Te deum laudamus
Is een ‘republikeinse monarchie’ goed voor het humeur?
foto ©
Vandaag is het 15 november, dag van de dynastie. Fout: de officiële benaming is Koningsdag, samenvallend met het naamfeest van de Heilige Leopold. Vroeger mochten we daarvoor een dag van school blijven, vandaag hebben alleen nog ambtenaren een dag verlof. Traditioneel wordt dan de mis opgedragen in de basiliek van Koekelberg, onder het zingen van het Te Deum, onder kenners …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVandaag is het 15 november, dag van de dynastie. Fout: de officiële benaming is Koningsdag, samenvallend met het naamfeest van de Heilige Leopold. Vroeger mochten we daarvoor een dag van school blijven, vandaag hebben alleen nog ambtenaren een dag verlof. Traditioneel wordt dan de mis opgedragen in de basiliek van Koekelberg, onder het zingen van het Te Deum, onder kenners ook wel de Ambrosiaanse lofzang genoemd, daterend uit het jaar 400, jawel. Die katholieke plechtigheid werd in 2001 officieel afgeschaft, maar de aartsbisschop van Mechelen-Brussel, heden Jozef De Kesel, volhardt in de boosheid en iedereen gunt hem dat. Allen daarheen dus.
Veel belangrijker is, dat op deze dag ook de koninklijke onderscheidingen worden uitgereikt. Voor ondergetekende, genomineerd voor de jaarlijkse Albert De Cuyperpenning maar uiteindelijk toch niet bekroond, is dit toch een spannend moment: zou het dit jaar lukken, die baronstitel, of commandeur in de orde van Leopold II?
Spektakelwaarde
Het Belgische politieke establishment is geëvolueerd van sterk koningsgezind naar tolerant-sceptisch, waarbij men vooral wil knabbelen aan de dotaties, zonder dewelke een hofhouding uiteraard niet kan functioneren. Ooit was een partij als de CVP (nu CD&V) de grootste pleitbezorger van de monarchie. Als het Belgische koningshuis vandaag nog bestaat, is het dankzij de houding van de katholieke Vlaamse partij tijdens de fameuze koningskwestie tussen 1946 en 1951. Maar zelfs binnen het Vlaams Belang zitten naar het schijnt wat koningsgezinde traditionalisten die helemaal niet opgezet zijn met het Frans-progressistische,’goddeloze’ woord republiek: rechts heeft een emotionele band met alles wat een scepter draagt en zich door God afgevaardigd weet. En raar maar waar: zelfs in de meest fervente flamingante kringen raakt het woord republiek in onbruik.
Afgezien daarvan, is de paradox van een staatshoofd-zonder-macht een uniek Belgisch fenomeen, vermoedelijk weeral verband houdend met de surrealistische setting van dit land, maar ook met iets wat critici van het koningshuis dikwijls over het hoofd zien: de pure spektakelwaarde van een vorstelijke familie, waar vroeger de boekskens zich op toelegden, maar nu zowat heel de verpulpte pers aandacht aan besteedt. Terecht.
De vraag is uiteindelijk, na aftrek van alle kosten: kan zo’n koningshuis een pure amusementswaarde hebben, iets zoals een TV-soap of een pretpark? En zo ja, dient dat stuk vermaaksindustrie van overheidswege gesubsidieerd? Op zich is dat niet uniek, de overheid betoelaagt wel degelijk volksamusement. Het professioneel voetbal bijvoorbeeld, met een fiscaal gunstregime waar vandaag wel wat om gemord wordt, maar waar geen enkele politicus wil aan raken. Daarnaast hebben we heel het luik van de cultuursubsidies, door velen beschouwd als een uitkeringsstelsel voor linksdraaiende marginalen en andere prettig gestoorden, maar toch ook iets met een humoristische dimensie zoals Jan Hoet zaliger heel goed wist te benutten. Tenslotte hebben we onze openbare omroep, bekend van reporter-met-het-sjaaltje Rudi Vranckx, Bart Schols en zijn olijke vrienden, maar vooral toch Simonneke van Thuis die heel Vlaanderen doet lachen en (vooral) wenen. De logica zelve dat hier hier publieke middelen worden voor aangewend.
Zondebok en pispaal
Tegelijk schelden we natuurlijk heel de tijd op de VRT, en dat brengt ons op een dieper liggende nutsfactor van de dynastie. Langzamerhand is aan die amusementswaarde nog iets toegevoegd dat zo mogelijk nog belangrijker is voor het volkse welbevinden: de functie van heel de brede koninklijke familie als zondebok, pispaal, kop van Jut. Zelfs Vuye en Wouters moeten dat erkennen, en pleiten voor een ‘republikeinse monarchie’ met een koning-zonder-macht, en niet voor een republiek. Een ‘republikeinse monarchie’, dat klinkt als een vegetarische vleeseter, en toch, het is goed gevonden. Waarom? Omdat zo’n aristocratische paleismarionet een hoop slecht humeur opvangt, zeker bij de Vlaamse beweging, en niet in het minst Hendrik Vuye en Veerle Wouters zelf. Iets waar je de spot mee drijft, op kan schelden, willekeurig dreigt om zijn bestaansmiddelen af te pakken: we hebben het nodig. Denk Laken weg, en we verzinken in depressie, verzuring, kleinburgerlijke melancholie.
Wie ‘zondebok’ zegt, kan niet buiten René Girard, gewezen Frans voetballer, voetbaltrainer en in zijn vrije tijd ook antropoloog. In zijn standaardwerk ‘La violence et le sacré’ (1972) poneert hij dat de homo sapiens door zijn toenemende intelligentie (!) ook gewelddadiger werd, waarbij groepen en zelfs heel de soort dreigde ten onder te gaan in onderling gebekvecht, tot men het principe van de zondebok ontdekte: iemand neemt alle shit op zich, wordt uitgelachen, beschimpt, soms zelfs vermoord, waarna de groepssolidariteit zich herstelt. Bij kippen is dat de laatste in de pikorde, maar bij de mens is het subtieler: wij belonen de zondebok om zijn offervaardigheid, en maken er een idool van.
Jezus Christus was een zeer bekende underdog, maar ze komen in alle samenlevingen voor: wezens, individuen die, al dan niet vrijwillig, als bliksemafleider fungeren en alle negatieve energie naar zich toe halen. Soms overkomt het ook heersers, is er eerst de cultus en dan de vernedering. De Franse Revolutie heeft die omslag gemaakt: de adel werd het voorwerp van spotprenten en zelfs tentoon gesteld in een soort luxe bordeel. Maar door de laatste koning ook fysiek te halsrechten – in casu Louis XVI, op 21 januari 1793- en de monarchie af te schaffen, verdween de nationale nar met heel zijn hofhouding, en was Frankrijk gedoemd om de burgerlijke strijd van allen-tegen-allen te blijven uitvechten. Een hopeloze zaak, zie Macron en zijn worsteling met het patriottisme/nationalisme: Frankrijk mist een koning, een groteske Ubu waar iedereen tegen is zonder hem te willen afschaffen.
Disney
Die status heeft het Belgische koningshuis nu ongeveer bereikt, en uiteraard is het optreden van Delphine Boël, bastaarddochter van Albert II, daarin cruciaal. De DNA-soap die heel de familie meesleurt is bijna een bedreiging voor de populariteit van Thuis én gevestigde komieken als Philippe Geubels en Filip de Winter. Filip I als clown en stand-up-comedian: het geeft zijn ambt nieuwe glans. Men zal het idee in koningsgezinde kringen vervloeken, maar dat geeft niet, integendeel. Hoe ernstiger onze vorst zijn landgenoten met Kerstmis toespreekt, met hoe meer waardigheid hij het koningschap wil uitoefenen, des te grappiger wordt hij. Des meer bagger hij over zich krijgt, des te… populairder hij wordt.
In een laatste stadium –dat voorspel ik tegen 2030- zal Laken opengesteld worden als een soort Disneypark waarin de koninklijke familie dagdagelijks te bezichtigen is. Met gelegenheid tot fotoshoots, gidsen (verboden te voederen) en souvenirshop. Dit als een verre verwijzing naar de ’58-expo en de hobby van Leopold II die levende negertjes exposeerde in zijn Tervurense tuin: alles keert terug. De totale disneyficatie van deze planeet, door alle antropologen voorspeld, kan dan ook als staatsvorm en politieke praxis zijn beslag krijgen. Wist u trouwens dat, toen Columbus de Amerikaanse bodem betrad in 1492, het te Deum werd gezongen? En dat de welbekende mars die de Eurovisie-uitzendingen inleidt, afkomstig is uit het Te Deum van ene Marc-Antoine Charpentier? En dat het Amerikaans theater in Laken ligt, op een boogscheut van?
Godsvrucht, patriottisme en volksvermaak, ergens moeten ze samenkomen in een nieuwe tijd. Neen, ik zou dit koningshuis niet meer kunnen missen. Een republikein zonder koning is als een parlementair zonder partij, en meteen is mijn laudatio voor Vuye en Wouters klaar!
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.