JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Tibet 50 jaar geleden door China ingelijfd

Henk Jurgens28/10/2015Leestijd 8 minuten

In 1965 werd Tibet als Tibetaanse Autonome Regio door de Volksrepubliek China ingelijfd. Henk Jurgens graaft in de geschiedenis.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 3 november 1903 stuurde Lord Curzon, de onderkoning van Brits-Indië, een telegram naar Londen. Een paar verdwaalde Tibetaanse soldaten hadden in de Himalaya net over de grens met India boeren aangevallen en hun yaks gestolen. Londen gaf toestemming om dit vijandig incident te wreken. Een leger van ruim 5000 soldaten, voornamelijk Gurkhas en Sikhs, werd over de grens gestuurd. In hagel- en sneeuwstormen bij een temperatuur van wel dertig graden onder nul trok het expeditieleger Tibet binnen. De Britten hadden al langer naar een mogelijkheid gezocht om hun invloed in Tibet te vergroten. De yak-diefstal was een gedroomde gelegenheid.

Twistappel

Bij het verdrag van Chefoo, 1876, met China erkenden ze officieel de Chinese autoriteit over Tibet. In ruil mocht Groot-Brittannië Birma koloniseren. Tibetanen waren echter bij de onderhandelingen niet betrokken geweest.

Inmiddels nam de Russische invloed in Azië, vooral in Afghanistan en Tibet, snel toe. De karavaanroute van Beijing door de steppen van Mongolië naar Teheran liep door Tibet. Via boeddhistische kloosters reisden monniken, pelgrims en handelaren vanuit Lhasa over het hele Aziatische continent tot aan de Zwarte Zee en Constantinopel. In de straten van Lhasa, Tibets hoofdstad, liepen Tataren, Russen, Kashmiris, Han-Chinezen, Nepalezen, Turken en kooplieden en handelaren uit alle hoeken van Centraal-Azië, maar geen Europeanen. Tussen 1750 en 1900 hebben slechts drie Europeanen Tibets hoofdstad bereikt. In korter dan een eeuw had de Russische tsaar zijn macht in Azië tot aan de grenzen van Brits-Indië uitgebreid.

De grens tussen Tibet en Brits-Indië liep dwars door de Himalaya. Incidenten vonden wel vaker plaats. In maart 1888 liep het uit de hand en de Britten stuurden ruim tweeduizend soldaten op strafexpeditie. Na langdurige onderhandelingen met China leidde dit tot een verdrag in 1893 waarbij de toegestane handelsroutes en de grenzen tussen Tibet en Brits-Indië min of meer werden vastgelegd. De Britten kregen het recht een permanente handelspost in Yatung in te richten. Via Yatung liep de eeuwenoude zuidelijke Zijderoute van China door Tibet naar India. Yatung ligt in de Chumbivallei in de Himalaya tussen Bhutan en Sikkim. Ook aan deze onderhandelingen hadden de Tibetanen niet mogen meedoen.

In 1903 ging het dus weer mis. Het Britse expeditieleger moest verregaande Tibetaanse  concessies aan het Verenigd Koninkrijk afdwingen. Vier dagen voordat de Britten Lhasa bereikten, vluchtten de dertiende dalai lama echter naar Ulan Bator, de hoofdstad van Mongolië. Een Britse poging om de dalai lama door de pänchen lama te laten vervangen mislukte. De pänchen lama is binnen het lamaboeddhisme na de dalai lama de tweede man. Eind september 1904 trokken de Britse troepen zich weer terug. China, dat niet in staat was geweest om zijn protectoraat Tibet tegen de Britse inval te beschermen, was bang dat Tibet een Brits protectoraat zou worden zoals ook al met Sikkim en Bhutan was gebeurd.

Eind 1909 trok een Chinees leger naar Lhasa. De dertiende dalai lama, die pas een paar jaar terug was, vluchtte opnieuw. Op 14 maart 1910 werd hij feestelijk in Calcutta, in Brits-Indië, ontvangen. Tot zijn teleurstelling liet de Indiase regering hem weten dat de Britten niet militair zouden interveniëren.

Uiteindelijk werden de Tibetanen gered door de revolutie van Sun Yat-sen in oktober 1911 die de keizer in Beijing afzette. China trok zich terug en in juni 1912 begaf de dalai lama zich weer op weg naar Tibet met in zijn kielzog Britse adviseurs. Pas in januari 1913 maakte hij zijn triomfale intocht in Lhasa. De Britten hielpen hem met het opbouwen van een moderne nationale staat. Symbolen zoals een nationale vlag, een muntstelsel en eigen postzegels werden ingevoerd, wegen werden aangelegd en een eerste elektriciteitscentrale gebouwd.  Er kwam zelfs een nationaal voetbalelftal. Veel van de Tibetaanse elite was in Darjeeling, net over de grens met West-Bengalen, in India naar school gegaan en sprak vloeiend Engels. Ook de dertiende dalai lama was inmiddels verwesterd. Hij bezat een telefoon en twee auto’s waarvan er een, een Amerikaanse Dodge, het kenteken TIBET I had. De Dodge was door dragers in onderdelen over de Himalaya gebracht. In Lhasa werd hij weer geassembleerd.

Het jaar daarop, in 1914, sloten het Verenigd Koninkrijk, China en Tibet het Akkoord van Simla over de onderlinge grenzen. De zogenaamde McMahon-linie werd als grens vastgelegd. Ook deze grens, die dwars door het hooggebergte liep, was niet erg duidelijk en heeft in de jaren 1960 tot de grensoorlog tussen China en India geleid. Tibet werd in Simla opgedeeld in Binnen-Tibet dat tot China ging behoren en waar de dalai lama alleen de religieuze leider was, en Buiten-Tibet dat min of meer zelfstandig zou zijn, maar wel onder Chinese suzereiniteit stond. De Britten weigerden Tibet als een onafhankelijke staat te erkennen.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was het met de interesse van de Britten voor Tibet gedaan. Ook China had niet veel belangstelling meer. China werd verscheurd door de burgeroorlog en door de oorlog met Japan. Tibet was min of meer een onafhankelijke staat. Nadat Mao Zedong de macht van de communisten in China had gevestigd veranderde dit snel.

Op 7 oktober 1950 viel het Chinese leger Tibet binnen. De dalai lama vluchtte naar een klooster in Yatung.

Zeven maanden later, op 20 oktober 1951, tekenden vertegenwoordigers van de Tibetaanse regering, de dalai lama en China het 17-puntenakkoord in Beijing en werd de Chinese soevereiniteit over Tibet door hen officieel erkend. De dalai lama keerde terug naar Lhasa tot hij in 1959 opnieuw na een opstand in Tibet naar India vluchtte en zich in Dharamsala in een klooster vestigde.

In 1965 werd Tibet formeel als Tibetaanse Autonome Regio door de Volksrepubliek China ingelijfd.

Reis

In 2012 gingen wij op reis van Kathmandu in Nepal  via de Vriendschapsbrug over de snelweg 318, de Vriendschapsweg, naar Shigatse en Lhasa. De weg van Kathmandu naar Lhasa is 921 kilometer lang. Het is een goed berijdbare weg die dwars door de Himalaya over cols van meer dan 5000 meter hoog gaat. Het uitzicht is schitterend. Bij de Vriendschapsbrug passeerden we de grens. Al onze bagage werd uitgepakt en zorgvuldig door Chinese douaniers bekeken. Je kon Tibet alleen binnen als toerist op een groepsvisum. Individuele reizigers werden niet toegelaten. Vaak was de grens helemaal afgesloten. Zo moesten wij eerst weer terug naar Katmandu, maar mochten we een paar dagen later alsnog de grens passeren. De douaniers waren op zoek naar alles wat met de dalai lama te maken had. Zelfs reisgidsen met een verwijzing naar hem werden in beslag genomen. Toerisme naar Tibet is pas sinds 1979 toegestaan. Na de opening in juli 2006 van de Qingzang spoorlijn, die van Beijing naar Lhasa loopt, explodeerde het aantal toeristen. Inmiddels zijn er 15 miljoen Chinezen en enige honderdduizenden buitenlanders naar Tibet gekomen. Toerisme is een van de belangrijkste inkomstenbronnen van Tibet geworden. Geschat wordt dat er in de toeristenindustrie sinds 2008 3 miljard euro is omgegaan.

Om de ontwikkeling van Tibet te stimuleren heeft de centrale Chinese overheid 83 miljard euro in haar economie gepompt. Het Bruto Nationaal Product (bnp) van Tibet is mede daardoor tussen 1964 en 2004 negentien maal groter geworden. Het aantal geregistreerde ondernemingen nam van 500 in 1993 toe tot 41.000 in 2003. De gemiddelde jaarlijkse groei van de Tibetaanse economie is 12%. De werkloosheid blijft echter rond de 10% schommelen. Het is bekend dat Tibet rijk is aan grondstoffen en mineralen. Koper, ijzer, olie, mica, zwavel, lood, zink, goud, boor, lithium, chroom, uranium en diamanten zijn er gevonden. China stond sinds de jaren 1950 te popelen om – ondanks de logistieke problemen – met de winning te beginnen. Mao zei al in april 1956 tijdens een toespraak over minderheden in China: ‘Vanuit een Chinees nationalistisch perspectief moet het Chinese volk, als het tot rijkdom en internationaal aanzien wil komen, Tibet en zijn bronnen exploiteren.’ En eind 1959 rapporteerde een vertegenwoordiger van de Indiase regering die negen maanden in Tibet was geweest aan premier Nehru: ‘Er zijn ongeveer twaalfduizend Chinese militairen die meewerken aan het aanleggen van wegen en het bouwen van huizen. In Lhasa is een nieuw ziekenhuis gebouwd dat over een röntgenapparaat beschikt. De Chinezen bemoeien zich niet met religieuze zaken.’

De Beijing-Lhasa spoorlijn is een toeristische attractie op zich. De trein rijdt over een adembenemend toendralandschap met in de verte de toppen van de Himalaya. Een reis naar Xi’an, naar het terracottaleger, kost twee dagen. Ongeveer 400.000 passagiers per jaar, de meesten Han-Chinezen, nemen de trein. Vanwege de grote hoogteverschillen, het hoogste punt is 5076 meter, is er extra zuurstof beschikbaar. Reizigers moeten bij het kopen van een kaartje er voor tekenen dat ze gezond zijn. De spoorwegmaatschappij neemt geen enkel risico.

Shigatse is de tweede stad van Tibet. Gedurende eeuwen leefde de pänchen lama er in het Tashilhunpoklooster. Het klooster toornt op een heuvel boven de stad uit. De pänchen lama woont er niet meer. Na de dood van de tiende pänchen lama wees in mei 1995 de dalai lama de zesjarige Gedhun Choekyi Nyima als opvolger aan. De Chinezen erkenden dit niet en arresteerden de jongen en zijn ouders. Sindsdien is niets meer van hem vernomen. Aan het eind van dat jaar, in november 1995, presenteerden de Chinezen hun eigen pänchen lama. Deze ‘Chinese’ pänchen lama wordt op zijn beurt weer niet door de dalai lama en zijn volgelingen erkend.

Ook de tiende pänchen lama was al controversieel. In 1950 had hij een telegram naar Mao gestuurd waarin hij om de vreedzame bevrijding van Tibet verzocht. Pogingen van China hem, na de vlucht van de dalai lama, als geestelijk leider van alle Tibetanen te laten erkennen, mislukten.

Inmiddels heeft China besloten om het toerisme naar Shigatse te stimuleren. De Qingzang spoorlijn zal worden doorgetrokken van Lhasa naar Shigatse. Shigatse zal een soort openlucht museum worden waar toeristen van de oude Tibetaanse cultuur kunnen genieten. Zo werd de vesting van de stad, de Samgrubtse, die tijdens de Chinese invasie in 1950 was verwoest, weer opgebouwd.

Lhasa is de grootste stad van Tibet. In tegenstelling tot Shigatse is het een moderne ‘Chinese’ stad waar het traditionele Tibetaanse boeddhisme zich vooral afspeelt rond het Potala-paleis, het vroegere winterpaleis van de dalai lama. Gelovigen trekken op bedevaart dagelijks rond het Potala-paleis. In de straten lopen veel Han-Chinezen; zowel toeristen als arbeidsmigranten. China wil er zo snel mogelijk een Chinese stad van maken. Zelfs het prachtige Tibet Museum dat geheel gewijd is aan de Tibetaanse kunst en cultuur wordt bijna uitsluitend door Chinezen bezocht. De meeste taxichauffeurs en winkeliers in Lhasa zijn Han-Chinezen.

‘Patatje met?’ vroeg de Tibetaanse ober ons lachend. Het restaurant Dünya in Lhasa wordt gerund door het Nederlandse echtpaar Fred en Janette. Het is een trefpunt voor buitenlandse toeristen.

In een restaurant waar ‘traditional Tibetan food’ op de ramen geschreven stond kwamen Chinezen lachend om ons heen hangen. Niemand sprak Engels en zelfs van buiten kwamen ze naar binnen gerend om ons te zien eten. Dan maar terug naar het hotel of naar Dünya.

Lhasa is een stad op het Chinese platteland geworden.

De dalai lama leeft in een klooster in Dharamsala in noord India. Als je wilt kun je op particuliere audiëntie bij hem. Je moet er voor betalen en het kost meestal meer dan zes maanden voor hij tijd heeft. In het hotel bij zijn klooster waar wij verbleven ligt een boek met zijn uitspraken en wijsheden. Bij zijn vlucht over de bergen van de Himalaya kwamen veel van zijn volgelingen mee. Nog steeds reizen monniken vanuit Tibet naar hem toe, soms voor een jaar, soms voor goed. Al in de 19e eeuw hadden boeddhisten uit Tibet in Dharamsala hun lamakloosters gesticht. Het lag dan ook voor de hand dat de Indiase premier Nehru het Namgyalklooster in die plaats in 1960 aanwees als permanent verblijf voor de dalai lama en zijn Tibetaanse regering in ballingschap. Nehru noemde de dalai lama een geestelijk leider en een geëerd gast. De Tibetaanse regering in ballingschap kreeg de status van een ngo, een niet-gouvernementele organisatie, die zich bekommert om het welzijn van de Tibetaanse vluchtelingen. Politiek mochten en mogen ze niet actief zijn. Zelf zien ze dit anders. Ze gaan er nog steeds van uit dat Tibet een onafhankelijk staat hoort te zijn. Naast de regering in ballingschap zetelt in Dharamsala ook het Tibetaanse parlement in ballingschap. Dit wordt om de vijf jaar gekozen door alle Tibetanen die in ballingschap waar ook ter wereld leven. De laatste verkiezingen waren in 2011. Het parlement komt twee maal per jaar bij elkaar. In de tijd van zijn vlucht naar India werd de dalai lama door veel Tibetanen als zowel hun geestelijk als ook politiek leider gezien. Na de verkiezingen van 2011 heeft hij zijn politieke verantwoordelijkheden neergelegd. Hij ging als politiek leider met pensioen. Inmiddels liet hij weten dat een autonome status van Tibet binnen China voor hem bespreekbaar is.

Overal in Noord-India en Ladakh zijn lamakloosters en wapperen Tibetaanse gebedsvlaggetjes, veel meer dan in Tibet zelf. De boeddhistische lamagemeenschap is er duidelijk zichtbaar. Ze proberen hun traditionele cultuur, hun eigen waarden en normen, zo veel mogelijk te bewaren. In Leh, de hoofdstad van Ladakh, waan je je soms in het Lhasa van de jaren vijftig.

Voor een Nederlander ligt de vergelijking met de Molukse gemeenschap voor de hand. Ook de Molukkers hebben, na de onafhankelijkheid van Indonesië en hun komst naar Nederland, een regering in ballingschap geïnstalleerd. De RMS, de Republiek der Zuid-Molukken, was jarenlang het grote ideaal. De Molukkers waren ondergebracht in woonoorden in Vught en Westerbork. Het bleef een gesloten gemeenschap. Met de uitzichtloosheid van hun streven naar een onafhankelijke republiek steeg hun radicalisering. De treinkapingen in 1975 en ’77 en de bezetting van het provinciehuis in Assen in 1978 waren de dieptepunten. Er vielen doden. Inmiddels zijn de Molukkers in de Nederlandse gemeenschap geïntegreerd zonder dat ze hun eigen cultuur en idealen hebben losgelaten.

Ook de boeddhisten in Ladakh radicaliseerden. In 1989 en 1993 vielen boeddhisten moslims aan in Leh. De boeddhisten werden door Indiase militairen tot de orde geroepen. Tot gewelddadige aanvallen kwam het niet meer, maar nog in 2000 beschuldigde de Ladakh Buddhist Association moslims ervan boeddhistische vrouwen met geweld te dwingen moslim te worden.

Eind september moest de dalai lama, inmiddels 80, zijn geplande reis door de Verenigde Staten wegens gezondheidsredenen afzeggen. Sinds 25 september volgt hij een rustkuur in de Mayo Clinic in Rochester, Minnesota. De problemen over zijn opvolging als geestelijk leider van de lamaboeddhisten komen dichterbij. China heeft op 1 september 2007 bij algemene maatregel van bestuur vastgelegd dat er vooraf toestemming moet worden verleend om een zoektocht naar een nieuwe incarnatie te organiseren. Zelf heeft hij al laten weten dat hij negen jaar was toen zijn reïncarnatie werd erkend en hij tot dalai lama werd geselecteerd. Er zou dus na zijn dood genoeg tijd zijn om politieke problemen met China op te lossen.

 

Foto: De dalai lama. (c) Reporters

De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.

Commentaren en reacties