JavaScript is required for this website to work.

Over de ellende van het ouder worden

Elisabeth Alteköster19/1/2020Leestijd 3 minuten
TitelThe Irishman
RegisseurMartin Scorsese
In de zalen vanafSeptember 2019
Onze beoordeling
Meer info

Deze film gaat over herinnering. De iets ouderen onder de ‘baby boomers’ zullen zich misschien de film On the Waterfront  herinneren. Terwijl ik alleen maar ogen voor Marlon Brando had, legde mijn moeder mij uit hoe akelig de vakbonden in Amerika konden zijn. Dat zij met het lidgeld knoeiden en oppositie in blokken cement lieten verdwijnen.

De alliantie tussen vakbonden en maffia in de VS

Ook Robert de Niro is in het begin van de film overtuigd dat niemand meer weet wie Jimmy Hoffa was en zijn ‘International Brotherhood of Teamsters’, een vakbond met 1,3 miljoen leden, één blok van bikkelharde vrachtwagenchauffeurs. En Hoffa, de baas, was God. Nog net niet de President van de US maar haast. Destijds was er pensioengeld in overvloed en de enigen die de vakbonden konden helpen hiermee iets te beginnen, was de maffia. Op dit geld is Las Vegas gebouwd. Zo leerden de vakbonden winst te maken en de daarbij horende methodes. Zoals zij het noemen ‘een huis verven’, vanwege het gespetterd bloed aan de muren.

Wij zijn einde jaren 1950, begin jaren 1960. De maffia had een behoorlijke hekel aan Fidel Castro. Niet om politieke redenen. Maar Castro begon hun bazen uit de nachtclubs en casino’s van Havana te schieten. De film werpt hier een klein licht op de relaties met de familie Kennedy. De maffia hoopte dat John F. hier een handje zou kunnen helpen, terwijl Jimmy Hoffa de politiek correcte hand van broer Robert vreesde. En zo ging het dan ook mis voor hen. De Amerikaanse president faalde in de Varkensbaai en zijn Minister van Justitie gooide Hoffa voor 5 jaar in de gevangenis.

Een requiem voor het film draaien

Martin Scorsese maakt hiervan een epische film van 3 uren en 20 minuten. 3 uren van zen meditatie uit de maffia wereld. Men zou het haast als een road movie  kunnen beschouwen. Geen dramatische effecten, een softe soundtrack bestaand uit een parelketting van ‘oldies but goodies’. Ook het geweld is niet meer bedreigend maar haast verlossend.

Wie door Scorseses fysieke shocktherapie in Raging Bull  van zijn stoel is getild of mee door de bloedplassen geglipt van Cape Fear  kan hier rustig achterover leunen. De tijden zijn veranderd en de toeschouwer kan inmiddels tegen een stootje. Dit is vergelijkbaar met Quentin Tarantino’s Once upon a time in Hollywood. Beide heren zullen stoppen met films maken en beide kijken om naar een tijd die niet alleen verleden is maar ook nooit meer zal terug komen.

Een film van 70-plussers voor 70-plussers?

Beide regisseurs willen deze nostalgische trip samen doen met hun favoriete acteurs. Tarantino heeft hier geluk. Met Brad Pitt en Leonardo DiCaprio kan hij enerzijds laten zien dat hun jeugd voorbij is. Maar toch kunnen zij nog als eind 40’er en eind 50’er het scherm met hun rijpe mannelijkheid vullen, tot genot van de kijker.

In Scorseses kernploeg is niemand jonger dan 70. En sterker nog, deze 70-plussers moeten 5 decennia van hun leven doorlopen. Dit valt nog best mee bij Harvey Keitel die zijn 80 jaar gevaarlijk koud achter een zonnebril en een toupet kan verbergen. Ik schrikte mij wezenloos als ik, voor het eerst sinds lange tijd, in het verkreukelde gezicht van Joe Pesci (77) moest kijken. Het vrolijke ronde gezichtje is weg, een oude man naar voren getreden.

Kan een acteur ‘de-aged’ worden?

Iedereen weet dat het eenvoudiger is van een jonge mens een oude te maken. De weg terug is haast onmogelijk, ook voor stylisten. Het proces van ‘de-aging’ wordt door ‘computer-generated imaginery’ (CGI) overgenomen. Het grote slachtoffer van dit proces is Robert de Niro. Scorsese, 77, kon steeds alles met hem doen: van 20 kilo laten aankomen tot zijn neus breken. Regisseur en acteur zijn aan elkaar gewaagd. De Niro, 76, begint als dertiger en eindigt de film in een bejaardentehuis op een nog hogere leeftijd dan in het echt. De prijs? Zijn gezicht verliest alles waarvoor wij bij deze acteur op onze knieën gaan: zijn scherpe kanten, de zijwaarts trekkende mimiek als hij kwaad wordt, het opstuivende geweld in zijn gelaat, zijn aller charmantste lach. Al Pacino, 79, heeft een kortere afstand te leven maar moet toch terug tot 40 en, bovendien in het gebochelde lichaam van Jimmy Hoffa kruipen.

In zijn jongste computeranimatie lijkt het gezicht van De Niro meer een kopie van Silvio Berlusconi. Maar in de loop van de uren en de zachte veranderingen went men eraan. En de heren acteurs laten zien dat zij de grootsten zijn op het scherm. Een uitstervend ras van kunstenaars die met hun manier van ademhaling, hun blikken en kleine lichamelijke bewegingen alles tot uitdrukking brengen wat in hun personages gebeurt. En dit door alle verlamming heen die de computertechniek hun gezicht oplegt.

‘Onder de aarde voelt zo definitief…’

The Irishman, een requiem voor levens, ambities, succes en foute keuzes. Het gaat over einde en dood. Hoe machtig men ook was, alles eindigt bij lichamen door artrose verkreupeld, prostaatkanker en mankerende tanden. Bij wie in de film jonger dan 70 is, houdt Scorsese een seconde het beeld vast en vertelt hij ons op welke manier en wanneer deze persoon zijn leven verliest. Aan wie overleeft, blijft de keuze tussen crematie of begrafenis, boven of onder de aarde. Hoe mooi zegt de Niro het: ‘Verbrand of onder de aarde voelt zo definitief’. Hij kiest voor de Italiaanse manier, in de muur.

De Niro in zijn rolstoel blikt terug op een stuk Amerikaanse geschiedenis en Scorsese op een manier van cinema en acteren waar niemand meer aan kan raken. En nee, de film is niet te lang, als je de tijd neemt en je erop instelt een heel leven te bekijken. En ja, de vrouwen schieten weer tekort. Maar de scènes van de rokende echtgenoten in de achtergrond zeggen meer dan iedere vrouwelijke actie. Het is een liefdesverklaring aan hen. De film zal niet in de Oscars vallen. Maar, als het kan, eentje voor Joe Pesci! En wie weet, wie van de acteurs wij überhaupt nog terugzien?

Oud-directeur EU Begroting en Financiën in de Raad van de Europese Unie.

Commentaren en reacties