Thierry Baudet pleit voor een renaissance
Thierry Baudet krijgt 17de Prijs voor de Vrijheid
Thierry Baudet krijgt de Prijs voor de Vrijheid uit handen van Libera!-voorzitter Boudewijn Bouckaert.
foto © Doorbraak
Thierry Baudet roept op tot een renaissance van onze geschiedenis en cultuur om verzet te bieden aan een politiek-culturele kudde. Dat hij daarbij nu ook ruimte biedt voor een christelijke god, is een nieuwe wending in zijn betoog.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe zeventiende Prijs voor de Vrijheid werd zaterdagavond uitgereikt aan Thierry Baudet. De klassiek-liberale denktank Libera! — opvolger van de politieke club Nova Civitas — reikte daarmee de prijs al voor een vijfde keer uit aan een Nederlander. Onder anderen Ayaan Hirsi Ali en Frits Bolkestein gingen hem daarin vooraf.
Sluipmoord
Zijn publicaties als De aanval op de Natiestaat en Oikofobie werden door voorzitter prof. Boudewijn Bouckaert genoemd als een reden. Maar ook Baudets niet aflatende strijd tegen de politieke correctheid. Als geen ander toont Baudet aan dat er een nieuwe kloof is ontstaan in het politieke landschap, die tussen de internationale elites en de bevolking van de natiestaten. Als bestuurder van Unia legde Bouckaert in zijn inleidende toespraak ook op de wonde van de angst. Er zijn zovele te bestrijden fobieën, dat we tegenwoordig kunnen spreken van ‘fobofobie, de angst voor nieuwe fobieën’. Dat Unia daar oikofobie niet bijrekent, hekelt de Gentse jurist. ‘Unia erkent oikofobie niet want hierbij is geen sprake van een minderheid die het slachtoffer is, maar een culturele meerderheid.’ Dat die meerderheid stilaan ook bescherming verdient, daar gaat Unia aan voorbij. Maar het is net die sluipmoord op de eigen natiestaat en op de eigen taal, cultuur, achtergrond en geschiedenis, die aangeklaagd dient. En dat doet Baudet. En daarom, zo stelde Libera!-voorzitter Bouckaert, verdient hij de zeventiende Prijs voor de Vrijheid.
Tijd om te kiezen
In zijn gesmaakte en met humor doorspekte laudatio, sprak oud-journalist Derk Jan Eppink zijn hoop uit op een nieuwe politieke generatie die vrijheid niet alleen hoog in het vaandel voert, maar ook kan herstellen. Met de woorden van Ronald Reagan waarschuwde Eppink dat ‘vrijheid nooit meer dan één generatie verwijderd is van haar verwijdering’. Die verwijdering, waar zowat alle Nederlandse partijen debet aan zijn, kan Baudet met zijn Forum voor Democratie stoppen.
Eppink verwees naar de nakende gemeenteraadsverkiezingen. Die zijn minder belangrijk dan in België, stelt hij, maar kunnen in Amsterdam tot een aardverschuiving leiden. Doorgaans gaat maar één op twee Amsterdammers stemmen. Maar dat zou deze keer anders kunnen zijn. Eppink: ‘ Alle besturende partijen zijn onderling inwisselbaar. Van oud links, tot liberaal links en groen links: samen aan de macht. (…) Oppositie bestaat eigenlijk niet. Gevolg: Amsterdam heeft een schuld van ruim 4 miljard euro. Het Forum voor Democratie dient zich nu aan als enige oppositie. Plotseling is er een keuze. Het establishment en zijn media zijn woedend. De scheldwoorden ‘racist en fascist’ vliegen langs de grachten. Als het Forum in Amsterdam doorbreekt, vindt het politiek establishment er zijn Waterloo.’
Dat het Forum succesvol kan zijn, ligt in de strijd van Baudet en zijn partij net op de vier pijnpunten die de vrijheid in onze Lage Landen in het gedrang brengen: (1) particratie; ‘de burger heeft steeds minder te kiezen’ — en dat geldt ook voor de media, (2) het federale Europa — Bouckaert sprak eerder over de ‘neuromonsters’, (3) culturele onderwerping van de elite voor de multicultuur, (4) massa-immigratie.
Een sceptische Eppink stelde vast dat ‘als wij nu, in dit tijdsbestek, vrijheid niet verdedigen en beschermen, dan kunnen wij over enkele jaren onze kinderen alleen nog vertellen wat vrijheid ook al weer was.’ Vandaar de hoop die hij nu uitsprak voor Baudets politieke initiatief.
Renaissance
Dat iniatief lichtte Baudet toe in zijn geïmproviseerde slottoespraak waarin hij Bouckaert en Libera! dankte voor de Prijs voor de Vrijheid. In duidelijke termen sprak hij de aanwezigen toe wat er nu moet gebeuren, kwestie van niet in spengleriaans cultuurpessimisme te vervallen. Concreet is dat in zijn ogen een renaissance van de eigen normen, waarden, cultuur en geschiedenis. Want ‘de nieuwe generatie is losgekoppeld van alle wortels‘.
En die is nodig, want naast wetenschappelijke stagnatie en maatschappelijke stagnatie zijn de huidige generatie ‘erg vatbaar voor twee soorten soumission die liberalen zorgen moeten baren,’ volgens Baudet. De staat en de islam. Tegenover de Staat moeten mensen terug kritisch durven staan, mensen moeten zelf opnieuw iets betekenen en mogen niet bang zijn om uit de politiek-correcte toon te vallen. De islam noemde hij een ideologie met een meedogenloze moraal, haar volgelingen een ‘sterk ideologisch gedreven bevolkingsgroep die zich duidelijk en zonder scrupules manifesteert’. ‘Klassiek-liberale vrijburgers,’ zo ging Baudet verder, ‘worden in het gedrang gebracht door een duivelspact van de islam en de machtige verzorgingsstaat onder leiding van linkse politici’.
Om daar tegengewicht aan te bieden, pleit de jonge historicus en rechtsfilosoof voor een nieuwe renaissance. En die moet gestoeld zijn op drie pijlers, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. (1) Directe democratie, ‘om de liberale vrijburger weer een sense of entitlement te geven, macht over zijn eigen leven’, wat volgens Baudet een ‘essentiële voorwaarde is voor de civil society‘. (2) Inzetten op ‘nationale binding van de mensen met de bril van de historicus in de traditie van Leopold von Ranke’, dat is de geschiedenis begrijpen in zijn context, niet om erover te oordelen. ‘Geschiedenis moeten we redden uit de handen van de cultuurmarxisten,’ zo ging hij voort, en hij pleitte voor de oprichting van een eigen cultuurhistorisch museum en voor het vrijwaren van de Nederlandse taal als volkstaal. (3) De derde pijler: ‘We moeten een nieuwe vormentaal ontwikkelen waarin we opnieuw gestalte geven aan onze cultuurgemeenschap.’ Baudet vindt dat we een nieuwe thuis moeten geven aan muziek en cultuur die hoop en troost geven, aan schilderkunst en literatuur waarin mensen zich herkennen.
Vraag
‘Om ons project te doen slagen, hebben we politici nodig die deze drie pijlers verdedigen.’ Maar er is meer, zo sloot Baudet af. Hij richtte zich op het einde van zijn dankwoord tot de liberale aanwezigen met een gedurfde vraag. ‘Zou het kunnen dat wat de basis is van het liberale project van de 18de eeuw — het ondermijnen van de macht van religie — de dood betekent van het liberalisme?’ ‘Is enkel wie een religieus ideaal heeft en voorbij de grenzen van de horizon kijkt, een moedig mens’, vroeg hij zich nog af. Kun je weerstand bieden aan de kudde en de kuddecultuur als je een god voelt?
Baudet stelde die vragen aan het publiek, en impliciet ook aan zijn academische leermeester Paul Cliteur die ook aanwezig had moeten zijn om de tafelrede te houden. Helaas moest hij verstek geven.
Of over dit alles iets te lezen is in zijn nieuwe roman, die in mei verschijnt, zoals hij verklapte, is koffiedik kijken. Het is nu eerst nog aftellen tot de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?
In de nieuwe versie van Emmanuelle gaat een vrouw op zoek naar ultieme seksuele voldoening.