JavaScript is required for this website to work.
post

Taksjager: de zoektocht naar de fiscale graal

Lode Vereeck zet bakens uit voor renovatie Belgische belastingstelsel

Kristof Willekens27/2/2019Leestijd 9 minuten
Lode Vereeck na zijn gedwongen vertrek bij Open Vld: ‘Ik ben zeker kritisch
geweest, maar heb nooit op de man gespeeld’

Lode Vereeck na zijn gedwongen vertrek bij Open Vld: ‘Ik ben zeker kritisch geweest, maar heb nooit op de man gespeeld’

foto ©

Met zijn nieuwe boek ‘Takjsjager’ gooit professor en senator Lode Vereeck meer dan een steen in de fiscale kikkerpoel. Een interview over het nieuwe fiscale ideaal: de unieke transactietaks.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Lode Vereeck is professor fiscale economie in Limburg en senator voor Open Vld. Gisteren werd zijn nieuwe boek voorgesteld in de Senaat. Veel leden van denktanks en politieke studiediensten kwamen hun licht opsteken. In Taksjager schuift Vereeck een model naar voor voor een uniek en nieuw belastingstelsel dat vooral eenvoudig en eerlijk moet zijn.

Doorbraak: Taksjager is een schoolvoorbeeld van hoe een boek geschreven moet worden: een helder verhaal met samenhang tussen al de deelverhalen en een uitmuntend oog voor detail. Scheppen is lijden. Geldt dat ook voor Taksjager en zijn auteur?

‘De totstandkoming van het boek is een lang proces geweest. De eerste versie was klaar in de zomer van 2017. In september van dat jaar heeft een anonieme referent het manuscript al eens doorgelezen en hij vertelde me dat het leek alsof boek geschreven was door twee Lodes: Lode de politicus en Lode de academicus. Het boek hinkte op twee benaderingen. Een gevoel dat ik zelf ook ervoer. De woorden van deze referent brachten me ertoe het boek even te laten rusten. Een zestal maanden later leerde ik de mensen van Uitgeverij Vrijdag kennen. Dit betekende de doorstart. Ook zij voelden de dualiteit in het manuscript aan. Voor hen kwam het er gewoon op aan om de boodschap verhalend neer te schrijven zoals tijdens onze lange gesprekken of op mijn lezingen. En zo geschiedde. Door ziekte zou het nog een jaar duren voor het manuscript drukklaar was. Ik dank de uitgeverij dan ook voor haar geduld.’

Het is dus uitdrukkelijk geen academisch boek geworden. Vrij vertaald: een boek voor iedereen?

‘Zeker en vast! Fiscale voorkennis hebben is uitdrukkelijk geen vereiste! Net zo min als veel dure woorden kennen. Het boek is gewoon geschreven voor mensen die zich zorgen maken over de staat van ons belastingstelsel. Het is natuurlijk niet geschreven in spreektaal, maar wel in een vurige en passionele vorm. Het is geschreven als een zoektocht. Als een jacht. Een dubbele jacht. Een jacht enerzijds op alle belastingen die we eigenlijk zouden moeten afschieten wegens te ingewikkeld, te zwaar, te onrechtvaardig. Maar anderzijds zeker ook een jacht op de fiscale graal. Die ons economen nu al drie eeuwen drijft. Een unieke taks – l’impôt unique – die alle andere zou kunnen vervangen.’

Eric en zijn vrienden

Je bent al langer een gezaghebbende stem ter zake. Wereldberoemd is je dubbele grafiek ten tijde van de tax shift. Was er een bepaalde aanleiding om de pen ter hand te nemen en ook een boek te gaan schrijven?

‘Die is er inderdaad. In de zomer van 2014 was ik uitgenodigd bij ACV-Limburg. Ik kreeg daar een stapel handtekeningen mee van een petitie voor een meer rechtvaardige fiscaliteit. CD&V was zich op dat moment en ook later in de eerste twee jaar van de regering-Michel in de persoon van Eric Van Rompuy ook onafgebroken aan het roeren over dit thema. Met als zoemwoord steevast de meerwaardenbelasting. Het klopt natuurlijk dat in de meeste andere landen zo’n meerwaardenbelasting bestaat. Je zou dus die aberratie kunnen wegwerken in naam van een rechtvaardige fiscaliteit. Maar als je dat in België doet zonder de juiste randvoorwaarden, komt het gewoon neer op een platte belastingverhoging in een land dat in alle belastingsvormen (ook op kapitaal) al tot de top behoort. Zoals bekend, ging ik in die periode de boer op met een presentatie over de tax shift. Steeds weer stelde ik vast dat de tax shift te lijden had onder “onbekend is onbemind”. Deze twee zaken brachten me er dan toe om het boek te schrijven.’

Mogen we zeggen dat de ervaringen van de politicus Lode Vereeck de academicus in Lode Vereeck hebben doen beseffen dat het vooral een kwestie was van alles beter uit te leggen?

‘Dat vat het mooi samen. Het werk als senator is toch anders, minder hectisch dan als volksvertegenwoordiger. De Senaat is veel minder onderhevig aan de waan van de dag. Dat geeft tijd en ruimte voor reflectie. Op de sociale media, in het bijzonder Twitter, zie je telkens de heisa als er weer eens een nieuwe taks of belasting wordt ingevoerd of een bestaande gewijzigd. Veel van de reacties zijn overigens terecht, laat dat duidelijk zijn. Maar de storm gaat even snel liggen als hij gekomen is. Ons belastingstelstel is te ingewikkeld, er is te weinig fiscale stabiliteit en dus rechtszekerheid en eerder dan te kiezen voor een grondige hertekening kiezen we voor bijkomende koterij om een antwoord te bieden op een maatschappelijke vraag.  Ons land heeft geen nood aan een zoveelste fiscale reparatie, maar aan een volledig nieuw belastingstelsel op maat van de digitale wereld van de 21ste eeuw.’

Taksjager: drie principes

En dus kwam er een boek. Hoe is het opgebouwd?

‘Het begint met de vaststelling dat ons belastingstelsel een onvoorstelbare fiscale jungle (geworden) is. Dat de fundamenten dateren van in de jaren 50 en 60 en het bijgevolg helemaal niet meer aangepast is aan de moderne tijd. Dat is natuurlijk een open deur intrappen.

Meer in het algemeen liggen er drie principes ten grondslag aan het boek en aan de zoektocht naar de fiscale graal.’

Jozef Schumpeter: de onafgebroken wisselwerking tussen weerspiegelen en vormen

‘Het eerste principe is ontleend aan de Oostenrijkse econoom Schumpeter. Hij stelt dat het belastingstelsel de weerspiegeling is van de samenleving. Neem de belastinghervorming van 1962 met de tax split tussen man en vrouw. Die was ingegeven door de intrede van de vrouwen op de arbeidsmarkt. Of neem de eerste ecotaksen in de jaren’90. Zij weerspiegelen maatschappelijke evoluties.’

‘En omgekeerd vormt het belastingstelsel ook de samenleving. De tax split motiveerde meer vrouwen om betaald werk uit te oefenen op de arbeidsmarkt en de ecotaksen dreven ondernemingen naar energiebesparende en afvalzuiverende investeringen. Het is dus een onafgebroken wisselwerking van weerspiegelen en vorm geven aan onze maatschappij. Ook een nieuw belastingstelsel moet de weerspiegeling zijn van de wereld waarin wij leven en willen leven.’

Knut Wicksell: bij voorkeur unanimiteit

‘Echte grote hervormingen doe je niet bij de vleet, maar eerder elke halve eeuw. Rechtszekerheid is immers een must. Er moet een groot maatschappelijk en politiek draagvlak zijn. En dat laatste vertaalt zich in een gekwalificeerde meerderheid of zelfs unanimiteit in het parlement, wanneer de belastingen hervormd worden. Dus niet de Belgische gewoonte om na elke verkiezing in het beste geval of bij elke begroting in het slechtste geval de fiscale spelregels te wijzigen. De Nederlandse premier Mark Rutte bijvoorbeeld heeft aan het begin van deze legislatuur geprobeerd om een grote fiscale hervorming uit te werken. Al na enkele weken heeft hij zijn plannen weer opgeborgen omdat hij naar zijn gevoel de oppositie te weinig mee kreeg in zijn verhaal en hij wilde niet snel-snel een hervorming doorvoeren als louter een project van en binnen zijn meerderheid.’

Een fiscale hervorming met gesloten enveloppe

‘Taksjager is een boek over ons belastingstelsel en hoe we dat zouden kunnen hervormen. Belastingen dienen om de werking van de overheid te financieren, maar in dit boek ligt de nadruk niet op de uitgaven, maar op de inkomsten Niet omdat ik niet geloof in een debat over de omvang van onze overheid, wel integendeel! Maar wel om de kansen op zo’n grote fiscale hervorming niet te hypothekeren door het debat te laten verzanden in een discussie over de overheidsuitgaven.’

De drie principes zijn duidelijk. Je zou kunnen zeggen dat ze de broncode vormen van het boek. Het waarom. Wat met het hoe?

‘De zoektocht naar de fiscale graal verloopt langs vijf boeiende etappes, die ik stuk voor stuk uitdiep.’

En wat zijn die vijf etappes?

‘Ten eerste de vraag waarom en waarvoor we belastingen “betalen”. En ik plaats betalen bewust tussen aanhalingstekens. Ten tweede, een overzicht van hoe ons huidig belastingstelsel werkt. Ten derde een omschrijving van hoe het perfecte belastingstelsel of het “fiscale ideaal” eruit ziet. Ten vierde een inventaris van welke voorstellen voor een hervorming er op tafel liggen. En als vijfde en laatste de eindbestemming van onze zoektocht: de ideale belasting voor de nieuwe tijd.’

De vijf etappes zijn dus verwoord als vijf vragen. In de eerste vraag zet je ‘betalen’ bewust tussen aanhalingstekens. Is het antwoord niet altijd even braaf?

‘Voor een aantal mensen waarschijnlijk niet. Als je het immers vanuit het natuurrecht bekijkt, zijn belastingen diefstal. Een gedwongen bijdrage aan een gezamenlijke pot met als belofte dat je er “iets” voor terug krijgt. Probeer maar eens niet of te laat te betalen. Ik trek het daarmee natuurlijk wat op flessen, maar dat is ook wat de maffia doet. Een gedwongen bijdrage in ruil voor “iets”. Alle gekheid op een stokje: een recente studie van de Nationale Bank toont aan dat wat we ervoor terugkrijgen, niet van dezelfde kwaliteit is als in andere landen. Dat zet soms kwaad bloed. De vraag is dan: wat is de reden waarom we belastingen betalen, waarom laten we ons dwingen? Er zijn meerdere redenen, die allemaal kunnen worden samengevat als een antwoord op marktinefficiënties: collectieve goederen die niet spontaan geproduceerd worden, milieukosten die niet spontaan verrekend worden, sociale verzekeringen die ontbetaalbaar worden op de verzekeringsmarkt, enzovoort.’

‘Laat er wel geen misverstand over bestaan: dat er goede redenen zijn om bepaalde zaken collectief te organiseren én dus ook te financieren, wil niet zeggen dat de overheid zomaar om het even wat kan en mag doen en tegen elke prijs. Een kerntakendebat is absoluut nodig. En ik durf daar ook een cijfer op plakken: leg in onze Grondwet vast dat het overheidsbeslag niet meer mag bedragen dan 50% van het bbp. Want nu zitten we in België eerder in een verlichte staatseconomie dan in een in sociaal gecorrigeerde markteconomie.’

Heb je als econoom ook meteen een leidraad voor het voeren van zo’n kerntakendebat?

‘Toch wel ja. Belangrijke vragen zijn of een bepaalde taak strategisch belangrijk is voor het land. Denk aan veiligheid. Of gaat het om goederen die de vrije markt niet, te veel of te weinig produceert? Denk aan dijken of onderwijs. Gaat het om een goed waarin maar plaats is voor één producent, zoals riolen? Als het antwoord op al die vragen negatief is, heeft de overheid er niks te zoeken. De tweede reeks vragen vraag is dan wie — dus, welke overheid — de taak het beste uitvoert. Neem nu duurzame energie. Zowat elk bestuursniveau is er mee bezig. Met alle kosten van dien.’

 ‘Het is fundamenteel om de bevoegdheid én de middelen neer te leggen bij het bestuursniveau dat – rekening houdende met schaal uiteraard – het dichtst bij de mensen staat. Dat is in principe de gemeente. Maar zodra het probleem de gemeente- of zelfs nationale grenzen overschrijdt, zijn “hogere” overheden de geschikte uitvoerders.’

Wie int is niet altijd degene die besteedt

Eén van de grootste verdiensten van Taksjager is dat je haarfijn uiteenzet welke overheid welke belastingen int en waar die middelen vervolgens naartoe gaan. Consumptiefederalisme ten voeten uit!

‘Wie de tabellen bekijkt, merkt inderdaad dat de federale overheid heel veel geld int maar het meeste doorstort. Zowel aan de deelstaten als aan de sociale zekerheid en natuurlijk ook Europa. De federale staat houdt maar weinig over van de miljarden die ze int. Voor de bevolking is ze echter wel de belastingsoverheid en dus kop van jut. Dat botst volledig met een ander principe van Wicksel: de overheid die de uitgave doet, moet ook de belasting innen. Zo responsabiliseer je de politici: ze moeten zich bij de kiezers verantwoorden voor de uitgaven die ze doen. Dat is vandaag niet het geval. De ene overheid heeft de lasten, de andere de lusten.’

Be Smart!

‘Onder meer Musgrave en Musgrave hebben zeven principes uitgewerkt waaraan een duurzaam belastingstelsel moet voldoen. In het Verenigd Koninkrijk had je dan weer de Mirrlees Review waaraan heel wat experten meeschreven en die kwamen tot vier vuistregels.’

‘Ik heb al dat academische werk samengevat in één woord: SMART. En smart staat dan voor Simpel, Matig, Aanvaard, Rechtvaardig en Terecht. In het boek werk ik dan gedetailleerd uit hoe een SMART-belasting eruit ziet. Het is een bevrijdende bronbelasting zonder aftrekposten (simpel) met hetzelfde tarief voor alle producten en productiefactoren (matig en neutraal), aangevuld met een basisbijslag, een soort kinderbijslag voor iedereen vanaf 18 jaar (rechtvaardig, want daardoor wordt een vlaktaks zelfs progressiever dan ons huidige stelsel).’

Zie je nog andere interessante ingrepen?

‘Herman Matthijs heeft veel werk verricht rond en gepleit voor homogene belastingen: elke overheid heft haar eigen belasting. Dat is een must. Het maakt een einde aan de anomalieën waarover we het al eerder hadden. Het legt ook geen last bij de belastingplichtigen. Het is een verandering bij de overheden zelf.’

‘Neem bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting: de inning is een federale bevoegdheid. De gewesten proberen dat dan te compenseren door subsidies aan bedrijven te geven. Zou het niet veel beter zijn dat dit weer allemaal in één hand zit, de subsidies af te schaffen en gewoon het tarief te verlagen? We zouden het nominale tarief kunnen verlagen tot 11,1%! Dan staan we pas op de internationale kaart.’

Niet alles wat op tafel ligt, is goed. Je waarschuwt uitdrukkelijk voor valse profeten die preken over belastinghervormingen?

‘Absoluut. Een eerste valse profeet is “de vervuiler betaalt”. Ik heb niks tegen ecotaksen. Integendeel. In een vrijemarkteconomie moet je alle kosten – ook de vervuilingskosten – doorrekenen. Maar ecotaksen kunnen nooit de basis zijn voor een belastinghervorming. Want als de ecotaks succesvol is en iedereen zijn gedrag aanpast, drogen de inkomsten op. Hoe betalen we dan onze scholen, ziekenhuizen en wegen? Veel beter is het om de opbrengsten van dergelijke ecotaksen aan een fonds toe te wijzen en met dat fonds bepaalde ecologische uitgaven te financieren.’

‘Een tweede profeet is de meerwaardebelasting. Op papier een grote bron van inkomsten maar zoals het spreekwoord zegt: papier is gewillig. De beurs is zo volatiel dat ik opnieuw niet bereid ben om onze scholen, ziekenhuizen en wegen op deze manier te financieren. Ook hier geldt: wijs de opbrengsten toe aan een fonds voor schuldafbouw. In een goed beursjaar wordt de schuld versneld afgebouwd, in een slecht jaar wat trager of zelfs niet.’

‘In mijn boek komen echter ook andere voorstellen uitgebreid aan bod, zoals de (Zweedse) duale inkomensbelasting, de bevrijdende inkomstentaks (waardoor de belastingbrief definitief verdwijnt) en de algemene inkomenstaks (of sociale vlaktaks). Zij zijn allemaal stappen in de goede richting, maar beperken zich tot een hervorming van de directe belastingen. Dat gaat niet ver genoeg. Zij missen het feit dat onze economie volledig transactiegebaseerd is en dat indirecte belasting de toekomst is. Oude begrippen als arbeid en kapitaal zijn economisch en fiscaal niet meer relevant.’

Unieke transactietaks

Met die vijf etappes in de benen komen we aan de eindmeet. Fiscalisten zijn al eeuwen op zoek naar de fiscale graal. Heb jij hem gevonden?

‘Ik wil alvast een poging wagen. Het is een voorstel dat al in 1989 op een conferentie in Buenos Aires gedaan werd door de Amerikaanse hoogleraar Edgar Feige: de unieke transactietaks.’

Vertel…

‘Laat ik meteen de concrete toepassing voor België maken. De fiscale en parafiscale inkomsten van onze land, van alle overheden samen bedragen 193 miljard euro (zonder dus de niet-fiscale inkomsten en de leningen). En ter informatie: ons bruto binnenlands product bedraagt 410 miljard euro en onze omzet 1320 miljard euro. Uit cijfers van Febelfin blijkt dat al onze betaaltransacties (cash, betaalkaart, overschrijving, domiciliëring, enzovoort) 7.733 miljard bedragen. Als we op dat transactievolume een fiscale opbrengst van 193 miljard euro willen realiseren, dan volstaat een aanslagvoet van 193/7.733 oftewel 2,50% (gelijk te verdelen tussen koper en verkoper, dus elk 1,25%). Uit cijfers van de Europese Centrale Bank blijkt echter dat onze banken jaarlijks voor 21.182 miljard euro aan transcacties doen. Als alle transacties belast worden, zou volgens prof. Feige een kwart van de transacties wegvallen. Om de hele overheid inclusief de sociale zekerheid te financieren is er dus een unieke transactietaks nodig van 193/(0,75)*21.182 = 1,215%. Die belasting wordt bij elke transactie automatisch weggeschreven op uw taksrekening. De unieke transactietaks is dus een supereenvoudige, lage bevrijdende bronbelasting met een lage inningkost en nauwelijks mogelijkheden tot fraude die elke transactie gelijk belast. Aangezien over de verdeling van transacties tussen arm en rijk geen informatie beschikbaar is, wordt de unieke transactietaks best aangevuld met een basisbijslag.’

Een moedig boek dus, dat niet enkel een inventaris is van de knelpunten maar vooral ook een aanzet wil geven van een oplossing.

‘Ik hoop dat Taksjager de beleidsverantwoordelijken, de gele hesjes, de ondernemers, de vakbonden en de burgers overtuigt om de unieke transactietaks in te voeren. Mijn finale oproep in het boek is dan ook: word ook een taksjager! Help mee aan het bouwen van een breed maatschappelijk en politiek draagvlak door te praten over de unieke transactietaks in uw familie, met uw vrienden, op het werk of in uw vereniging.’

Het boek Taksjager is verkrijgbaar in elke boekhandel. Binnenkort verschijnt op Doorbraak ook een recensie van dit boek.

Kristof Willekens (1981) studeerde rechten in Namen en Leuven. Hij startte zijn loopbaan als tax consultant bij Deloitte. Daarna ging hij aan de slag als juridisch adviseur op de studiedienst van UNIZO. Voor UNIZO schreef hij onder andere de vernieuwende dossiers “Een Efficiënte Overheid als Motor voor Welvaart en Welzijn” en “Administratieve Vereenvoudiging, de Aanhouder Wint.” Hij was fiscaal adviseur bij UNIZO en Themadeskundige en Belangenbehartiger voor UNIZO Provincie Antwerpen. Voor UNIZO schreef hij onder andere de vernieuwende dossiers “Een Efficiënte Overheid als Motor voor Welvaart en Welzijn” en “Administratieve Vereenvoudiging, de Aanhouder Wint.” Hij is de geestelijke vader van de liquidatiereserve en het kmo-tarief van 20% in de vennootschapsbelasting. Sinds juli 2018 voegt hij de daad bij het woord en werkt hij als freelance adviseur fiscaliteit, ondernemerszaken en corporate communications and affairs.

Commentaren en reacties