Vuelta: het visitekaartje voor rechts Spanje
Titel | Gustaaf De Loor |
---|---|
Subtitel | Van de Vuelta naar de maan |
Auteur | Juanfran De La Cruz |
Uitgever | De Klomp De Klinge vzw |
ISBN | 9789463965156 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 128 |
Prijs | € 19.99 |
Half jaren 30, in de meest donkere jaren van Spanje, wordt de Vuelta boven de doopvont gehouden. Een Wase wielrenner wint de eerste edities.
In Frankrijk won Garin de eerste ronde van zijn land in 1903. Luigi Ganna opende in 1909 de erelijst van de Giro. Er waren rondes van België, Zwitserland, ja zelfs van Catalonië, en Baskenland. Het derde hedendaagse rondemonument, de ronde van Spanje, werd pas in 1935 voor het eerst georganiseerd. Midden die roeriger jaren 30? Een nieuwe ronde?
Het was ex-wielrenner Clémente Lopez, die het Vuelta-idee doordrukte bij de katholieke centrumdemocraat Juan Pujols. Deze was ook hoofdredacteur van de krant Informaciones, tussen 1922 en 1983 een populair avondblad met een sterk rechtse en centralistische redactionele lijn. Lopez wees op het feit dat de twee in Spanje bekende koersen, de Ronde van Catalonië en de Ronde van Baskenland, uitingen waren van ‘een soort separatisme’ en dat het centrale Spanje zo’n sportieve uitstraling miste. Een nationale ronde zou daarvoor kunnen zorgen, meende Lopez. Pujols hapte toe.
Chaos
De eerste Vuelta van 1935 was een organisatorisch waagstuk dat zowel het geïndustrialiseerde noorden als het onderontwikkelde zuiden aandeed. Het wegennet ten zuiden van de lijn Madrid-Valencia was volgens kenners trouwers totaal ongeschikt om een peloton wielrenners overheen te sturen. Het gebrek aan goede hotels, betrouwbaar drinkwater en het gemis aan knowhow van de organisatoren zorgden, samen met de zeer bescheiden gevulde kas van de organiserende krant Informaciones, voor een organisatie in mineur. Zo moesten de renners, terwijl ze een rit reden, soms een ommetje maken om een bevriende dorpsgemeenschap te plezieren waardoor de voorziene 240 kilometer er gauw 300 werden.
Daarenboven bewees die eerste Vuelta de zwakte van de Spaanse renner. Buitenlanders wonnen de meeste ritten, waardoor het Spaanse publiek al snel afhaakte. Bovendien stonden de Spaanse renners elkaar figuurlijk naar het leven. Ze zagen liever een buitenlander winnen. Ze klaagden ook over de bescheiden rennerssalarissen en gingen tijdens de rustdagen zwaar op zwier. Op de redactie van Informaciones sloeg de twijfel toe na de eerste editie. Doorgaan? Of toch maar stoppen?
Nadat het linkse Volksfront in februari 1936 de verkiezingen had gewonnen, werd Spanje een land met terreureskaders op straat en een snelgroeiende fascistische Falangepartij. Bommen ontploften en zorgden mee voor een grimmige sfeer. Toch ging de tweede Vuelta door, niet nadat de regering dit uiteindelijk had goedgekeurd.
Pujols haalde op 5 mei 1936 vijftig renners naar Madrid. In de buurt van Oviedo moesten de renners vluchten voor boze burgers die protesteerden tegen het heersende politieke klimaat. Die etappe werd geannuleerd. De ronde werd nog uitgereden, maar daar bleef het bij.
Na 1936 werd de Vuelta, ook en vooral door de machthebbers, in de ijskast gestopt. In een verscheurd land, waar zelfs de Spaanse toprenners elkaar privé en politiek naar het leven stonden, kon men geen wedstrijd organiseren.
Nieuwe poging
Geheel onverwacht zou Franco in 1941 een nieuwe editie op poten laten zetten. De Caudillo vond dat zijn volk behoefte had aan spelen, terwijl de rest van Europa oorlog voerde. Het was een koers zonder veel franjes. 28 Spanjaarden en vier Zwitsers zongen verplicht het Cara el Sol, de hymne van de caudillo, en gingen toen pas fietsen, gekleed in grijze truien waarop het symbool van het ministerie van Onderwijs stond.
Na de oorlog bleef het moeilijk om van de Vuelta een grote ronde te maken. Omdat er steeds andere organisatoren waren, kon de continuïteit van de ronde niet worden gewaarborgd. Zo was er in 1949 geen Vuelta en ook in de jaren tussen 1951 en 1954 hoefden de wielrenners zich niet naar Madrid te begeven. Pas na 1955 leek de Vuelta uit te groeien tot familie van de Tour en de Giro. Vanaf dat jaar was de Baskische krant El Coro España-El Pueblo Vasco de organisator van de ronde. Begin 1979 stopte de krant ermee en kwam het voortbestaan van de Vuelta weer in gevaar tot ‘Uni public’ de organisatie overnam. De Vuelta werd groter nadat het niet langer meer in het voorjaar maar in het najaar werd georganiseerd, en is vandaag één van de grote rondemonumenten.
Het Spaans kwartier wint tweemaal in Spanje
De rondes van 1935 en 1936 werden gewonnen door een Klingenaar: Gustaaf De Loor. De Klinge is een Wase grensgemeente waar de Spanjaarden lelijk thuishielden tijdens onder andere de Tachtigjarige Oorlog. Eén van de wijken is het ‘Spaans kwartier’. En jawel Gustaaf De Loor woonde in die wijk.
De grote man van het rijke Vlaamse wielerleven, Karel van Wijnendaele, had zijn neus opgehaald voor de nieuwe organisatie. Eigenlijk was iedereen bang om te gaan koersen in het politiek instabiele land dat de Spaanse dictatuur was. Fons Versnick, journalist, ronselaar, promotor en directeur zag in de Vuelta een uitgelezen kans om wèl een delegatie te leiden. Gustaaf De Loor was een van de eerste renners die hij selecteerde. Hij had de jaren voordien al verdienstelijk gereden in de ronde van Catalonië. Deze jongeman van nauwelijks 21 zou de eerste Vuelta ook winnen: totaal onverwacht, dat wel, maar niet onverdiend.
De grote favoriet was Mariano Cañardo. Hoewel hij buiten Catalonië geboren was, voelde hij zich een echte Catalaan. Hij was een fanatiek supporter van FC Barcelona en een uitgesproken Catalaanse separatist. Hij werd allesbehalve gesteund door de andere Spanjaarden van zijn ploeg. Twee zogezegde ploegmaten kwamen bij de start van de vierde rit gewoon niet opdagen en een andere gaf op. De Spaanse kranten beschreven de eenzaamheid van Cañardo, zonder het hoe en waarom van deze pandemie aan opgaves te verklaren. Cañardo zou uiteindelijk tweede worden. Gustaaf De Loor won.
In 1936 werd een herhaling van dit duel verwacht. Een door een hond veroorzaakte valpartij tijdens de tweede rit trof Cañardo die gekwetst werd aan hoofd en benen. Gustaaf De Loor liep 16 minuten uit en zou zijn oranje trui behouden tot het einde. Hij won de Vuelta voor zijn broer Alfons, de man die enkele jaren later Luik-Bastenaken-Luik zou winnen.
Gustaaf De Loor zou nog een rit winnen in de Ronde van Frankrijk van 1937 maar de twee eindzeges in de Ronde van Spanje blijven zijn grootste zeges. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor het einde van zijn wielercarrière. Hij emigreerde naar de Verenigde Staten, waar hij werk vond als technicus in een fabriek waar de motoren werden gemaakt die Apollo 11 naar de maan schoten. Hij keerde terug naar Vlaanderen en overleed in 2002 op 88-jarige leeftijd. Hij is een bijna vergeten dubbele winnaar van een grote ronde.
Johan Van Duyse (1953) leest en schrijft over media en over de eerste wereldoorlog. Onlangs kwam zijn tweede boek uit: ‘De verkeerde doden’ (uitgeverij Willems), een waar gebeurd verhaal over vier Franse soldaten die op een augustusnacht in 1915 samen de loopgraaf introkken… Het boek is verkrijgbaar via https://boeken.doorbraak.be/p/de-verkeerde-doden-johan-van-duyse/
Johan Van den Driessche pakt opnieuw uit met een fantastisch boek. Weer bewijst hij de titel ‘auteur’ meer dan waardig te zijn.