JavaScript is required for this website to work.

Oranje zonder franje

Guido Lauwaert31/12/2020Leestijd 4 minuten

‘Oranje zwartboek’ schetst de scheve schaatsen van de Oranjefamilie door de eeuwen, maar laat je wegens een gebrek aan taalwarmte koud.

Onlangs verscheen het naar schatting duizendste boek over de Nederlandse dynastie. Het overgrote deel gaat over de strapatsen van haar monarchen. Maar ook aangetrouwden en verwanten komen deze keer aan bod. Een zwartboek is het geworden en, gelet op de kleur van de Nassaus, onder de voor de hand liggende titel Oranje zwartboek.

Auteur is Gerald Aalders, voormalig onderzoeker van het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie) en schrijver van boeken over economische oorlogsvoering, Bilderbergconferenties en inlichtingendiensten.

Referenties en ronkende titels

De ondertitel verduidelijkt dat hier niet alleen lofzangen worden gezongen: De ontluisterende geschiedenis van onze koninklijke familie. Alsof al die referenties en ronkende titels niet volstaan om kopers te lokken, werd er een boventitel toegevoegd uit louter trefwoorden: intriges, spionage, geweld, corruptie, geldzucht. Klap op de vuurpijl is een uitspraak van Hugo Brandt Corstius op de achterflap: ‘Juist uit de erfelijkheid van de koningsfunctie blijkt de volstrekte onbelangrijkheid: het doet er niet toe wie koning is, laten we dus afspreken het oudste kind van de vorige koning te nemen.’

Al die mokerslagen konden niet anders dan een baksteen van een boek opleveren. Dat is het ook geworden, al moeten we daar een opmerking met een morrende toon aan toevoegen. De baksteen is volumineus, een model zoals voor de bouw van binnenmuren gebruikt wordt, maar met veel holtes.

De holtes slaan op het feit dat het boek niet meer bevat dan wat al geweten was. Ze werden deskundig geordend en voorzien van luxueuze ornamenten, maar vers opgedolven nieuwswaarde hebben ze niet. Hooguit het verstrooien van wat in de marge verteld werd en vaak aan geloofwaardigheid ontbreekt wegens rancune en onmin. Zowel in de hofkring als bij de toenmalige media, ministers en hun acolieten. Oranje zwartboek is welbeschouwd een royalty magazine in de vorm van een boek.

De laatste woorden

Hoe anders kon het boek beginnen dan bij de stadhoudersfamilie waarvan prins Willem de Zwijger de peetvader was. Typerend voor de teneur van het boek — dat het best samengevat kan worden als ‘van horen zeggen’ — is de discussie rond de laatste woorden van de prins. Volgens welgezinden stamelde hij na een dodelijke dolksteek — en ik citeer de auteur — ‘God, wees mijn ziel genadig […] God, ontferm u over dit arme volk.’ Volgens een forensisch onderzoek tussen 2008 en 2012 moet hij op slag dood zijn geweest. En dan is er nog de uitspraak van Maximillian Morillon, de bisschop van Doornik. Een paar maanden na de dodelijke aanslag schreef hij in een brief dat Willem niet eens de kans kon hebben gehad iets te zeggen ‘want de moord is na de maaltijd geschied, toen de Prins zijn wijn op had, en dan was hij altijd stomdronken’’.

Het achterste van de tong

Het lukte de Oranjefamilie binnen de twee generaties stevig voet aan de grond te krijgen in de Noordelijke Nederlanden. Niet verrassend is het daarom dat de reputatie en de heldenstatus van Willem de Zwijger — die nooit het achterste van zijn tong liet zien, vandaar zijn bijnaam — met de tijd toenemen en aanzwellen tot mythische proporties. Dat is zijn nakomelingen nooit gelukt.

De koningsgezindheid is nooit echt onder druk komen te staan — tenzij ten tijde van de Lockheed & Nothrop-affaires (waarover uitgebreid bericht wordt in het boek). Hoogst verwonderlijk dat de Oranjekreten al die eeuwen zijn blijven schallen. Want elk lid van de Oranjeclub heeft een scheve schaats gereden, een pak zwarte guldens verdiend, staatsrechtelijk kunstbezit verkwanseld of sympathie gehad voor dictators. Als er dubieuze relaties aan te pas komen, is het opletten geblazen. Niet zelden waren er conflicten met de Herenclubs van Den Haag en Amsterdam. Tot de jaren zeventig hadden de Heertjes — wat men nu CEO’s noemt — een grote invloed. Die is er nog, maar neemt af. In het bijzonder wat de relatie met de Oranjes betreft.

Het gedoe rond de Piet Hein

Vermoedelijk moeten zwakke republikeinse gezindheid en de grote koningsgezindheid gezocht worden bij het feit dat wat de Oranjes uitspookten, niet verschilde van wat de modale Hollandse handelaars en familiehoofden uitvraten. Het grote verschil zit hem in de omvang. Fiksen is niet alleen een Belgische kwaal. Ook Nederlanders zijn er bekwaam in, zij het dan met meer organisatietalent en administratieve truken.

Een goed voorbeeld is het gedoe rond het luxemotorjacht, de Piet Hein, dat Juliana en Bernhard kregen als nationaal huwelijksgeschenk. De Duitse bezetter nam het in beslag en de boot verdween naar Duitsland. Na de oorlog kwam het zwaar beschadigd terug. De Nederlandse regering was platzak en vond dat het herstel van de boot geen essentiële zaak was. Toch wist prins Bernhard ministers en ambtenaren te overhalen in alle stilte op te draaien voor de schadevergoeding. Prinses Juliana — de latere koningin — moeide er zich niet mee en hield zich van de domme.

Net geen kasboek

Oranje zwartboek is een breiwerk met drie pennen: familiale affaires, politieke conflicten en geldzaken. Met belastinggeld werden de Oranjes van slechte investeringen verlost, de burgerij betaalde gedwee — hooguit met wat gemor in de marge —, de luxe leefstijl van de vorstelijke familie maakte het mogelijk dat de vorst of vorstin altijd naar zich toe rekende. Voormalige koningin Beatrix is daar een uitmuntend voorbeeld van. De familie heeft aandelen in Shell, ABN-AMRO, Unilever en scheepvaartmaatschappijen. Heel wat centen zijn ondergebracht in het buitenland en in vreemde munten. Een kip vindt er zijn kuikens niet in terug. Afgezien van enkele kassiers die beter kunnen rekenen dan kletsen.

Een informatief boek, dat wel, maar saai geschreven. Scheert langs de rand van een kasboek. Toch zit het al aan zijn achtste druk, en de oplage van een druk is geen paar honderd, zoals dat tegenwoordig het geval is met de meeste romans of essays. Nee, historische boeken zijn in. De oplagen van de boeken van Bart Van Loo en Johan Op de Beeck tonen dit aan. Zelfs als die boeken een ontluisterend beeld scheppen van de adel, al dan niet van hun troon gevallen / gestoten. Ja, duidelijk is dat roddel en schandelijk gedrag de wereld regeren en langer leven dan vroomheid en een stil bestaan. Al is dat stil bestaan heel wat rijker dan dat van de upper class.

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties