JavaScript is required for this website to work.

Kunstenfestival Watou 2021: te mijden

Guido Lauwaert19/8/2021Leestijd 3 minuten
TitelKunstenfestival Watou
SubtitelOver het gelijk van de afwezigen
OrganisatorStad Poperinge
DataNog tot 5 september 2021
Onze beoordeling

Het kunstenfestival Watou 2021 is een dure zaak. Bovendien een expositie waar de middelmaat het haalt op kwaliteit. Over de gehele lijn.

Over een paar weken is het Kunstenfestival Watou afgelopen. En maar goed ook. De veertigste editie levert de bezoeker meer droefheid op dan vreugde. Zowel op beeldend als op poëtisch vlak doen in deze aflevering de curatoren Benedicte Goesaert, Chantal Pattyn en Peter Verhelst hun uiterste best om aan te tonen dat zij, meer dan wie ook, weten wat kunst is. Met als gevolg dat het een pronkeditie is geworden.

Geen magie

Omdat mijn gezelschap en ik zo teleurgesteld waren, hebben wij als test verschillende bezoekers aangesproken, want misschien hadden wij het wel mis. Iedereen kan al eens met vermoeide hersencellen opgescheept zitten. Maar kijk: tot onze verbazing waren allen die om hun mening gevraagd werden het er mee eens: editie 2021 had ze ontgoocheld. Het initiatief ontbeerde fantasie en magie. Bovendien, waar oorspronkelijk elke combinatie beeld en gedicht liet dialogeren, werkt dat nu niet zo. Ook paste de opstelling van de beeldende kunstwerken niet bij de locatie. Sommige kunstwerken vragen om een salon, andere om een stal. Dat zit nu eenmaal in de klei van het oorspronkelijke initiatief.

Deze editie is ook zo’n sof geworden, omdat gedichten en beeldende kunstwerken verspreid zijn over een groot gebied. In de eerste dertig jaar was Kunstenfestival Watou een dorpsgebeuren. Alles vond plaats binnen loopafstand. Een zekere intimiteit was het geheim van het succes. Sinds dit jaar is de stad Poperinge de centrale organisator en de belangrijkste financier van het festival. En dus moest de stad er ook opvallend aanwezig zijn. Niet uit artistieke, maar uit toeristische overwegingen. Dat is vermoedelijk de reden van de grote spreidstand. De locaties in en rond de stad hebben een historische waarde, maar een link met het kunstenfestival was ver zoek. Kortweg: het linker stapte anders dan het rechterbeen. Het uitrekken van het slagveld maakt het daarenboven onmogelijk alle werken in één dag te bekijken.

Nazinderen

In de keuze van de tentoongestelde werken valt geen lijn te trekken. Zelfs geen kromme die overgaat in een achtbaan. Het enige wat je uit de keuze van de curatoren Chantal Pattyn en Benedicte Goesaert kunt leren, is dat de beeldende kunst in een overgangsfase zit. Werken van amateurs uit de avondschool halen het op dat van kunstenaars met een ziel in het hart. Zoals Peter Buggenhout. Vervelend voor de goede man. Want exposeren tussen veredelde prutsers ondermijnt je eigen reputatie.

Al even cryptisch als de nieuwe vorm en de rommelige opstelling, is het slordige drukwerk van Watou 2021. De bloemlezing met een gedicht van elke uitverkoren dichter voor het festival is uitgegeven door Borgerhoff & Lamberigts. Een naam met faam. Vreemd dus dat de vormgeving zo rommelig is. De dichters zijn duidelijk vriendjes van samensteller Peter Verhelst. Op een paar na, zoals Paul van Ostaijen en Jan Arends. Door de vriendjespolitiek ontbreekt de geest die gedurende jaren de charme uitmaakte van dit uniek initiatief.

Slechte catalogus

In een aparte catalogus worden de uitverkoren werken van de beeldende kunstenaars samengebracht. Een kat vindt er haar jongen niet in terug. Als de curatoren niet in de eenvoud van een catalogus geloven, moeten ze dit soort werk aan een bekwame eindredacteur overlaten en hun heil zoeken in de drank. Bij het doorbladeren rees het gevoel op dat de structuur gekozen is om het niveau van artistieke wijsheid van de curatoren hoger te tillen dan het is.

Een apart uitgegeven bezoekersgids zou de bezoeker moeten helpen een parcours uit te stippelen. De opmaak is rommelig en er is gekozen het geheel te betrekken in de artistieke flou. Dwaas. Een gids moet fraai zijn, inderdaad, maar vooral uitblinken in eenvoud en lijken op een stratenplan. Dat is er maar zonder de namen van straten en de gebruikelijke iconen die de weg vinden helpen vergemakkelijken.
Het toegangsticket is meerdere dagen geldig. Hebben de organisatoren gedacht dat dit aanbod bezoekers zouden overhalen een tweede maal de rit naar het verre Watou/Poperinge over te doen? Dan moet je toch met wat beters uitpakken.

Veel is niet genoeg

Op 16 augustus heeft het stadsbestuur een persmededeling verspreid die als volgt eindigt: ‘Het kunstenfestival mocht na de eerste week van augustus al 15.000 bezoekers verwelkomen. Stad Poperinge is tevreden met de opkomst en verwacht de kaap van 20.000 bezoekers te overschrijden.’
Dat zal wel waar zijn, maar beter dan bezoekersaantallen zou het stadsbestuur een selectie van meningen publiceren. Zonder censuur. Au contraire: het zou het stadsbestuur sieren als het eerlijk is in zijn oordeel over Watou 2021 en zou aantonen dat het oog en oor heeft voor de mening van de bezoekers. Met een zuiver ‘goednieuwsshow’ val je terug op een reclamecampagne in de trant van Keukens Dovy.

Toen ik een dag na mijn bezoek een gerenommeerd professor en kunstkenner ontmoette, en mijn beklag maakte over een en ander, sloot hij zich daarbij aan. ‘Ook wij zijn er ook geweest en vonden het maar niks. De gedichten zijn geplakt op wat je katheders zou kunnen noemen,’ zei hij. ‘Maar er ontbreekt enige duiding waarom dat zo is gedaan. Ze raakten mij niet. Dat doen ze wel als je ze in een dichtbundel leest. Geheel foute aanpak.’

Dure uitstap

Een uitstap naar Watou 2021 is tot slot een dure affaire. Twintig euro toegangsprijs, bloemlezing zestien euro, catalogus zesentwintig euro. En wil je een draagtas om al de festivalspullen in te stoppen moet je vijf euro betalen. Totaal: 67 euro. Een cadeautje, als dank voor het bezoek – bijvoorbeeld de draagtas, kon er niet van af. De artificiële intelligentie van de curatoren op de speelplaats van de kunstwereld is daar vermoedelijk de reden voor. Die heeft ook zijn prijs.

 

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties