Spanje, land van institutionele corruptie
Mariano Rajoy
foto © Reporters
Spanje kent een corrupte politieke cultuur. Het land wordt dan ook geleid door een corrupte eerste minister. Christophe Bostyn licht toe.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet nieuws uit Spanje wordt nu al een half jaar hoofdzakelijk overheerst door de gebeurtenissen in Catalonië. Ander belangrijk nieuws dreigt daardoor in de schemering te komen. Iets wat de Spaanse premier Mariano Rajoy en zijn regering wel goed uitkomt. Spanje heeft immers een enorm probleem: het wordt geleid door een corrupte premier en corrupte regeringspartij. In elk ‘normaal’ land had de voltallige regering al lang moeten aftreden, voor het gerecht verschijnen en zou de kiezer de regeringspartij electoraal naar de prullenmand hebben verwezen. In Spanje niet. Franco’s minister van ‘Toerisme en Voorlichting’ Manuel Fraga liet het in 1960 al aan de wereld weten: ‘Spain is different!’
De Spaanse corruptiegordel
De Spaanse politiek wordt al decennia geplaagd door corruptiezaken, of het nu van de socialistische PSOE of conservatieve Partido Popular is, of het nu de centrale regering is of een regering van een autonome gemeenschap, de corruptie is endemisch. De zaak die nu vooral van belang is of zou moeten zijn is de zaak Gürtel. Zou moeten zijn, want de gevestigde –door de staat gesubsidieerde- pers verzwijgt veelal de gebeurtenissen over het corruptienetwerk in Rajoy’s partij dat sinds 1999 ongestoord zijn gang kon gaan. Zo werd een bedrijvennetwerk opgezet door Francisco Correa, een ondernemer verbonden aan de Partido Popular van toenmalig eerste minister José Maria Aznar. Correa zou het brein worden achter een web van schimmige bedrijven dat in ruil voor commissies van 3-4% ervoor zorgde dat openbare aanbestedingen bij de juiste bedrijven terecht kwamen. Conservatieve politici en ambtenaren werden daarbij omgekocht.
De Spaanse premier is corrupt
Het systeem werd zo succesvol dat de Partido Popular er een dubbele boekhouding op nahield ter waarde van miljoenen euros, geleid door de ex-schatbewaarder Luís Barcenas. Zo werd duidelijk dat het hoofdkantoor van de PP in Madrid, de verkiezingscampagnes van Rajoy en illegale ‘vergoedingen’ voor o.a. een zekere ‘M. Rajoy’ werden betaald met corruptiegeld. Luís Barcenas bevindt zich in vrijheid sinds januari 2015, na het betalen van een borgsom van €200.000. Barcenas weet veel: de PP betaalde in het begin van het onderzoek (2010) zijn advocaat. Eerste minister Rajoy getuigde ook zijn sympathie aan zijn oud-penningmeester in 2013, toen hij Barcenas moed in sprak in enkele sms’jes, kort voor deze voor het gerecht moest verschijnen. “Wees sterk, Luís”, was de slotboodschap die Rajoy hem wou meegeven. Het gerechtelijk onderzoek naar Gürtel is, na 10 jaar, nog steeds niet afgesloten, ondanks de verpletterende bewijslast.
Collectief geheugenverlies
In 2013 publiceerde El País de ‘Documenten van Barcenas.’ ‘M. Rajoy’, ‘R. Rato’, ‘D. Cospedal’, ‘Jaime Mayor’, ‘J. M.’ zijn enkele van de nauwelijks verhullende codenamen die opduiken in de zwarte boekhouding van de Partido Popular. Tot op heden heeft het gerecht het moeilijk om ‘M. Rajoy’ te koppelen aan huidig eerste minister Mariano Rajoy, die gedurende 11 jaar jaarlijks €25.200 aan zwart geld ontvangen zou hebben. Rajoy verscheen vorige zomer voor de rechtbank om een verklaring af te leggen. De rechtbank behandelde hem met fluwelen handschoenen en liet verschillende kritische vragen niet toe. Mariano Rajoy, sinds 2004 partijvoorzitter, verklaarde absoluut niets af te weten van de financiering van zijn partij en zijn verkiezingscampagnes.
Wie is ‘R. Rato’? Zou het Rodrigo Rato kunnen zijn? Oud-IMF-baas, vice-eersteminister en minister van Economie onder José Maria Aznar, later directeur van een van Spanje’s grote banken Caja Madrid-Bankia, tijdens de crisis met belastinggeld gered. De aristocraat Rodrigo Rato werd in 2015 opgepakt voor een andere corruptiezaak, de ‘Zwarte Kaarten’. Via –letterlijk zwarte– kredietkaarten konden hij en andere kopstukken van Bankia uitgeven waar ze zin in hadden. Rato werd in 2015, in afwachting van de rechtszaak, vrijgelaten zonder voorwaarden. Het andere kopstuk van die zaak, Miguel Blesa, stierf in verdacht omstandigheden. De officiële verklaring luidt dat hij zelf een einde maakte aan zijn leven. Meer dan twaalf personen gelinkt aan de zaak Gürtel stierven nu al de voorbije jaren, om verschillende redenen behalve ouderdom.
‘D. Cospedal’, een andere hersenkraker. Zou het María Dolores de Cospedal kunnen zijn, huidig minister van Defensie? Kan ‘Mayor Oreja’ gelinkt worden aan Jaime Mayor Oreja, de oud-minister van Binnenlandse Zaken en oud-EU-parlementslid? Een andere Mayor Oreja verschijnt dan weer in de lijst van betalers: José Mayor Oreja draagt als constructiemagnaat bij aan de zwarte kas van de PP. José en Jaime zijn broers.
‘J. M.’ lijkt dan weer een moeilijke. De eerste documenten van de zwarte boekhouding van de PP gaan terug tot 1990 en stopt in 2008, wanneer het gerechtelijk onderzoek begint. Wie was 14 jaar voor Mariano Rajoy partijvoorzitter van de PP? José Maria Aznar, Spaans premier van 1996 tot 2008. José Maria Aznar was de opvolger van Manuel Fraga, de minister onder Franco verantwoordelijk voor toerisme en persvoorlichting (lees: censuur). ‘Spain is different’, weet u nog?
Het gerecht handelt nauwelijks
De zaak Gürtel is zonder twijfel het topje van de corruptie-ijsberg. Honderden corruptiezaken telt Spanje. De PP alleen al heeft zo’n 380 politici betrokken in corruptiezaken. Manuel Morocho, hoofdinspecteur van de UDEF (Eenheid van Economische en Financiële Misdaden, Spaanse Nationale Politie), verklaarde op 7 november 2017 dat “bewijzen aangeven dat Mariano Rajoy en secretarissen-generaal van de PP betalingen ontvingen afkomstig van de dubbele boekhouding van de PP in het kader van het [corruptie]netwerk Gürtel.” Hij gaat zo ver te verklaren dat “er bewijzen bestaan die aantonen dat de structuur van de Partido Popular antwoordt aan het profiel van een criminele organisatie.” Deze voor de PP en Rajoy vernietigende verklaringen zagen nergens de hoofdtitels in het nieuws. Enkel op de sociale media ging deze zoveelste bevestiging rond dat Rajoy en zijn Partido Popular tot over de oren in corruptie verwikkeld zitten. Het gerecht heeft het, ondanks de duidelijke bewijzen, lastig om te handelen. Hoe komt dit toch?
Spanje is echt anders
Om te begrijpen hoe dit mogelijk is, moeten we terug naar de –grotendeels gefaalde– transitie van dictatuur naar democratie. In tegenstelling tot Duitsland en Italië bleven in Spanje de franquisten gewoon zitten. In ruil voor de vrijlating van de politieke gevangenen kregen ze zelfs amnestie voor hun misdaden (zelfs voor misdaden tegen de mensheid). Francisco Franco had met zijn dictatuur de structurele corruptie hersteld: de elites gebruikten de staat als oudsher om zich te verrijken. Lluc Salellas i Vilar, journalist en politicus (van het radicaallinkse CUP) deed er een onderzoek naar. Hij nam 100 stalen: 100 kinderen en kleinkinderen van de laatste ministers onder het Franco-regime en nam hun professionele carrière onder de loep. In de hoogste regionen van de macht bevinden ze zich één voor één: in de magistratuur, de politiek, de hoge ambtenarij, de hoogste economische beslissingsorganen, het bedrijfsleven (vooral voormalige staatsbedrijven), de sportorganisatie, de financiële en bankensector, overal.
De corruptiecultuur is in Spanje altijd een staatscultuur geweest, een staatscultuur die niet verdwenen is met de dictatuur, zoals zoveel andere zaken. Die verdween ook niet met het EU-lidmaatschap. Het laatste nieuws is dat de Partido Popular zelfs Europese fondsen zou hebben omgeleid om verkiezingscampagnes te betalen. De Europese grenzen beteken echter weinig voor de PP: in Colombia werd vorige vrijdag $5,4 miljoen bevroren op bankrekeningen van Ignacio González, voormalig minister-president van de regio Madrid, verwikkeld in nog een andere corruptiezaak.
Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.
Spanje krijgt Carles Puigdemont maar niet te pakken. Ondertussen maakt het zich ‘belachelijk’ aldus een triomfantelijke Puigdemont.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.