JavaScript is required for this website to work.
post

Spanje opnieuw naar stembus

Nieuwe verkiezingen symptoom van instabiliteit

Christophe Bostyn19/9/2019Leestijd 3 minuten
Premier Pedro Sanchez en koning Felipe VI van Spanje.

Premier Pedro Sanchez en koning Felipe VI van Spanje.

foto © Reporters / PPE

Spanje trekt voor de vierde maal in vier jaar tijd naar de stembus. Catalonië blijft een splijtzwam in de Spaanse politiek.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Spanje zal op 10 november opnieuw naar de stembus trekken voor de vierde algemene verkiezingen in vier jaar tijd. Koning Felipe VI kwam gisteren tot het besluit dat geen enkele kandidaat een meerderheid van stemmen achter zich krijgt. Pedro Sánchez (PSOE), de socialistische premier in lopende zaken, lijkt hoog spel te spelen maar zint al sinds de laatste verkiezingen van 28 april 2019 op een herhaling ervan. Dat zijn regering afhankelijk zou zijn van de Catalaanse independentisten was er voor Sánchez te veel aan. Praten met de ‘indepes’ was al voldoende voor de Spaanse rechtse partijen om Sánchez af te schilderen als een landsverrader. De Catalaanse kwestie blijft zo de splijtzwam in de Spaanse politiek.

Gunstige peilingen

Sinds Sánchez in de zomer van 2018 eerste minister werd ten koste van Mariano Rajoy (PP), was de hoofddoelstelling van zijn regering de verkiezingen winnen. De legislatuur van de Spaanse Cortes was toen immers al voor driekwart voorbij. Toen de begrotingsonderhandelingen voor 2019 uiteindelijk afsprongen, zag de PSOE-regering daarin een goed moment om vervroegde verkiezingen uit te schrijven. Rechts was verdeeld en de PSOE scoorde sinds lang niet meer zo goed. Sánchez presenteert zich sindsdien als een staatsman die houvast wil leveren en de door crisis geteisterde Spanjaarden ademruimte wil geven door – beperkte – sociale maatregelen in te voeren. In de kwestie Catalonië verlaagde hij de retorische spanning, maar hield hij toch vast aan het status quo en zwoer hij een onvoorwaardelijke trouw aan de Spaanse grondwet.

Die strategie werpt vruchten af. Peiling na peiling geeft de PSOE nu voor het eerst sinds lang opnieuw meer dan 30% van de stemmen. Dat blijft ver van de (bijna) absolute meerderheden van vroeger, maar belangrijker nog geven enkele peilingen aan dat de PSOE genoeg zou hebben aan de steun van Podemos om een regering te vormen. Dat betekent dat de stemmen van de Catalaanse volksvertegenwoordigers niet nodig zouden zijn, iets waar ze bij de socialisten hard op hopen.

Catalonië, het onopgeloste vraagstuk

In de eerste helft van oktober, na twee jaar voorhechtenis voor ‘de Jordis’, wordt de uitspraak verwacht in het proces tegen de Catalaanse politieke gevangenen. Dat verdict zal sowieso de verkiezingen beïnvloeden. Als garant van de territoriale eenheid van Spanje hoopt de PSOE ook met deze houding een electorale bonus te verzilveren. Indien ze er dan ook in slagen Podemos buiten de regering te houden — de strategie sinds de voorbije verkiezingen — zijn de staatsbelangen veilig gesteld.

Albert Rivera (Ciudadanos) deed op de valreep nog een aanbod aan Sánchez: voor drie voorwaarden was hij bereid opnieuw een regering-Sánchez mogelijk te maken. De belangrijkste voorwaarde was dat Sánchez opnieuw de Catalaanse autonomie zou schorsen door de toepassing van grondwetsartikel 155. Rivera blijft zo vaststeken in een louter anti-Catalanistische strategie die zijn partij electoraal niet meer doet renderen. In de peilingen gaat Ciudadanos er verder op achteruit, samen met het extreemrechtse VOX.

De onaantastbare status die de Spaanse grondwet heeft aangenomen, maakt dat hervormingen van die grondwet nagenoeg onbespreekbaar zijn. Een federaal Spanje, sinds lang een socialistische belofte, blijft zo een illusie. Mocht de wil al bestaan om de grondwet te hervormen, dan nog zorgen de grondwettelijke bepalingen ervoor dat dit een schier onmogelijke opdracht is. Een grondwetshervorming moet immers 2/3 in Kamer en Senaat achter zich krijgen, waarna verkiezingen uitgeschreven worden en de nieuwe kamers opnieuw dezelfde meerderheden moeten vormen. Als laatste stap moeten de hervormingen dan via een nationaal referendum goedgekeurd worden door de bevolking. Aangezien Spanje zo niet te hervormen is en het weigert het internationaal recht op zelfbeschikking toe te passen op Catalonië, zal de territoriale crisis met Catalonië blijven aanslepen en voor interne instabiliteit zorgen.

Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.

Commentaren en reacties