Wat maakt ons?
Titel | Wat maakt een Nederlander? |
---|---|
Subtitel | Antwoord op een Kamervraag |
Auteur | Radesh Shanker |
Uitgever | Shanker Books |
ISBN | Nietbekend |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 127 |
Prijs | € 12.95 |
‘Wat maakt de Nederlander?’ Over de identiteitsloze Nederlander die vanuit zijn comfortabele sprookjeswereld voorbijgaat aan zijn eliminatie.
In 1990 verscheen De ondergang van Nederland: land der naïeve dwazen, onder het pseudoniem Mohamed Rasoel. Wie de schrijver is van het manifest tegen multiculturalisme, woke-gekkigheid (althans, zo zouden we dat nu noemen), open-grenzenpropaganda en weg-met-ons-mentaliteit, is voorwerp van een nu al decennia lang durend gespeculeer. Het boek van Radesh Shanker, eveneens een pseudoniem, lijkt hierop. Shanker’s Wat maakt een Nederlander? heeft als ondertitel Antwoord op een Kamervraag.
Wat is een Nederlander? Het meest eenvoudige antwoord hierop is een formele vaststelling: wie een Nederlands paspoort heeft, is een Nederlander. Maar dan dient zich de vraag aan: hebben de mensen die dat paspoort hebben nog iets anders gemeen? Bestaat zoiets als een Nederlandse mentaliteit of volksaard of, zoals we tegenwoordig zeggen, identiteit?
Als biografische informatie geeft Shanker alleen dat hij een allochtoon is en daarmee een buitenstaander. Maar als buitenstaander kan je goed observeren. Shanker citeert Godfried Bomans die schreef: ‘Het is eigenlijk onjuist om een Nederlander te vragen, wat een Nederlander is. Hij kan dat niet weten, want hij is zelf een Nederlander. Hij maakt deel uit van het probleem, dat hij behandelen moet.’
Huisvesting van statushouders
Shanker begint zijn verhandeling met een Kamerdebat van 8 december 2021 over de huisvesting van statushouders. Joost Eerdmans (JA21) protesteert tegen de 40 000 asielzoekers die Nederland binnenlaat. Die hoge asielstroom lijkt een permanent karakter aan te nemen. Hij verwijst ook naar wat dat kost: € 60 000 per asielzoeker (inclusief volgmigratie).
Markuszower (PVV) en Jansen (FVD) delen de zorgen van Eerdmans over de omvang van de instroom, maar kritiseren hem omdat hij het uitgangspunt onderschrijft dat asielzoekers net zoveel, zo niet meer, recht hebben op een woning. Immers: er zijn niet voldoende woningen. Moeten ‘Nederlanders’ dan niet voorgaan? Zo zijn we weer bij de vraag: wat is een Nederlander?
Wat is een Nederlander?
Die vraag, de vraag wat een Nederlander is, blijkt een grote scheidslijn te trekken tussen de groeperingen vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. D66 trekt bij monde van Faissal Boulakjar de kaart dat niet valt te zeggen wie een Nederlander is. Hij zegt richting Jansen: ‘Hier staat een collega-parlementariër die even bepaalt wie wel of geen Nederlander is. Dat is echt schandalig.’
Het is een intrigerend standpunt: de stelling dat niet valt vast te stellen wie een Nederlander is. En ook dat het zelfs ‘schandalig’ is om dat te proberen.
Dit alles roept de enigszins ‘filosofische’ vraag op of het wellicht kenmerkend is voor Nederland dat het land zelf gelooft dat Nederland niet bestaat. Shanker verwijst ook naar de beruchte blunder van (toen) prinses Máxima uit 2007 die beweerde dat de Nederlandse cultuur niet bestaat.
De fatale eigenschappen van de Nederlander
Dit vormt de opstap voor het grootste deel van het boek waarin De Nederlander onder de loep wordt gelegd (blz. 20-95). Dat resulteert dan in een slotparagraaf die de essentie van het boek weergeeft. Shanker waarschuwt voor de ‘Fatale eigenschappen’ van de Nederlander (blz. 95-100). Die fatale eigenschappen zijn, kort gezegd, een doorgeschoten tolerantie. Doorgeschoten in de zin van suïcidaal. De Nederlander wil iedereen in zijn eigen waarde laten. In het middenstuk, de pagina’s 20 tot 95, geeft hij daar hilarische voorbeelden van. ‘Maar wat doe je als het de normen en waarden van anderen zijn die jouw normen en waarden neerhalen? Laat je ze dan in hun waarde’ (blz. 95)? Het is wel mooi dat je tolerant bent, ‘maar wat doe je als anderen jouw tolerantie misbruiken en tegen jou gebruiken?’
Dat is nu precies wat gebeurt in Nederland, zegt Shanker. De Nederlander leeft daarbij het ‘liefst in een comfortabele sprookjeswereld, waar geluiden die maar een beetje als de realiteit klinken, zijn rust verstoren en hem wakker schudden. Te druk met feesten, vakantie, winkelen en appen, staat hij liever niet stil bij zijn eliminatie’ (blz. 99).
De democratische paradox
Met andere woorden, Shanker herformuleert wat wel eens ‘de democratische paradox’ is genoemd, onder andere verwoord door Karl Popper. De democratie heeft respect voor alle meningen, maar kan de democratie ook respect hebben voor de mening dat de democratie moet worden opgeheven? Volgens Popper zou het antwoord op die vraag moeten zijn: nee!
Wat echter het boek van Shanker origineel maakt is dat hij het inzicht, dat tolerantie niet zover kan gaan dat het zelfdestructief wordt, verbindt met een humoristische schets van het Nederlandse volkskarakter. Anders gezegd: elk land, elke nationaliteit, kan aan doorgeslagen tolerantie ten onder gaan, maar de Nederlander loopt wel een veel groter gevaar dan bijvoorbeeld een Fransman, omdat een Nederlander geen nationale identiteit (meer) ervaart.
Denk even terug aan de uitspraak van Boulakjar. Niet alleen kun je niet vaststellen wat een Nederlander is; je behoort dat ook niet te willen vaststellen. Faissal Boulakjar, sinds 2021 lid van de Tweede Kamer en daarvoor in de Bredase gemeenteraad, is wat dat betreft een perfect geïntegreerde Nederlander. Dat wil zeggen geïntegreerd in ‘niets’. In de afwezigheid van identiteit. Net zoals prinses Maxima het in 2007 ook goed verwoordde.
Dit alles heeft grote consequenties voor de migratiekwestie waarmee het boek begon. We hebben gezien dat Shanker zijn boek begon met de migratiekwestie in de Tweede Kamer. 40 000 asielzoekers zouden wellicht voor een land met een sterke identiteit geen problemen behoeven op te leveren. Immers, de nieuwkomers kunnen integreren in een nieuwe identiteit. Maar voor een identiteitsloze natie zijn hoge aantallen migranten en asielzoekers letterlijk een doodsvonnis, want het betekent een culturele overname.
Niet enkel financieel maar ook cultureel
De problemen zijn dus niet alleen die € 60 000 per asielzoeker waarover gesproken wordt (een financiële uitdaging). Het gaat erom dat mensen die instromen vanuit een cultuur met volstrekt andere waarden — waarden bovendien waaraan de instromers vasthouden — een culturele overname van Nederland betekenen ten gunste van die nieuwe waarden (een culturele uitdaging). Waar ‘identiteitsrijke’ naties nog een soort compromis of mengvorm kunnen krijgen, is een ‘identiteitsloze’ of ‘identiteitsarme’ natie ten dode opgeschreven.
Dit is het iets meer serieuze thema dat de achtergrond vormt van Shanker’s bijzonder humoristisch geschreven boek. Ik heb het boek met heel veel plezier en bewondering gelezen.
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Paul Becue, Karel Vermeyen en Jürgen Constandt: ‘Het is de enige manier om onze zuiderburen zich verantwoordelijk te laten gedragen.’