Vuist: een eigentijds Faust-verhaal
Titel | Vuist |
---|---|
Subtitel | Een eigentijds Faust-verhaal |
Auteur | Daan Esch |
Uitgever | Lannoo |
ISBN | 9789401484015 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 336 |
Prijs | € 24,99 |
Vuist wil maar een ding. Het leven voelen, in plaats van het te ondergaan. De tijd dringt. Maar de werkelijkheid slaat onverbiddelijk terug. Daan Esch scoort met een geweldig Faust-verhaal.
Daan Esch zet met Vuist op ingenieuze wijze een hedendaags Faust-verhaal neer, dat perfect past in een kapitalistische maatschappij die uit zijn voegen barst door de drang naar prestige en presteren.
Faust is een legendarische figuur, die in ruil voor kennis zijn ziel aan de duivel verkocht. Van verhalen en toneelstukken tot zelfs poppenvoorstellingen: de literaire wereld kon tot op vandaag nooit genoeg van hem krijgen. Maar Daan Esch gooit het over een andere boeg.
In Vuist heet Faust ‘Io Vuist’ en is ze geen geleerde maar een vrouw van middelbare leeftijd die vecht tegen haar biologische klok en dolgraag het beruchte ‘glazen plafond’ wil doorbreken. Vuist werkt als communicatieverantwoordelijke voor een chemische multinational waar ze haar eigen normen en waarden stapsgewijs verliest en bezwijkt voor de manipulaties van haar perfide manager Lucy Faire.
Vuist solliciteert
Tijdens een eerste contact schoffeert Faire Vuist door haar sollicitatiebrief doormidden te scheuren en haar een underdog te noemen omdat ze het testalarm negeerde bij het binnenkomen. Om Vuist te intimideren zit ze op het sollicitatiegesprek in tegenlicht tegenover Faire. Ze kan haar niet zien, wel horen. Vuist krijgt de baan maar proeft meteen de narcistische trekken van haar manager.
Esch beschrijft indringend hoe Lucy Faire Vuist vernedert en haar naar haar eigen evenbeeld kneedt. De geweldige schrijfstijl zou je kunnen misleiden en doen denken dat het over een waargebeurd verhaal gaat. ‘Alles is verzonnen, als er onverhoopt toch mensen zouden zijn die zich in een van hen menen te herkennen dan hadden ze zich maar niet zo moeten misdragen’, schrijft Esch.
Uitbraak
De multinational waarvoor Vuist werkt, kampt regelmatig met productieuitbraken die zo snel mogelijk voor de pers worden weggemoffeld. Hoewel de stank op de site niet te harden is en dag en nacht blijft hangen, is geur subjectief, vindt Faire. Ze zet de statistieken van de metingen naar haar hand. Ze hangt een waas over de cijfers door valse afrondingen te maken en vraagt Vuist een straf verhaal te verzinnen voor de pers en de vakbond.
Esch is een meester in het psychologische uitdiepen van de karakters. Hij tekent de narcistische Faire scherp af tegen de zielige Vuist, de vrouw voor zilver met haar kneuterig bestaan vol zelfbeklag, die vast blijft houden aan de waarheid. De schadelijke gassen jagen het percentage van de kankergevallen in de buurt aanzienlijk omhoog. Faire geeft Vuist de raad om de vijandige buren om te kopen door een tentoonstelling te organiseren voor de plaatselijke hobbyclub. Doodknuffelen met cadeautjes, voorkomt reclamaties.
Een vals account op Tinder
Faire probeert het vertrouwen van Vuist te winnen door greep te krijgen op haar persoonlijk leven. Ze vraagt Vuist om haar ziel bloot te geven onder het mom van haar te helpen. ‘Gebruik mij om je doelen te bereiken. Laat mij voortaan het snoer zijn waaraan jij parels rijgt’, schrijft Esch. Als Vuist hier niet dadelijk op ingaat, maakt Faire een vals account op Tinder aan.
Ze post een foto van haar mannelijke zelf, een jonge man Fizz met wie Vuist contact krijgt. De weg naar Vuists privéleven ligt nu open, het manipuleren wordt een goochelkunstje. De knevelarij van Faire gaat naar mate het verhaal vordert in stijgende lijn waardoor Esch de spanning opbouwt. Hierdoor blijft de lezer versteld staan van de creatieve spelletjes van Lucy Faire en is doorlezen een must.
Kankerlijders
Faire verwerpt iedere klacht van de terminale ex-arbeiders of buurtbewoners. ‘Ze hadden maar niet op het bedrijf moeten komen werken. Niemand heeft trouwens het vette loon geweigerd’, zegt ze. Als er iemand overlijdt, sluit Faire zijn dossiertje van de uitgeprinte haatmails af en bergt het op in het ‘archief van al de Diep Betreurde Doden’.
Ze noemt zichzelf de moeder van de haat in een fabriek die niet uit staal gemaakt is, maar met de zielen van de doden. Esch verwoordt het pakkend: ‘Wij lassen alles aan elkaar met afgekochte zielen, die slaafs tussen het leven en verrotting balanceren op het slappe koord van gewin.’ Met een rijke woordenschat en een ongeëvenaarde taalkundige expertise zet Esch de verdorvenheid van het mensdom haarscherp tegenover de betekenis van geluk. Een aanrader.
Wannes is eindredacteur en journalist. Hij werkt sinds 2021 mee aan Doorbraak.
Iedereen aan ’t werk! is onmisbaar voor iedereen die geïnteresseerd is in de evoluties van het werkleven, of zich zorgen maakt over de toekomst. Het is ons boek van de week.