JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Schizofrenie bij progressieve feministen

Philip Roose13/11/2018Leestijd 6 minuten
David Hume, de Schotse conservatieve filosoof die de Furia’s beter eens zouden
lezen

Mary Evans Picture Library / Reporters

David Hume, de Schotse conservatieve filosoof die de Furia’s beter eens zouden lezen Mary Evans Picture Library / Reporters

foto © Mary Evans Picture Library / Reporters

Furia-feministen fulmineren tegen het conservatisme zonder te weten waar dat voor staat.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In het artikel ‘Is een progressief vrouwbeeld houdbaar in tijden van groeiend conservatisme?’ (KnackWeekend.be van 11/11/2018, betaalmuur) door Eva Kestemont verklaart Sofie De Graeve (activiste bij de feministische denktank Furia) het volgende: ‘Als extreemrechtse groepen nog groter zouden worden, is dat absoluut bedreigend. Hoe meer vrouwonvriendelijke uitlatingen ze doen, hoe meer de drempel verlaagt voor anderen om dat ook te doen.’

Sofie De Graeve kent blijkbaar het verschil niet tussen extreemrechts en conservatief. Zij is niet de enige trouwens, want in het progressieve kamp maakt men al jaren, al dan niet bewust, het onderscheid niet meer. Zowel De Standaard, De Morgen als Knack gebruiken rechts-conservatisme, extreemrechts en rechts-populisme voortdurend door elkaar. Ook sommige mediagenieke politicologen durven wel eens de mist in te gaan. Deze begripsverwarring doen hun geloofwaardigheid alvast geen goed.

Cultuurrelativistisch extremisme

De muzikant Wim Claeys deed het onlangs ook in het Radio1-programma Touché: ‘Het Vlaams Nationaal Jeugdverbond maakt er geen geheim van dat het kinderen wil opvoeden tot rechts-conservatieve nationalisten. Dat is een vorm van kindermishandeling’. Hij bedoelt extreemrechts, maar zegt rechts-conservatief. Of het VNJ inderdaad extreemrechts is, daarover valt te discussiëren, maar naar progressieve normen valt alles wat met Vlaams-nationalisme te maken heeft automatisch in die categorie.

Het autoritarisme komt vandaag echter niet alleen uit extreemrechtse hoek. Wim Claeys wil blijkbaar ouders die niet meestappen in het cultuurrelativistisch verhaal de voogdij over de eigen kinderen ontnemen. Benieuwd of sociaal-conservatieve moslims of orthodoxe Joden ook geviseerd zullen worden wanneer men dit in de praktijk gaat omzetten, want de progressieve ode aan de diversiteit stopt daar waar ‘witte’ mensen het centrum ter rechterzijde overschrijden.

Abortuswetgeving

Terug naar het artikel in Knack. Sofie De Graeve verwart daarin vrouwenrechten, namelijk het gelijke recht op keuzevrijheid voor de vrouw, met gendergelijkheid en het recht op abortus. Zo fulmineert deze ‘furia’ (Italiaans voor ‘woede’) tegen de beslissing van de Amerikaanse president Trump om buitenlandse ngo’s die abortus aanbieden niet meer te financieren, en tegen de verstrenging van de abortuswet door de conservatieve Poolse regering.

Zonder het debat te willen openen over hoe ‘liberaal’ de abortuswetgeving moet zijn, hoeft men heus niet ‘extreemrechts’ te zijn om een zekere afkeer te hebben van de onverdraaglijke oppervlakkigheid van progressieve feministen zoals De Graeve wanneer ze praten over dit onderwerp. Conservatieven beschouwen het ‘leven’ als een mirakel, al dan niet in de religieuze betekenis, en zeker niet als een ‘last’ voor de vrijheid van vrouwen. Een echte solidaire samenleving vermindert de impact van deze vooral voor de vrouw ingrijpende verandering, en zet in op preventie van ongewenste zwangerschappen, niet op het minimaliseren van de rechten van ongeboren kinderen of het inzetten van abortus als contraceptie.

Genderstudies

De Furia-activiste vindt  het ook schandalig dat in Hongarije onlangs de genderstudies aan de universiteiten werden geschrapt. Zoals Othman El Hammouchi reeds vorige maand schreef op Doorbraak  zijn genderstudies gecorrumpeerd door postmoderne doctrines over de sociale constructie van waarheid en wetenschap. Omdat onze samenleving gelukkig structurele discriminatie van vrouwen grotendeels heeft weggewerkt, moeten progressieve feministen zoals De Graeve op zoek gaan naar ‘onderbewuste’ of ‘verstopte’ ongelijkheid om toch maar aan te kunnen tonen dat onze maatschappij seksistisch is. Zonder slachtoffers weten zij namelijk geen blijf met hun overschot aan empathie. Indien men gender definieert als het geheel van maatschappelijke verwachtingen en percepties die verbonden worden aan beide geslachten, dan kan men daar inderdaad een objectieve studie van maken, best gecombineerd met biologische en gedragspsychologische inzichten.

Onderdrukkend rollenpatroon?

Ook volgens De Graeve  lijden vrouwen nog steeds onder het klassieke rollenpatroon, en willen de meesten dat veranderen. Indien dit inderdaad correct is, ben ik alvast benieuwd naar statistisch onderzoek terzake. Of het klassieke rollenpatroon onderdrukkend is, in een land waar iedereen de vrije keuze heeft over de eigen invulling van het leven, lijkt mij twijfelachtig.

Het is belangerijk dat een koppel afspraken maakt in het huishouden waarin beide zich kunnen vinden. De overheid heeft zich niet te moeien met de verdeling van de dagdagelijks karweien in het gezinsleven, noch moet de vrije en bewuste keuze van een vrouw om een traditionele rol op te nemen gestigmatiseerd worden als een lijdensweg of onderdrukking. De taak van de regering is de keuzevrijheid van de vrouw te garanderen, niet alleen met woorden (of wetten) maar ook met daden. Feministische activisten zouden beter pleiten voor meer vluchthuizen, betere sociale begeleiding en gemakkelijkere toegang tot bescherming voor vrouwen die uit hun onderdrukkend milieu, van welke kleur die ook is, willen vluchten.

Geen conservatieve vrouwen?

Volgens journalist Eva Kestemont zijn vrouwen een minderheid op de ledenlijsten van rechtse en conservatieve bewegingen: ‘Het conservatief pamflet dat Philip Roose afgelopen zomer lanceerde, werd bijvoorbeeld door slechts vijf exemplaren ondertekend, tegenover veertig mannen.’ Vijf exemplaren. U zou als man eens zo over een vrouw moeten spreken, maar dit terzijde.

Het stuk op Doorbraak is niet ‘het conservatief pamflet van Philip Roose’, maar had meerdere auteurs. Kestemont had dit kunnen weten indien ze haar werk als journalist grondig had gedaan en bijvoorbeeld mij had gecontacteerd. Maar blijkbaar ligt de norm bij de nieuwe lichting Knack-redacteurs niet zo hoog de laatste tijd, en is het niet meer nodig de mensen waarover men schrijft te contacteren.

Waarom er ‘maar’ vijf vrouwen onder het stuk staan, heeft drie redenen. Ten eerste is er niet specifiek naar vrouwen gezocht, maar werden willekeurig mensen gecontacteerd waarvan men dacht dat ze achter de boodschap van het manifest stonden. Ten tweede zijn vrouwen jammer genoeg over het algemeen minder in politiek geinteresseerd, en zijn zij in mijn politieke kennissenkring helaas nog steeds een kleine minderheid. Een kleine rondvraag bij lokale politieke partijen over hoe moeilijk het is om vrouwen te vinden die op de kieslijsten willen staan, is hierbij zeer verhelderend. Ten derde worden vrouwen minder aangesproken door het conservatisme omdat de voornamelijk progressieve media en opiniemakers aan deze stroming een reactionaire en dus vrouwonvriendelijke definitie geven. Ook verwart men steevast het ethische sociaal-conservatisme met het politieke liberaal-conservatisme.

Spontane groei en tradities

N-VA’ster Els van Doesburg legt gelukkig even verder in het Knack-artikel de vinger op de wonde: ‘Ik denk dat veel mensen denken dat de vrouw in het conservatisme een beperkte rol in te spelen heeft. Dat klopt niet. Ik wil vooruit, ik wil niet terug naar de jaren ’50. Maar ik geloof wel in een spontane groei van de samenleving en in tradities. Dat is een visie die even aantrekkelijk is voor mannen als voor vrouwen.’ Conservatieven van de 21e eeuw pleiten niet voor vrouwen aan de haard, maar evenmin beschouwen zij die keuze als minderwaardig of onderdrukkend. In ons conservatief pleidooi pleiten we ervoor dat zaken als geslacht, leeftijd, huidskleur of seksuele voorkeur geen beperking mogen vormen om te kiezen welke plaats men in de samenleving inneemt.

Ironisch genoeg zijn het vandaag de progressieven in Vlaanderen, zowel de Furia- als de Nieuw-Vlaamse feministen, die op dit vlak kost wat kost hun visie willen opleggen. De eerste door het traditionele rollenpatroon als een pijnlijke onderdrukking voor te stellen, de tweede door bijvoorbeeld de hoofddoek op zoveel mogelijk plaatsen via wettelijke weg te willen verbieden. Voor conservatieven heeft de overheid zich niet te moeien met de keuzevrijheid van de vrouw. Integendeel, ze moet die juist garanderen. Door één visie langsheen staatswege op te leggen verkleint juist de diversiteit en de keuzevrijheid.

Gelijkheid gekaapt

Sofie De Graeve van Furia vindt  ook dat conservatieve groeperingen het verhaal van gelijkheid tussen man en vrouw kapen om te gebruiken in hun antimigratie-agenda, waarbij ze verwijst naar Theo Francken en Zuhal Demir: ‘Conservatieven hebben volgens haar geen problemen met vrouwen, zolang ze maar lijken op de gemiddelde vrouw uit de witte middenklasse.’

Zoals reeds hierboven geschreven, zijn Franken en Demir op dit vlak geen conservatieven, maar progressieven zoals De Graeve zelf, omdat zij via de overheid een ethische norm willen afdwingen die behoort tot de persoonlijke levensfeer. Dat extreemrechts en een deel van rechts in het anti-Islamdiscours de nadruk legt op het gebrek aan vrouwenrechten in de moslimgemeenschap, zeker in de niet-Westerse samenlevingen, is inderdaad correct en meestal terecht. Of die bezorgdheid nu al dan niet gemeend is, laat ik in het midden. Voor de meesten wel, voor anderen is het electoraal opportunisme. Maar eender welke feminist zou toch tevreden moeten zijn voor elke aandacht voor meer vrouwenrechten, uit welke hoek of omwille van welke reden het geuit wordt.

Het echter is vreemd dat Furia-feministen als De Graeve zoveel aandacht hebben voor de positie van vrouwen in de ‘witte’ middenklasse, en niet voor die in culturen waar er rond vrouwenrechten nog veel werk aan de winkel is.Daarenboven kan men niet enerzijds fulmineren tegen het ‘onderdrukkende’ traditionele rollenpatroon en daarnaast zwijgen over de hoofddoek, en varianten daarvan, die wel symbool staan voor  een patriarchale visie op de vrouwelijke seksualiteit. Zelfs in haar fanatieke visie op het feminisme is Sofie De Graeve niet consequent uit schrik voor het racisme-spook: de eigen ‘witte’ cultuur valt ze frontaal aan, maar voor de reactionaire of sociaal-conservatieve aspecten in de ‘niet-witte’ cultuur is ze blind. Deze vorm van schizofrenie is inherent aan het cultuurrelativisme.

Visie niet opleggen

Een conservatief kan echter perfect een moderne visie van de vrouw verdedigen zonder daarom deze te willen verplichten aan iedere vrouw. David Hume benadrukte dat politiek moet gaan over concrete beleidsvragen en niet over het beslechten van de ultieme waarheid. Conservatisme in de 21e eeuw is daarom zeker niet tegen vrouwenrechten, integendeel, wel tegen positieve discriminatie zoals quota op basis van huidskleur, afkomst of geslacht.

Daarenboven wil de conservatief een vrijheids- en verantwoordelheidscultuur garanderen, door het stimuleren van burgerschap en het respect voor de democratische beginselen. Men maakt geen kostbaar weefsel door een (progressieve) visie met geboden en verboden tot in de huiskamer op te leggen, of met het verlenen van voorrechten aan allerhande minderheden, wel door met elkaar te leven en een gedeeld waardenkader te scheppen als fundament voor onze Vlaamse samenleving. Zoals de wijze Dalai Lama placht te zeggen: ‘Waar het verstand ophoudt, begint de woede.’ Of de Furia.

Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Samen met Joost Houtman schreef hij het boek 'Bella Figura: Waarom de Italianen zo Italiaans zijn?' (Uitgeverij Vrijdag; verschijnt 31 mei 2018).

Meer van Philip Roose

Woorden scheppen de realiteit, of toch de perceptie ervan. Philip Roose over de instrumentalisering van taal.

Commentaren en reacties