Terug naar de schaapsstal van Erdogan
Zijn aanhangers volgen als schapen Erdogan. Democratie betekent echter zelfkritiek en respect voor andersdenkenden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTurkije kent de formele instellingen van de democratie. Politici worden gekozen en weggestemd, academici en columnisten komen met eigenzinnige opinies aan het woord in de media. In het verleden zetten de militairen enkele keren ‘ongewenste’ staatslieden aan de dijk, maar na hun ondemocratische intermezzo’s – die soms jaren konden duren – keerden ze terug naar de kazerne. De democratie hield ondanks alle crises en staatsgrepen stand. Wat haar in ademnood brengt, is wanneer gekozen leiders voor de eeuwigheid lijken te willen regeren.
De democratie haalde opgelucht adem bij de verkiezingen van 7 juni 2015, toen de sinds 2002 regerende AK-Partij van Recep Tayyip Erdogan naast de absolute meerderheid greep. Een coalitieregering met of zelfs zonder AKP leek eindelijk denkbaar. Dat was echter buiten de machtsdrang van president Erdogan gerekend. Het nieuwe, frisse geluid dat de kiezer die dag had laten horen, ging ten onder in gekrakeel en later in geweld en bloedvergieten. De burgers die de schaapsstal van Erdogan hadden verlaten, keerden bij nieuwe parlementsverkiezingen op 1 november 2015 terug. Angst voor toenemende instabiliteit in het land had hen weer doen kiezen voor het beproefde recept, dat van de alleenheerschappij van de AKP. Ze vervoegden zich weer bij de rangen van hen die in Erdogan geloven omwille van zijn verwezenlijkingen.
Formele democratie …
Erdogan had inderdaad de laatste jaren de Turkse economie een stevige boost gegeven en Turkije weer zelfvertrouwen als regionale macht, als een soort Neo-Ottomaans Rijk geschonken. Dat alles deed vele kiezers door de vingers zien dat de media aan banden worden gelegd en dat een onafhankelijke rechtspraak in het gedrang komt. Turkije is ondanks de geschetste gebreken formeel vooralsnog een democratie, maar de Turkse samenleving blinkt niet bepaald uit door verdraagzaamheid. Vaak is de tegenstander de ‘vijand’, en de andersdenkende zelfs de ‘verrader’. Familie- en vriendschapsbanden gaan stuk omwille van onderscheiden opvattingen of levensstijlen. Het stemrecht lijkt niet altijd gepaard te gaan met een verinnerlijking van democratische waarden als zelfkritiek en respect.
Maar heeft het volk dan niet in de nacht van 15 op 16 juli bewezen dat het opkomt voor de democratie? Mensen tegen tanks: het is een novum in de Turkse geschiedenis. Er waren tijden dat de politiek zwak was en het leger als reactie daarop sterk overkwam. De generaals werden toen gerespecteerd omdat ze aan de maatschappij de orde en de stabiliteit en aan het land de kracht boden die de politici niet konden bieden. Erdogan heeft dat alles wel te bieden: charisma, economisch succes, nationale trots. De generaals daarentegen zijn van hun voetstuk gevallen. De Turkse pers bracht de laatste jaren verslag uit over corruptie en inefficiëntie in het leger. Als officieren uit dat ‘elitaire kringetje’ dan de geliefde leider willen afzetten, wekt dat de toorn van het volk op. De mensen willen trouwens geen militaire voogden meer.
… waarin de angst regeert
Dat het volk zich verhief, had een kantelmoment in de geschiedenis van de Turkse democratie kunnen zijn. De hele volksvertegenwoordiging – gaande van AKP over de kemalistische CHP en de Turks-nationalistische MHP tot de pro-Koerdische HDP – zegende dat moment af door de poging tot staatsgreep unisono te veroordelen. Het klonk allemaal als democratie in de ware betekenis van het woord, maar de ‘macht van het volk’ ontlaadde zich in woede en wraak. Burgers lynchten soldaten, amokmakers trokken door buurten waar minderheden zoals de alevieten wonen. Aanhangers van Erdogan eisten de doodstraf voor de plegers van de mislukte putsch en de president antwoordde daarop dat hij de wil van het volk in overweging zou nemen.
Democratie betekent echter niet dat elke luim van de meerderheid wet moet worden. De gekozen leider moet ook de wraakzucht en de bloeddorst van zijn achterban kunnen intomen. Probleem is dat Erdogan aan hetzelfde euvel lijdt. Hij beschuldigt er de prediker Fethullah Gülen onomwonden van achter de putsch te zitten en hitst de Turken in binnen- en buitenland tegen diens sympathisanten op. Hij laat duizenden militairen oppakken en duizenden rechters en ambtenaren ontslaan. In normale tijden zou zo’n heksenjacht het voorwerp van hevige parlementaire debatten uitmaken. Nu houdt de oppositie zich gedeisd. De kritiek is verstomd, de angst waart door het land. De Turkse democratie verdient beter. Want democratie betekent de afwezigheid van vrees.
Foto: (c) Reporters
(Deze tekst verscheen in De Standaard van 20 juli 2016).
Personen |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
Amerika in alle Staten: Trumps nieuwe kabinet, reguliere media en campagne-uitgaven onder vuur.