 plaats.
In het Museum van Deinze en de Leiestreek (mudel) kon je dan weer de groepsexpo De schildersklas van Roger Raveel bewonderen. Tel daarbij de publicaties op die ter gelegenheid van al die tentoonstellingen verschenen, alsook de aan het werk van Raveel gewijde dichtbundel Het web van omtrek van Paul Demets en de poëziebloemlezing Met heldere verf en verlangen: dichters bij Raveel, en je kunt niet anders dan spreken van een geslaagd Raveeljaar. Recent verscheen bovendien nog de tweetalige (NL/FR) monografie Roger Raveel: het mysterie van het alledaagse, met een inleidend essay van freelancejournalist en kunstcriticus Eric Rinckhout. Mocht Raveel zijn honderdste verjaardag nog meegemaakt hebben, hij had zich ongetwijfeld in de handen gewreven van genoegen.
Manco
Het mysterie van het alledaagse verschilt weinig van tal van andere monografieën en catalogi die in de afgelopen decennia verschenen over de Meester uit Machelen. Kort gezegd: het boek behandelt chronologisch de zeventig jaar waarin de honkvaste kunstenaar actief was. Deze periode wordt opgedeeld in vier tijdvakken en evenveel hoofdstukken, die uitsluitend uit reproducties bestaan: een selectie uit de tekeningen en schilderijen van 1940 tot 1955, van 1956 tot 1960, van 1961 tot 1970 en van 1971 tot 2010.
Wat daarbij onmiddellijk opvalt, is dat net als in de retrospectieve in BOZAR Raveels keramisch en grafisch werk niet aan bod komt. Een manco? Zeker wel voor wat de grafiek betreft. Vanaf het einde van de jaren 1960 begon drukgrafiek maken immers een alsmaar belangrijkere uitlaatklep voor Raveel te worden. Het aantal prenten in oplage dat hij sindsdien vervaardigde, is haast niet bij te houden. Ook vandaag nog worden veilingsites overspoeld met zoveel litho’s, etsen, zeefdrukken en houtsneden van zijn hand dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Grafiek vormt dan ook een niet te veronachtzamen onderdeel van Raveels immense oeuvre. Wie er belangstelling voor heeft, verwijs ik graag naar het boek Roger Raveel: het grafische oeuvre (Ludion, 2005) van Octave Scheire.
Mens van nu
De vier hoofdstukken met de tekeningen en schilderijen van Raveel worden voorafgegaan door het essay De landmeter van het verkavelde paradijs van Eric Rinckhout. Deze beslagen kunstcriticus deelt zijn tekst in met jaartallen die belangrijke ontwikkelingen en tijdvakken markeren in Raveels werk: 1948, 1958, 1962 en 1966-2007.
In 1948 begon Raveel anders te schilderen. Tot dan toe had hij vooral klassieke landschappen en portretten geborsteld. Voortaan richtte hij zijn blik verwonderd op zijn onmiddellijke omgeving en gaf hij op doek weer wat hij zag vanuit het raam van zijn zolderatelier: een voetbalveld, betonnen afsluitingen en palen, achtertuinen, koeien, wolken en typisch Vlaamse koterijen. Dat alles schilderde hij zo eenvoudig mogelijk, ‘met forse borsteltrekken, zuivere kleuren en simpele geometrische vormen’.
Zelf zei Raveel later over die periode: ‘In 1948 kwam ik tot de conclusie dat ik alles moest herbekijken en opnieuw overwegen. Want de kunstenaar maakt zichtbaar hoe de mens denkt en voelt. En die “mens van nu” was (…) geweldig beïnvloed door technische realisaties als de radio en dergelijke…’
Zweem van mysterie
Vanaf 1958 keerde Raveel zijn persoonlijke vorm van figuratie de rug toe en begon hij abstract te schilderen. Zijn hernieuwde contact met de natuur was daartoe de aanleiding. Hij trok met ezel en doek de tuin in en bedreef een soort actionpainting. Daarbij was het hem niet te doen om te reproduceren wat hij zag – in die val trapte hij niet – maar eerder om het geziene tastbaar te maken.
Gaandeweg integreerde hij in zijn doeken uit die tijd witte vierkanten. Zo verkende hij de spanning tussen het organische en het geometrische. Tegelijk verleenden die vierkanten zijn doeken een zweem van mysterie.
Vanaf 1962 keerde Raveel de abstractie de rug toe – zij het niet helemaal – en schilderde hij opnieuw figuratieve voorstellingen, vaak op zeer groot formaat. Zijn nieuwe streefdoel was om zijn werken te laten uitvloeien in de werkelijkheid. Dat deed hij door objecten in zijn schilderijen te integreren, zoals een raam, een kooi met een levende duif erin en spiegels.
Vanaf 1966 ging Raveel nog een stap verder door met zijn schilderkunst in te grijpen op architecturale omgevingen. Bekend in dat verband zijn de muurschilderingen in de keldergangen van het kasteel van Beervelde, die hij realiseerde met Raoul de Keyser, Etienne Elias en Reinier Lucassen. Dichter en kunstcriticus Roland Jooris bedacht Raveels werk en dat van voornoemde geestesgenoten uit die tijd zelfs met een nieuwe stijlbenaming: de ‘Nieuwe Visie’.
Kassa! Kassa!
En dan nu de hamvraag: voegt dit boek iets toe aan de al eerder bestaande literatuur over Roger Raveel? Komt Eric Rinckhout in zijn amper tien bladzijden tellende tekst met andere woorden tot nieuwe inzichten met betrekking tot het werk van een van de belangrijkste naoorlogse Belgische kunstenaars? Het antwoord daarop luidt helaas ‘nee’.
Grof gezegd: Rinckhouts tekst is niet meer dan een weliswaar uitstekend geschreven samenvatting van wat al veel eerder door anderen over Raveel is geschreven. We denken dan in het bijzonder aan teksten en boeken van Roland Jooris, Marc Ruyters en Carlos Alleene. Dat blijkt ook uit Rinckhouts bronnenlijst. En wat de circa 120 gereproduceerde werken in het boek betreft: de meerderheid is afkomstig uit het Roger Raveelmuseum. Ook hier niets nieuws onder de zon dus.
Blijft de vraag waarom dit gebonden boek er dan eigenlijk gekomen is, vooral als je weet dat het ook als paperback verkrijgbaar is in de webshop van het weekblad Knack. Ook die vraag is gemakkelijk te beantwoorden: omdat een uitgever er brood in zag – 2021: het honderdste geboortejaar van Raveel! – en freelancejournalisten nu eenmaal moeten leven van hun pen. Tip: koop in plaats van dit boek liever de uitstekende catalogus bij de retrospectieve van Raveel in BOZAR eerder dit jaar. Hij is nog steeds verkrijgbaar.
Patrick Auwelaert (1965) schrijft recensies, artikels en essays over literatuur, muziek en beeldende kunsten.
In Waasmunster kan je nog tot 17 december kennismaken met een 25-tal vertegenwoordigers van de Dendermondse Schildersschool.