Brulboeienbarok. Een andere omschrijving kan ik er niet aan geven. Het is een schrijfstijl die een Johan Sanctorum gemeen heeft met Jean-Marie Dedecker en nog wat andere rechtse opiniemakers die uit het schuimbekken van hun gefrustreerde achterban een bepaald niveau van relevantie trachten te boetseren. Het lezen ervan vermoeit. Maar goed, zo lang hij zich maar niet vergrijpt aan onderwerpen waarvan hij slechts bij benadering iets weet. Zoals daar is, de sociaaldemocratie. Sanctorum heeft natuurlijk een punt wanneer hij zegt…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Brulboeienbarok. Een andere omschrijving kan ik er niet aan geven. Het is een schrijfstijl die een Johan Sanctorum gemeen heeft met Jean-Marie Dedecker en nog wat andere rechtse opiniemakers die uit het schuimbekken van hun gefrustreerde achterban een bepaald niveau van relevantie trachten te boetseren. Het lezen ervan vermoeit. Maar goed, zo lang hij zich maar niet vergrijpt aan onderwerpen waarvan hij slechts bij benadering iets weet. Zoals daar is, de sociaaldemocratie.
Sanctorum heeft natuurlijk een punt wanneer hij zegt dat partijen die decennia lang de macht uitoefenden vatbaarder worden voor corruptie. Maar dat geldt niet alleen voor de sociaaldemocratie en biedt op zich dus geen afdoende verklaring voor de zwakheid van het socialistische vlees. Er is een andere factor die speelt, en die mijns inziens doorslaggevend van aard is. Daarvoor gaan we even terug in de tijd. Ik put uit mijn eigen sociaaldemocratische ervaring, iets wat Sanctorum ontbeert.
Draaideurdissident
Ergens halverwege de jaren ’80 van de vorige eeuw werd ik gesommeerd in het kantoor van Jos Van Elewijck. Deze voormalige journalist van de Volksgazet was een van de sterkhouders van de Antwerpse afdeling van de Socialistische Partij. Jos hield er nogal bijzondere opvattingen op na wat jongeren betreft, zeker voor een schepen van Onderwijs. Een van zijn gevleugelde uitspraken was: ‘Jong zijn is een ziekte die overgaat.’
Van Elewijck hield kantoor in de buurt van de Jan Van Rijswijcklaan. Dat kantoor was gevestigd in zo’n poepchique burgerwoning met glimmende houten lambrizeringen en zachtjes knerpend vasttapijt. Ik had mij inhoudelijk goed voorbereid op deze ontmoeting, maar dat bleek achteraf volkomen zinloos. Jos heeft er die avond niet al te veel woorden aan vuil gemaakt.
Op een bepaald ogenblik zei hij: ‘Weet je wat wij doen met zo van die lastige poppetjes als De Bruyn?’ Hij deed alsof hij tussen zijn vingers een voodoo poppetje vastnam. ‘Dan doen we zo: hop, armpjes, eraf, hop, beentjes eraf, en hop.’ Met een achteloos gebaar wierp hij de restanten van het denkbeeldige poppetje over zijn schouder. Enkele minuten later stond ik totaal beduusd alweer op straat. En nog wat later werd ik voor de eerste, maar zeker niet de laatste keer aan de deur gezet bij de Jongsocialisten. Ik werd de draaideurdissident van de sociaaldemocratie.
Parasieten
Die sociaaldemocratie was en is namelijk erg bedreven in het verwijderen van recalcitrante elementen. Vooral jongeren van de trotskistische snit werkten de partijleiders danig op de zenuwen. Ze opereerden namelijk niet alleen maar waren georganiseerd als een partij in de partij. Een beetje zoals de partijtop zelve, maar dan aan de onderkant van de sociaaldemocratische piramide.
Het buiten de deur houden van de Ensoriaanse stoet van opportunisten, parasieten, charlatans en profiteurs die steeds weer komen aankloppen lijkt iets moeizamer te verlopen. De sociaaldemocratische toren van Babel, ooit opgetrokken door loonslaven die zichzelf wilden bevrijden, kraakt en steunt onder hun toenemend gewicht. Alsmaar luider naarmate je hoger klimt in dat megalomane bouwsel.
Toch gebeurt het maar zelden dat er meteen een volledige zuilengalerij tegen de vlakte gaat zoals nu. 600.000 euro met de keer graaien ze nu uit de handen van die opportunisten, stijlvol verpakt in tassen van Louis Vuitton. Een bedrag van dezelfde grootorde als het geld dat ik doorheen mijn levenslang links engagement in die beweging heb gestopt. Achteraf gezien bleek dat dus net genoeg om er welgeteld één parasiet mee uit te betalen. Je hebt gelijk Jos: jong zijn is een ziekte die overgaat. Het is over. Geef mij een mes. Ik wil deze zwarte, zieke plek uit mijn lichaam wegsnijden.
Halve zolen
Klink ik verbitterd? Dat zou wel eens kunnen. Je zou van minder. En toch bloedt mijn sociaaldemocratisch hart. Hoe komt het toch dat wij zo vatbaar zijn voor smerige ziekten zoals corruptie? Het is een banaal natuurlijk proces. Er zijn nog wel meer bloemen die in de knop worden gesmoord door de bladluizen, maar de roos blijkt telkens opnieuw bijzonder kwetsbaar. Volgens mij komt het omdat de arbeidersbeweging een alternatieve pikorde vormt. De Internationale is uitgegroeid tot een transnationale firma waarin mensen kunnen gedijen die het in een kapitalistisch bedrijf niet ver zouden schoppen, terwijl ze dat in feite toch zouden willen. Halve zolen dus. Ook de vakbond lijdt onder dat fenomeen.
Mensen die werken in bedrijven en organisaties met een syndicale vertegenwoordiging weten dat er twee verschillende soorten vakbondsafgevaardigden bestaan. De eerste soort – gelukkig nog steeds in de meerderheid – zijn noeste werkers en gewaardeerde collega’s die na hun dagtaak ook nog eens de individuele en collectieve problemen van de werknemers mee naar huis nemen om er in hun vrije tijd mee aan de slag te gaan. De tweede soort zijn zij die zich graag drukken, en die de ontslagbescherming van de werknemersvertegenwoordigers als een comfortabele schuilhut beschouwen. Niet zelden zijn het dezelfde die voetzoekers laten ontploffen in hun eigen betogingen en daarmee collega’s syndicalisten opzadelen met levenslange tinnitus. Het zijn de kutsyndicalistjes die het verbrodden voor de anderen.
A fortiori geldt dat voor de partij, waar de kameraden nog veel dichter aanschurken bij the powers that be, en waar de verleiding van dampende vetpotten nog vele malen groter is. In het verleden lepelden ze de carrièristen daar zelfs actief naar binnen, zoals onder het rampzalige voorzitterschap van Patrick Janssens.
Parallel universum
De grove-borstel-retoriek van Johan Sanctorum mist dat punt volkomen en speelt zich tevens af in een parallel universum, waarin de Europese Unie een volledig door sociaaldemocraten uitgetekende en beheerde constructie is. Quod non. De EU is in eerste instantie een vrijhandelszone en deels ook een muntunie. Een neoliberaal project, waarvan de sociale, diplomatieke en militaire bovenbouw grotendeels onafgewerkt is gebleven. Ook daar betalen we nu de prijs voor. Terwijl er helaas geen alternatief is, noch voor meer Europese integratie, noch voor de sociaaldemocratie.
Dus Johan Sanctorum, maakt dat ge van mijn erf zijt! Binnenkort zitten we in de laatste rechte lijn naar 2024. Ondanks alle corruptieschandalen en andere bedenkelijke fenomenen in en om de partij ben ik niet meer van plan om mij het rolletje van luis in de pels te laten aanmeten. De Vlaamse socialisten zijn voor het eerst sinds lang verenigd. En mijn eigen lei is proper. Tot spijt van wie het benijdt.