Stop Khattabi als opperrechter
Weerstand tegen Khattabi racistisch?
Zakia Khattabi: ex-kandidaat Grondwettelijk Hof
foto © Reporters
Ecolo wil Khattabi als opperrechter. Waarom is dit een slechte keuze voor de geloofwaardigheid van het staatsrecht?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet ziet er naar uit dat Zakia Khattabi het Grondwettelijk Hof zal vervoegen. En dat is tegen de zin van de N-VA – iets wat natuurlijk racistisch is volgens Links Vlaanderen. Khattabi wordt inderdaad best niet geïnstalleerd als opperrechter, maar met discriminatoire overwegingen heeft dit niets te maken.
Vreemde constitutionele eend
Waarom moet mevrouw Khattabi een zitje in het Grondwettelijk Hof ontzegd worden? Daarvoor moet men de wordingsgeschiedenis van het Grondwettelijk Hof kennen. Het Belgisch constitutioneel hof is de vreemde eend in de bijt die onze rechterlijke macht is. Het neemt een unieke positie in door haar bevoegdheid wetgeving van de verschillende parlementen die ons land rijk is te vernietigen. Een volledige uitwissing, erga omnes, soms ook retroactief. Recente voorbeelden waren de veralgemeende correctionaliseringsmogelijkheid van minister Geens (de zogenaamde. Assisenhervorming), de effectentaks en (een deel van) de transgenderwet.
Deze mogelijkheid gaat naar de kern van ons grondwettelijk bestel: een niet-verkozen collectief van 12 rechters kan het resultaat van de wetgevende arbeid van onze door verkiezingen gelegitimeerde wetgevende vergaderingen naar de prullenmand verwijzen. Niet min, dus. Het systeem zelf zet de deur open voor rechterlijk activisme. Enerzijds door de levenslange benoeming en een totaal gebrek aan een verantwoordingsplicht aan de bredere lagen van de bevolking. Anderzijds door de materie waarover het Grondwettelijk Hof op reguliere basis gevraagd wordt uitspraak te doen.
Superscheidsrechter
De bread and butter van het Hof is de grondwettelijkheid van wetten, decreten en ordonnanties nagaan. Historisch gezien was dit in de eerste plaats nodig om een neutrale arbiter te doen oordelen over de bevoegdheidsverdeling tussen de deelstaten en de federale staat enerzijds en de gewesten en gemeenschappen onderling anderzijds. De aanzet tot federalisering van het tot dan toe unitaire België behoefde een scheidsrechter die de respectievelijke overheden zou terugfluiten wanneer zij zich binnen de bevoegdheidsdomeinen van een andere overheid zouden begeven. Daar waar bevoegdheidsdevolutie in de eerste plaats een politiek spel is wanneer bedisseld wordt wie wat mag doen, is het niet de federale regering maar ons constitutioneel hof dat zal bepalen wat door de federaliseringsakkoorden ‘bedoeld werd’. Potentieel explosieve materie, dus.
Een tweede materie waarmee het grondwettelijk hof een politiek zeer gevoelige rol werd toebedeeld, is het mensenrechtencontentieux. De positieve bijklank waarvan woorden als ‘mensenrechten’, ‘gelijkheid’ en ‘vrijheid’ genieten, verdoezelen soms de consequenties die een te ruime invulling ervan kunnen teweeg brengen. Mensenrechten zijn dan ook het favoriete speelterrein van creatieve advocaten. De enorm ruime – of vage – formulering van grondrechten die in se inderdaad tot de kern van een democratische rechtstaat behoren, biedt een politiek gemotiveerde advocaat of rechter evenwel een interessant wapen aan om bepaalde regelgeving van tafel te vegen.
Een stropop argument dat door, voornamelijk linkse, activisten wordt gehanteerd om critici van een dit potentieel misbruik de mond te snoeren bestaat uit het verwijt dat zij ‘niet om mensenrechten zouden geven’. Dit is manifest onjuist. Niet op zijn minst omdat het aanstippen van een risico iets is dat iedere jurist – dus niet mevrouw Khattabi – als een eerste reflex heeft. Het anticiperen op potentieel misbruik van een instituut dat een in se nobel doel nastreeft is geen kritiek op het instituut an sich, maar gaat net uit van een bekommernis om de integriteit van en het respect voor dit instituut – in casu de Belgische grondwet en het grondwettelijk hof – te vrijwaren van goedkope, populistische aanvallen.
Politiek personeel
Dan rest de vraag wie we als natie naar een instelling met een dermate belangrijke functie moeten afvaardigen. Zoals ik reeds in een eerder artikel uiteenzette, koos de Belgische bijzondere wetgever voor een mix van het neusje van de zalm van de vaderlandse juristen enerzijds en oud-parlementsleden anderzijds.
Een belangrijke overweging om ex-parlementariërs mede de rechtspraak van het grondwettelijk hof vorm te laten geven, was om een vernietigingsdrift vanwege de beroepsrechters tegen te gaan. Als oud-leden van de verschillende parlementen zou dit politiek personeel een rem kunnen zijn op rechterlijk activisme. Zij zouden immers beter op de hoogte zijn van de gevoeligheden en de compromissen die speelden bij de totstandkoming van formele wetgeving. Een rechterlijk orgaan zou door het hanteren van een te grove borstel dit resultaat van een delicaat proces van tafel vegen, met de ongewenste gevolgen van dien. Beman een orgaan dat wetgeving kan vernietigen met leden die zelf direct of indirect betrokken waren bij de totstandkoming ervan en die neiging zal wel getemperd worden, zo was de redenering.
Nu ben ik geen voorstander van politiek personeel in onze belangrijkste rechterlijke instelling. Maar als we dan toch (voormalige) politici naar het grondwettelijk Hof sturen moeten dit op consensus gerichte oud-parlementariërs zijn. Charisma, strijdlust en ideologische zuiverheid zijn dan misschien wel troeven voor de gemiddelde lijsttrekker, het zijn verschrikkelijke karaktereigenschappen voor een rechter. Die vliegt best onder de radar, is zich bewust van de nood aan legitimiteit die zijn rechtspraak op lange termijn zal moeten verkrijgen en kan bij het aantrekken van de blauwe toga zijn politiek verleden achter zich laten – of probeert dit tenminste. Mevrouw Khattabi is een warrior – iets wat ik respecteer. En net daarom – naast haar gebrek aan juridische vorming – moet zij zo ver mogelijk van de politiek meest gevoelige arm van onze rechterlijke macht worden gehouden.
Erosie van staatsrecht
Wilt u politiek gemotiveerde aanvallen op de rechtspraak van het grondwettelijk hof aanmoedigen? Benoem Khattabi. Bent u voorstander van een verdere erosie van onze staatsrechtelijke instellingen? Benoem Khattabi. En vindt u virtue signalling naar uw partijleden belangrijker dan ervaring en kennis, benoem dan Khattabi.
Laat mij nog afsluiten met een tip. Schilder tegenstanders van mevrouw Khattabi niet af als racisten die een woman of color niet zouden willen zien schitteren aan de top van een van onze drie staatsmachten. Dan bevordert u niet enkel de erosie van het vertrouwen in de rechterlijke macht, maar ook de degeneratie van het publiek discours. Een lichtzinnige beschuldiging van racisme eindigt immers iedere conversatie, ieder debat. Politiek wordt een pure power play waarbij iedereen zich op tribale wijze terugplooit op basis van zijn politieke identiteit. En two can play this game.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Roan A. Asselman is de opinieredacteur en Amerikacolumnist van Doorbraak. Samen met David Neyskens produceert hij de podcast 'Amerika In Alle Staten'. Roan schreef 'Amerika Ontrafeld. Over de cultuurstrijd die een natie verscheurt' (Doorbraak Uitgeverij).
Als de democratie niet luisteren wil, zal ze voelen.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.