Rudi Dutschke, staatsvijand en linkse patriot
40 jaar geleden stierf de legendarische studentenleider Rudi Dutschke
Reporters / DPA
‘Drie kogels voor Rudi Dutschke’, een Oost-West-Duitse linkse studentenleider en journalist die stierf aan de gevolgen van een aanslag.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Rudi Dutschke spricht!‘ Deze aankondiging lokte me in oktober 1979 als piepjonge student naar de grote aula van de Rheinische Friedrich-Wilhelms-Universität Bonn. Vele honderden toehoorders verdrongen zich binnen en buiten de grote zaal om een glimp op te kunnen vangen van de legendarische studentenleider. Enkele weken later was hij dood. Op kerstavond 1979, veertig jaar geleden, stierf Dutschke aan de gevolgen van de aanslag die een opgehitste hulparbeider elf jaar eerder op hem had gepleegd. De beroemde Liedermacher Wolf Biermann verwerkte het gebeuren in het chanson Drei Kugeln für Rudi Dutschke.
Staatsvijand
De naam Dutschke zal voor altijd verbonden blijven met de studentenprotesten in het West-Duitsland van eind jaren ’60. Gevoed werd ‘1968’ door de verontwaardiging van vele jonge mensen over de Vietnamoorlog, door hun vragen bij het onverwerkte nationaalsocialistische verleden van de vadergeneratie en door hun afkeer van het als ‘autoritair’ verworpen maatschappijsysteem van de Bondsrepubliek. Retorisch talent en looks als romantisch rebel verleenden Dutschke een charisma dat zelfs tot lang na zijn agitatorisch optreden zou blijven stralen.
Als woordvoerder van de Sozialistischer Deutscher Studentenbund (SDS) riep Dutschke voortdurend op tot demonstraties. Zijn actieterrein bevond zich vooral in West-Berlijn, het ‘kapitalistische eiland’ binnen de DDR. De sfeer was er echter net omwille van de nabijheid van de gehate communistische Oost-Duitse staat de linkse studenten niet erg welgezind. ‘Geht doch rüber’, ‘ga naar de overkant’, was de veelgehoorde reactie van gewone burgers op het gewoel van de linkse studenten.
De ‘burgerlijke’ pers riep Dutschke zelf uit tot ‘Staatsfeind‘. Gewelddadige botsingen tussen linkse studenten en de politie waren schering en inslag, ‘burgerlijke’ professoren aan West-Duitse universiteiten werd vaak de mond gesnoerd, een fenomeen dat de laatste tijd zijn terugkeer beleeft, zie het geval Lucke. Dutschke zelf schuwde de discussie met ‘burgerlijke’ denkers niet. Bekend is de iconische foto waar hij samen met de liberale professor Ralf Dahrendorf op 30 januari 1968 boven op een VW-kever zit te discuteren.
Stadsguerilla
Hoe Dutschke tegenover geweld als politiek middel stond, vormt tot op heden een bron van discussie. De aanslag op zijn leven had hem in de woorden van de groene politicus Hans-Christian Ströbele tot ‘martelaar’ gemaakt. In hem een bepleiter van geweld te zien geldt dan ook als taboebreuk, schreef de christendemocratische publicist Gerd Langguth in Der Spiegel van 7 april 2008, maar Dutschke was voor hem wel degelijk een beroepsrevolutionair die droomde van een stadsguerrilla en van illegale en eventueel gewelddadige acties. ‘Holger, der Kampf geht weiter!‘ , had Dutschke in 1974 uitgeroepen tijdens de begrafenis van Holger Meins, een lid van de links-terroristische Rote Armee Fraktion (RAF) dat ten gevolge van een hongerstaking in de gevangenis overleden was. Geschrokken van de kritiek had hij zich daarna tegen het terrorisme van de RAF uitgesproken met de woorden: ‘Der Klassenkampf ist ein politischer Lernprozess. Der Terror aber behindert jeglichen Lernprozess der Unterdrückten und Beleidigten.’ Weduwe Gretchen Dutschke-Klotz zou die opvatting later bekrachtigen: ‘Er hat gesehen, dass die RAF mit ihren Anschlägen die Ziele der 1968er-Bewegung kaputtmachen würde‘ (‘Hij heeft ingezien dat de RAF met haar aanslagen de doelstellingen van de Beweging van 1968 zou kapotmaken’).
‘Linkse nationalist’
Dutschke mocht dan wel gehaat werden door rechts, bij links stootte hij daarom niet op onverdeelde bijval. Ook vandaag de dag zien sommige linksen in hem een ‘Heißsporn‘ (heethoofd) van wie er voor de toekomst niet veel te leren viel (Junge Welt), terwijl andere hem als een ‘Linksnationalist‘ afdoen, of zelfs als ‘der “Studentenführer” mit dem strengsten Seitenscheitel in der deutschen Politik seit 1945′ (‘de “studentenleider” met de strengste zijscheiding in de Duitse politiek sinds 1945’ zoals het ‘ideologiekritische’ tijdschrift Bahamas schreef).
Die hoon duidt op een huivering van de Duitse linkerzijde voor een aspect in het denken van Dutschke dat altijd onderbelicht is geweest: zijn droom van de ‘sozialistische Wiedervereinigung Deutschlands‘ die de Oost-West-tegenstelling en de hegemonie van de supermogendheden Amerika en de Sovjet-Unie zou ongedaan moeten maken. Dutschke fulmineerde niet alleen tegen het ‘Amerikaanse imperialisme’, maar ook tegen het ‘Realsozialismus‘ à la Sovjet-Unie, waarin ‘alles real ist, nur nicht der Sozialismus’ (‘waarin alles reëel is, alleen het socialisme niet’).
Vanwege de linkerzijde leverde hem dat ook het verwijt op ‘anticommunist’ en ‘contrarevolutionair’ te zijn. Die droom vertoont een zekere verwantschap met wat de DDR-filosoof Wolfgang Harich een herenigd Duitsland ‘unter sozialistischen Vorzeichen‘ (onder socialistische tekenen) noemde.
Niet bij de NVA
Misschien liggen de kiemen voor de nationale gevoelens van Dutschke inderdaad ook in de DDR, waar hij, op 7 maart 1940 geboren in Luckenwalde (Brandenburg), opgegroeid was. Toen hij 17 jaar was, had Dutschke te kennen gegeven dat hij na zijn studies niet zinnens was om vrijwillig dienst te nemen bij de Nationale Volksarmee (NVA), het leger van de DDR. De schooldirectie oefende zware druk uit op hem, maar hij verdedigde zijn beslissing in het bijzijn van de medescholieren als pacifist en vanuit zijn geloof in de Duitse eenheid en zijn weigering om op ‘landgenoten’ (de West-Duitsers) te schieten.
Journalistiek studeren in Leipzig (DDR) zat er na die dissidente geluiden voor hem niet meer in. Dutschke ging dan maar aan de slag bij de sportredactie van de Berliner Zeitung in West-Berlijn en kwam enkel in het weekend over huis naar Luckenwalde (DDR). Tot de DDR-autoriteiten op 13 augustus 1961 de Muur begonnen op te trekken. Terugkeren naar de DDR kon niet meer; uit protest tegen de Muur liet Dutschke zich in West-Berlijn als politiek vluchteling registreren. Zijn eerste politieke actie bestond uit de vergeefse poging een stuk van de Muur neer te halen.
Religieus socialist
De DDR had het politieke bewustzijn van Dutschke aangescherpt, maar in een andere zin dan ze zich had kunnen wensen. Dutschke was links, maar keerde zich tegen het socialisme zoals verkondigd door en gepraktiseerd in de Sovjet-Unie en haar satellietstaten. Opgevoed in een streng protestants milieu beschouwde hij zichzelf als een ‘religieus socialist’. Links, maar ook christen en patriot, daarin zag de cultuurwetenschapper Rüdiger Hentschel de betekenis van Dutschke als tegengewicht voor de Duitslandhatende linkerzijde: ‘Dutschkes ,unvollendete deutsche Befreiungsgeschichte‘ ist der Gegensatz zu ,Nie wieder Deutschland‘“. (‘De “onvoleindigde Duitse bevrijdingsgeschiedenis’ van Dutschke is de tegenstelling tot ‘Nooit meer Duitsland”‘) (geciteerd naar Cicero).
Tags |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.