JavaScript is required for this website to work.

Nooit meer thuis

Miel Swillens25/6/2016Leestijd 3 minuten
TitelNooit meer thuis
AuteurAnnelies D'hulster
UitgeverPolis
ISBN9789463100878
Onze beoordeling
Aantal bladzijden389
Prijs€ 22.5

Nooit meer thuis. Onderweg van West-Afrika naar Europa is het debuut van Annelies D’Hulster, een jongedame (1984) die voor Mo.be en deredactie.be over de vluchtelingen schrijft. In 2014 trok ze naar Sicilië om er de verhalen van Afrikaanse migranten op te tekenen. In een opwelling besloot ze naar Afrika te reizen en de tocht naar Europa van haar Afrikaanse gesprekspartners over te doen. Zo reisde ze in 2015 een half jaar lang door Gambia, Senegal en Mauritanië en trok ze door Mali en Burkina Faso naar de woestijnstad Agadez in Niger. Daar zag ze wijselijk af van het laatste en meest riskante deel van de migrantenroute: de tocht door Libië naar de Middellandse Zee. De onderneming was zo al roekeloos genoeg voor een in haar eentje rondtrekkende jonge vrouw.

De lezer die Nooit meer thuis openslaat, verwacht begrijpelijkerwijs het chronologisch geordende relaas van Annelies D’Hulsters reis doorheen West-Afrika, maar krijgt iets anders voorgeschoteld. De schrijfster breekt haar verhaal op in allemaal kleine puzzelstukjes met wisselende locaties en tijdstippen. Dat bevrijdt haar uit het strakke keurslijf van een rechtlijnig verteld verhaal en schept ruimte voor een meer literaire aanpak. Zo wordt het boek van Annelies D’Hulster een boek over Annelies D’Hulster:

‘Tijdens het schrijven ben ik mijn eigen hoofdpersonage geworden. Ik hoop dat de lezer me het autobiografische gehalte van het boek vergeeft.’

Maar ‘autobiografisch’ is hier niet het juiste woord. Het lijvige boek, bijna 400 bladzijden, wordt een vehikel voor de narcistische zelfexpressie van een jonge vrouw. Banale filosofische bedenkingen wisselen af met passages die eerder thuishoren in het dagboek van een adolescente. Enkele voorbeelden geselecteerd uit een lange lijst:

‘Wat zijn we allemaal toch gewoon mensen. Mensen op zoek. Mensen op een queeste. Mensen in de woestijn en de woestenij van het leven. Wat heerlijk is dat besef plots. Dat er niet meer is. Maar ook niet minder. Dat geluk schuilt in dit besef.’

‘Je kunt idealisme ontkennen, of je kunt idealisme gaan opzoeken. Maar idealisten kunnen zichzelf niet ontzien. Wat onder je nagels kruipt is het vuil dat je gaat bezoedelen. Onafwasbaar. Ik kan het werk niet aan anderen overlaten. Wat je zelf doet, doe je beter. En alhoewel ik in het verleden genoeg projecten heb willen opzetten, gefaald heb en geslaagd ben, en mezelf had voorgenomen mijn idealisme in mijn achterhoofd te houden, als een herinnering aan vroeger, drong die herinnering zich op als iets dat moest. En wat moet kan of mag niet meer, maar staat je als een categorische imperatief brutaal in de ogen te kijken.’

‘Lamine kent echter de meeste vrouwen die deze bar bezoeken. Regelmatig komt er eentje van haar stoel om hem gedag te zeggen, en op de meest opzichtige manier met hem te flirten. Dat verwondert me helemaal niet, aangezien hij op een natuurlijke wijze ontzettend knap is. Over smaak valt wel degelijk te twisten. En sommige mensen zijn objectief mooi. Het is nu eenmaal zo. Het wordt tijd dat de maatschappij dit aanvaardt. Zijn charme en lieve lach vervolledigen zijn perfecte plaatje. Ik zal lang moeten zoeken om de imperfecties in deze man te ontwaren en aanvaard de uitdaging.’ (over een knappe Afrikaanse man)

‘Tot ik de kriebel voel. Gedachten vechten in mijn hoofd. Hoe ga ik deze liefde behouden? Welke weg gaan we afleggen? Koortsachtig zoek ik naar mogelijkheden om dit niet te verliezen. Hoeveel contact moet er zijn? Zullen we elkaar blijven missen? Welke voeding heeft dit nodig? Moet het vetgemest worden? Of zijn de onthouding en het gemis de beste saus? Mocht dit lukken, mocht dit mogelijk zijn, zal ik dan altijd zo head over heels verliefd blijven?’ (over haar toenmalige minnaar, een Gambiaanse journalist)

Toegegeven, dit is niet helemaal fair ten opzichte van Annelies D’Hulster. Ik had ook andere uittreksels kunnen kiezen: een stukje over migrantenmiserie, de ontmoeting met een mensensmokkelaar, iets over de dictatuur van Yahyeh Jammeh in Gambia, de couleur locale van een Malinese bar, de fysieke ongemakken van de reis. Maar toch, het ganse boek lijkt wel gemarineerd in adolescent narcisme. Het project van de schrijfster geraakt daardoor op de achtergrond en haar onderzoek naar de illegale migratie uit West-Afrika komt nooit echt uit de verf. Het blijft te veel bij anekdotiek, en empathie vervangt analyse en inzicht. De vragen die spontaan bij de lezer opkomen, blijven onbeantwoord. Wat Annelies D’Hulsters visie op migratie is komen we niet te weten.

Nooit meer thuis is een wat bizar boek, het werk van een journaliste en activiste, maar wellicht nog meer van een jonge vrouw – uit een beschermd milieu – met literaire ambities. Om van een reisverhaal literatuur te maken is het talent nodig van een V.S. Naipaul of een Ryszard Kapuściński. Je kan het Annelies D’Hulster niet kwalijk nemen dat ze dat niveau niet haalt, maar wellicht had ze moeten beseffen dat een louter journalistiek verslag van haar vermetele tocht de betere keuze was. Mocht dit te hard klinken, dan zijn er nog altijd de lovende woorden op de achterflap van Gie Goris (MO*magazine), Eva Berghmans (Amnesty International) en Peter Verlinden (VRT-journalist).

Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.

Meer van Miel Swillens

De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?

Commentaren en reacties