Notturnu: Nacht und Nebel in de Iraaks-Syrische grensregio
Titel | Notturno |
---|---|
Regisseur | Gianfranco Rosi |
In de zalen vanaf | 23 juni 2021 |
Onze beoordeling | |
Meer info |
Drie jaar lang observeerde de Italiaanse documentairemaker Gianfranco Rosi het leven in de regio Irak-Syrië-Libanon-Koeristan. Indrukwekkend!
Van een indrukwekkende beginscène gesproken. Een zevental oudere, in het zwart geklede vrouwen, schuifelen in doodse stilte door een lege, kale ruimte. Alsof ze ootmoedig een heilige plaats bezoeken. Alsof ze op bedevaart zijn. Maar dan bidt een van de vrouwen duidelijk hoorbaar: ‘God heeft beslist dat ik zonder mijn zoon moet voortleven.’ En prevelend: ‘De Turkse staat is hier verantwoordelijk voor!’ Door haar bevende handen glijden onophoudelijk twee foto’s in zwart-wit: van een tot bloedens toe toegetakelde jongen met touwen gekneveld.
Niet veel later in deze confronterende, tot het hart sprekende documentaire luistert een andere moeder voor de zoveelste keer naar alle berichten van haar door IS gevangen genomen dochter. Eerst vraagt ze haar moeder 500 dollar te storten maar bijna alle oproepen daarna zijn bedoeld om haar doodsbange moeder gerust te stellen. Een enkele traan glijdt intussen over de wang van deze moeder. Meer is niet nodig om intens verdriet te laten aanvoelen.
Schiet, meisje!
Tussendoor beelden van vrouwelijke soldaten, Koerdische peshmerga’s die even kunnen uitrusten, hun soldatentenue en wapens afleggen, hun lange haren losschudden – om zich weer vrouw te voelen? Enkelen van hen bekijken op hun mobiele telefoon oude beelden aan het front met een duidelijk bevel: ‘Schiet meisje!’ Wie zei ook alweer: ‘Vrouwen horen leven te geven, niet het weg te nemen!’ Maar nood breekt soms wet.
Het oorlogsgeweld laat Gianfranco Rosi buiten beeld, op enkele geweersalvo’s in de verte na. Veel liever brengt hij de moed, de veerkracht, het levenselexir van vrouwen en jongeren in beeld, ergens in het grensgebied van Irak, Syrië, Libanon en Koerdistan. Anderhalf jaar reisde Rosi zonder camera door deze regio op zoek naar zijn personages om hen beter te leren kennen. Om later terug te keren met een camera en hun verhalen te registreren.
Zoals de titel van zijn film Notturno (Nacht) laat vermoeden wou Rosi alles ’s nachts filmen – de duisternis waarin de hele regio omzeggens is gehuld – maar dat idee moest hij al snel laten varen. Toch blijven enkele nachtelijke scènes bij: twee jongens die op paarden door een leeg stadje galopperen, een man in alle vroegte op eendenjacht in de rietvlaktes rond Basra, waar de nachtlucht fel oranje oplicht door de petrochemische installaties. Rosi geeft op geen enkel moment aan waar en wanneer we zijn. Dat geeft zijn film meteen een grote universele waarde; oorlogen waar dan ook zijn nietsontziend, meedogenloos en ongemeen, onmenselijk wreed.
Rosi’s oeuvre
Notturno is Rosi’s derde film. Sacro GRA (2013), een documentaire over excentrieke bewoners van de grote ring rond Rome was goed voor de Gouden Leeuw in Venetië op het filmfestival dat jaar. En Fuocoammare (2016) won de Gouden Beer op het Filmfestival van Berlijn. Het was zijn registratie van vluchtingen die uitgeput op Lampedusa arriveerden. Notturno ligt in het verlengde van zijn vorige film. Rosi gaat niet over een nacht ijs. Hij werkt lang, zorgvuldig en minutieus aan elke film. Hij zweert bij de schoonheid van beelden, zet de schoonheid van de mens tegenover het slechte in de mens. Zonder commentaar laat hij de tientallen IS-gevangenen in hun oranje plunje even een luchtje scheppen op de binnenkoer van een geïmproviseerde gevangenis om ze daarna allemaal samen opnieuw in een ruimte te proppen. Met een zware grendel op de deur.
Grijswit paard
Rosi’s beelden spreken voor zich. Hij onthoudt zich van commentaar. Of misschien staat de schimmel, die de chaotische verkeersdrukte in een of ander stadje om zich heen totaal negeert, wel voor het westen dat de chaos en het geweld in deze regio mee veroorzaakte. Sinds de val van het Ottomaanse Rijk al, tot de inval in Irak en de zogenaamde Arabische Lente in Syrië. Om daarna in quasi onverschilligheid weg te blijven kijken tot en met de genocide op de bevolkingsgroep de Jezidi’s. Dat levert dan weer het snel kloppend hart van de film op wanneer een juf als therapie overlevende Jezidi-kinderen tekeningen in kleurpotlood laat maken over de gruwel en het uitmoorden door de gehate IS . Ze doet hen hakkelend navertellen wat ze gezien hebben. Het laat je als toeschouwer achter met een bloedend hart en een stevige krop in de keel.
Rode draad
Als rode draad door Notturno fungeert een vijftal patiënten van een psychiatrische instelling uit de buurt van Bagdad. In een theaterstuk ventileren zij de teloorgang van hun verwoeste vaderland: ‘Ze kwamen om ons te bevrijden maar het werden bezetters!’ (…) ‘Toen kwamen de autobommen, de bomgordels…’ (…) ‘Democratie? Laat de monarchie terugkeren want toen hadden we het goed!’
De close-up van Ali
En dan is er het personage Ali dat ook herhaaldelijk terugkeert. Het is het enige personage dat een close-up krijgt, tot en met het allerlaatste shot van Notturno. Voor 5 dollar per dag helpt hij jagers met het aanwijzen van een prooi en het ophalen ervan. Elke morgen laat hij zich oppikken, bijtijds gewekt door een moeder, in een kamer waar nog een rits andere kinderen op de vloer liggen te slapen. De kineren maken elke middag thuis hun huiswerk liggend op tapijten op de grond. Het geeft Ali als kostwinner van het bijeengeraapte gezin een grote verantwoordelijjkheid. Met doffe blik in de ogen, zijn woede nauwelijks wegstekend, amper de uitzichtloosheid onderdrukkend, is hij nog een schim van zichzelf.
Rosi componeert beelden als een schilder van licht en donker, van moed en hoop vooral ook in een regio die tot op de dag van vandaag in een soort eeuwige duisternis is gehuld. Het heeft het landschap – het is er altijd nat, koud en bewolkt – in een bijna troosteloos niemandsland herschapen: een vluchtelingenkamp verzopen in de modder die tot aan de enkels reikt, een eindeloze rij vrachtauto’s die traag over een noodbrug over een rivier aanschuiven…
Hartverscheurend
Notturno is in alle betekenissen van het woord een hartverscheurende observatie van de naweeën van de destructieve krachten van de mens tegenover de geweldige veerkracht van de overlevers van alle mogelijke trauma’s en tragedies, jong zowel als oud. Verbijsterend knap in woord en beeld.
Als je dit jaar één film wil zien, laat het dan deze Notturno zijn! Vanaf woensdag 23 juni.
Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.
Waarom stuurde de Amerikaanse regering eind de jaren ’50 in volle Koude Oorlog-periode bekende jazzmusici zoals Louis Armstrong naar Afrika?